het college van burgemeester en wethouders, voor zover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit besluit, met inachtneming van door hem te stellen regelen;
Wet op het primair onderwijs
Wet op het primair onderwijs
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van
een ononderbroken ontwikkeling van de leerlingen, gewenst is de afzonderlijke onderwijsvormen kleuteronderwijs en gewoon lager onderwijs samen te voegen tot een onderwijsvorm die gericht is op een doorlopend ontwikkelingsproces van de leerlingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk I. Basisonderwijs
Titel I. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze wet wordt verstaan onder:
Onze Minister:
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
inspectie of inspecteur:
de inspectie, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht, voor zover belast met taken op het gebied van het basisonderwijs;
school:
een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs, tenzij het tegendeel blijkt;
basisschool:
een school waar basisonderwijs wordt gegeven, niet zijnde een speciale school voor basisonderwijs;
speciale school voor basisonderwijs:
een school waar basisonderwijs wordt gegeven aan kinderen voor wie vaststaat dat overwegend een zodanige orthopedagogische en orthodidactische benadering aangewezen is, dat zij althans gedurende enige tijd op een speciale school voor basisonderwijs moeten worden opgevangen;
school voor speciaal onderwijs:
een school voor speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;
school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs:
een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;
school voor voortgezet speciaal onderwijs:
een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;
instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs:
een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8, eerste lid, tweede en derde volzin, van de Wet op de expertisecentra;
openbare school:
een door een of meer gemeenten, al dan niet te zamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid in stand gehouden school;
een door een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 47 in stand gehouden school; dan wel
een door een stichting als bedoeld in artikel 17 of artikel 48 in stand gehouden school;
bijzondere school:
door een natuurlijk persoon of een privaatrechtelijke rechtspersoon, niet zijnde een stichting als bedoeld in artikel 48, in stand gehouden school;
openbare rechtspersoon:
een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld als bedoeld in artikel 47;
nevenvestiging:
deel van een school, dat op de plaats waar het onderwijs wordt gegeven voordat het een deel van de school werd als zelfstandige school functioneerde;
bevoegd gezag van volgens deze wet bekostigde scholen: voor wat betreft
een openbare school:
- 1°.
- 2°.
het krachtens de desbetreffende gemeenschappelijke regeling bevoegde orgaan;
- 3°.
de openbare rechtspersoon, bedoeld in artikel 47; dan wel
- 4°.
de stichting, bedoeld in artikel 17 of artikel 48;
- 1°.
een bijzondere school: de rechtspersoon bedoeld in artikel 55;
een samenwerkingsschool: de stichting, bedoeld in artikel 17d;
burgerservicenummer:
burgerservicenummer als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;
persoonsgebonden nummer:
het burgerservicenummer dan wel het door Onze Minister uitgegeven onderwijsnummer, bedoeld in artikel 40b, vierde lid;
ouders:
ouders, voogden of verzorgers;
schooljaar:
het tijdvak van 1 augustus tot en met 31 juli daaraanvolgend;
samenwerkingsverband:
een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a, tweede lid of een landelijk samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a, vijftiende lid, tenzij het tegendeel blijkt;
personeel:
de benoemde directeur, het personeel benoemd in een functie voor het geven van onderwijs, het personeel benoemd in een andere functie dan het geven van onderwijs, het personeel dat is benoemd voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van meer dan een school of meer dan een school als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, waaronder begrepen de leden van het bestuur van die scholen die zijn benoemd door een raad van toezicht als bedoeld in artikel 17c, derde lid, voor zover die leden mede zijn benoemd op basis van een arbeidsovereenkomst of een akte van aanstelling;
het onder a bedoelde personeel dat zonder benoeming is tewerkgesteld, tenzij het betreft de toepassing van de artikelen 33, 33a, 34, 38, 52, 53, eerste en tweede lid, 59, eerste tot en met vierde lid, 60 tot en met 62 en 68, voor zover niet anders is bepaald, en de toepassing van daarmee verband houdende wettelijke bepalingen;
schoolbegeleiding:
activiteiten ten behoeve van de schoolorganisatie of het onderwijs aan een school die dienen tot begeleiding, ontwikkeling, advisering, informatieverstrekking en evaluatie, alsmede activiteiten tot bevordering van een optimale schoolloopbaan van leerlingen;
Vroegschoolse educatie:
uitvoering van een programma, gericht op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes doorstromen in het basisonderwijs, dat wordt verzorgd in groep 1 en 2 van een basisschool als vervolg op de voorschoolse educatie, bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;
register onderwijsdeelnemers:
register onderwijsdeelnemers als bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers;
schoolondersteuningsprofiel:
een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven;
afdeling:
een afdeling als bedoeld in artikel 85a.