Als geestelijke bedienaar wordt in ieder geval aangemerkt de vreemdeling die houder is van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000, die is verleend onder een beperking verband houdend met het verrichten van arbeid voor een religieuze of levensbeschouwelijke organisatie.
Regeling inburgering 2021
Regeling inburgering 2021
Opschrift
Aanhef
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 1, tweede lid, 4, eerste lid, onderdeel b en d, en derde lid, 5, derde lid, 7, derde lid, 10, 14, vijfde lid, 21, tweede lid, 24, tweede lid, 32, eerste lid, 34, vierde lid, en 39, tweede lid, van de Wet inburgering 2021, de artikelen 2.4, 2.5, 2.7, zesde en zevende lid, 2.8, vijfde lid, 3.2, vierde lid, 3.4, tweede lid, 3.5, vierde lid, 3.6, eerste lid, 3.7, eerste en tweede lid, 3.9, vijfde lid, 3.11, 3.12, 3.13, 3.14, achtste lid, 3.15, vijfde lid, 3.16, vijfde lid, 4.3, tweede lid, 6.2, zevende lid, 6.3, derde lid, 6.6, tweede lid, 6.8, eerste en derde lid, 6.9, tweede lid, 6.11, derde lid, 6.13, 7.2, derde lid, 8.2, achtste lid en 10.3, tweede tot en met vierde lid, van het Besluit inburgering 2021, de artikelen 2.8, vijfde lid, en 3.3 van het Besluit inburgering en artikel 3, derde lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;
Besluit:
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
besluit: het Besluit inburgering 2021;
de Minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
belastbaar loon: het belastbaar loon, bedoeld in artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964;
Regeling inburgering: de regeling inburgering, zoals die luidde de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze regeling;
toetsingsinkomen: het toetsingsinkomen, bedoeld in artikel 8 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;
staatsexamen Nederlands als tweede taal: staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II als bedoeld in artikel 2 van het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal.
Artikel 1.2. Geestelijk bedienaar
Onder kerkgenootschap of een ander genootschap op geestelijke of levensbeschouwelijke grondslag als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet wordt tevens verstaan een onderdeel daarvan of een rechtspersoon waarin twee of meer van deze genootschappen samenwerken.
Van werkzaamheden van overwegend godsdienstige, geestelijke of levensbeschouwelijke aard als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet is in ieder geval sprake in geval van werkzaamheden als voorganger, godsdienstleraar, zendeling, leraar levensbeschouwelijk onderwijs, vertrouwenspersoon of pastoraal werker binnen een godsdienstige of levensbeschouwelijke gemeenschap, dan wel op het terrein van het uitdragen en verklaren van een bepaalde geloofsleer of levensbeschouwelijke opvattingen.