Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet tegemoetkoming studiekosten te wijzigen als uitvloeisel van het regeerakkoord 1998 en van de nota «Meer voor meer»;
dat het voorts wenselijk is de leesbaarheid van de Wet tegemoetkoming studiekosten te vergroten en aan te sluiten bij de terminologie van de Wet studiefinanciering 2000;
dat het in verband met het grote aantal wijzigingen wenselijk is de Wet tegemoetkoming studiekosten in te trekken en te vervangen door een nieuwe wet;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
achterstallige schuld: achterstallige schuld als bedoeld in de WSF 2000, berekend op grond van artikel 6.3,
AWIR: Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen,
bovenbouw:
voor havo: het vierde en vijfde leerjaar, of
voor vwo: het vierde, vijfde en zesde leerjaar,
havo: hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 2.5 WVO 2020,
ho-student: degene die hoger onderwijs volgt als bedoeld in de artikelen 2.11 en 2.12,
leerling: scholier of vavo-student,
lening: rentedragende lening die niet kan worden omgezet in een gift,
onderbouw:
het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 2.93, derde lid, WVO 2020, alle leerjaren,
het praktijkonderwijs, bedoeld in artikel 2.8 WVO 2020, alle leerjaren,
voor havo: het eerste, tweede en derde leerjaar, of
voor vwo: het eerste, tweede en derde leerjaar,
onderwijsbijdrage:
lesgeld als bedoeld in artikel 5 van de Les- en cursusgeldwet,
voor een niet uit 's Rijks kas bekostigde school de verschuldigde bijdrage aan de school,
voor de toepassing van afdeling 5.1, voorzover het een uit 's Rijks kas bekostigde school betreft: het bedrag, bedoeld in artikel 5.3, of
voor de toepassing van afdeling 5.2, voorzover het een uit 's Rijks kas bekostigde school betreft: de bedragen, bedoeld in artikel 5.10,
onderwijsnummer: door Onze Minister uitgegeven persoonsgebonden nummer, toegekend aan een persoon aan wie niet van overheidswege een burgerservicenummer is verstrekt,
Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
partner: degene die in het kalenderjaar waarin het school- of studiejaar aanvangt gedurende meer dan 6 maanden partner als bedoeld in artikel 3 AWIR van de aanvrager is, met dien verstande dat voor de toepassing van hoofdstuk 4 voor «belanghebbende» gelezen wordt: TOS-ouder,
peiljaar: tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarin het schooljaar of studiejaar aanvangt,
reguliere studiefinanciering: studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, WSF 2000,
scholier: degene die voortgezet onderwijs volgt,
school: school of instelling in de zin van de Experimentenwet onderwijs, Wet op de erkende onderwijsinstellingen, WEC, WHW of WVO 2020,
schooljaar: tijdvak dat aanvangt op 1 augustus van enig kalenderjaar en eindigt op 31 juli daaropvolgend,
studiejaar: tijdvak dat aanvangt op 1 september van enig kalenderjaar en eindigt op 31 augustus daaropvolgend,
tegemoetkoming: door Onze Minister verstrekte toekenning in verband met het volgen van een opleiding in het onderwijs waarop uitsluitend op grond van deze wet aanspraak bestaat,
termijnbetaling: termijnbetaling als bedoeld in de WSF 2000, berekend op grond van artikel 6.3,
thuiswonende leerling: scholier of vavo-student die woont op het adres van de TOS-ouder of partner van de TOS-ouder,
toetsingsinkomen: inkomen als bedoeld in artikel 8, eerste en tweede lid, AWIR, met dien verstande dat voor «berekeningsjaar» gelezen wordt: peiljaar,
TOS-ouder: wettelijke vertegenwoordiger in het laatste kwartaal waarin de leerling nog 17 jaar was,
uitwonende leerling: scholier of vavo-student die niet een thuiswonende leerling is,
vavo: opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel a, WEB,
vavo-student: degene die vavo volgt als bedoeld in artikel 2.10,
voortgezet onderwijs: onderwijs in de zin van de WVO 2020, en, tenzij anders is bepaald, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de WEC,
vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet 2000,
vwo: voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 2.4 WVO 2020,
WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs,
WEC: Wet op de expertisecentra,
WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,
WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000,
WVO 2020: Wet voortgezet onderwijs 2020.