pensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet;
Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling
Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 oktober 2006, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/PB/2006/88128;
Gelet op de artikelen 21, 33, 34, 38 tot en met 46, 60, 66, 69, 71, 76, 83, 84, 105, 151, 160 en 176 van de Pensioenwet, de artikelen 42, 43, 48 tot en met 57, 72, 78, 82, 91, 110, 146, 155 en 171 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, artikel 12c, vijfde lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen, artikel 13, derde lid en 23, tweede lid, van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000, artikel 65 en 67 van de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet, artikel 1a, eerste lid, onderdeel d, en tweede lid, van de Wet openbaarheid van bestuur, artikel 1a, eerste lid, onderdeel e, en tweede lid, van de Wet Nationale ombudsman, artikel 99, eerste lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, artikel 33 en 34 van de Wet op de loonbelasting 1964, artikel 1, tweede lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, artikel 24, tweede lid en artikel 55, zesde lid, van de Wet op de huurtoeslag;
De Raad van State gehoord (advies van 16 november 2006, no. W12.06.0459/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 december 2006, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/PB/2006/101170 B;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Definities
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
afkoopvoet: verhouding tussen het af te kopen pensioen en de daarvoor in de plaats uit te keren afkoopwaarde;
balanstotaal: het balanstotaal zoals dat blijkt uit de jaarrekening;
De Nederlandsche Bank: De Nederlandsche Bank N.V.;
FVP-bijdrage: bijdrage, verstrekt op grond van de Wet privatisering FVP, zoals deze wet luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel IIA van de Verzamelwet pensioenen 2017, om te voorzien in aanvullende pensioenvoorzieningen ten behoeve van een werknemer of zijn nagelaten betrekkingen;
fonds:
- 1°.
- 2°.
beroepspensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
- 1°.
geschilleninstantie: de geschilleninstantie, bedoeld in artikel 48c van de Pensioenwet en artikel 59c van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
loonaanvullingsuitkering: een uitkering als bedoeld in artikel 60, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
opbouwkeuzevoet: verhouding tussen het pensioen waarvan kan worden afgezien en het pensioen dat daarvoor in de plaats kan worden opgebouwd;
overdrachtsdatum: datum waarop de deelnemer een opgave heeft gevraagd van zijn pensioenaanspraken aan de ontvangende uitvoerder;
pensioenregeling:
- 1°.
pensioenregeling als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet;
- 2°.
beroepspensioenregeling als bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
- 1°.
rechthebbende: degene die in aanmerking komt voor waardeoverdracht;
ruilvoet: verhouding tussen het in te ruilen pensioen en het daarvoor in te kopen pensioen;
scenario-analyse: een scenario-analyse waarbij gebruik wordt gemaakt van de uniforme set met 10.000 economische scenario’s, bedoeld in artikel 23b van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen;
uitbesteding door een uitvoerder: het door een uitvoerder verlenen van een opdracht aan een derde tot het ten behoeve van die uitvoerder verrichten van werkzaamheden die deel uitmaken van:
- 1°.
of voortvloeien uit het uitoefenen van het bedrijf; of
- 2°.
de wezenlijke bedrijfsprocessen ter ondersteuning daarvan;
- 1°.
uitvoerder:
- 1°.
pensioenuitvoerder als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet;
- 2°.
pensioenuitvoerder als bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
- 1°.
vervolguitkering: een uitkering als bedoeld in artikel 60, eerste lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Artikel 1a. Nadere regels arbeidsongeschiktheidspensioen
Voor zover een aanvulling op een vervolguitkering of een loonaanvullingsuitkering geen arbeidsongeschiktheidspensioen is als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet of artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt deze aanvulling als arbeidsongeschiktheidspensioen in de zin van een van die artikelen aangemerkt indien:
de aanvulling op de vervolguitkering niet varieert met inkomsten uit arbeid, tenzij de aanvulling hoger wordt vastgesteld indien de inkomsten uit arbeid toenemen;
de aanvulling op de loonaanvullingsuitkering niet varieert met inkomsten uit arbeid, tenzij de aanvulling hoger wordt vastgesteld indien de inkomsten uit arbeid toenemen; of
het een eenmalige aanvulling is die wordt verstrekt in verband met werkhervatting of werkuitbreiding.
Het eerste lid is niet van toepassing op algemeen verbindend verklaarde bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten die betrekking hebben op aanvullingen op een vervolguitkering of op een loonaanvullingsuitkering, indien het verzoek tot algemeen verbindend verklaring is ingediend voor de datum van inwerkingtreding van de Wet van 15 juli 2008 houdende enige wijzigingen van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere wetten.