Home

Wet verplichte beroepspensioenregeling

Geldig vanaf 1 januari 2024
Geldig vanaf 1 januari 2024

Wet verplichte beroepspensioenregeling

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2024]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in verband met modernisering van de pensioenwetgeving, de Wet betreffende verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling in te trekken en te vervangen door een nieuwe wet ter zake;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Definities en toepassingsgebied

Artikel 1. Definities

1.

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • aanspraakgerechtigde: persoon die begunstigde is voor een nog niet ingegaan pensioen;

  • accountant: een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • afkoop: iedere handeling waardoor pensioenaanspraken en pensioenrechten hun pensioenbestemming verliezen, behoudens in geval van toepassing van de artikelen 66, vijfde lid, 129 of 214a, tweede lid, of van artikel 3A:85 van de Wet op het financieel toezicht;

  • arbeidsongeschiktheidspensioen: een geldelijke uitkering, die vastgesteld of variabel is, wegens arbeidsongeschiktheid van de beroepsgenoot of gewezen beroepsgenoot, waarop recht bestaat nadat de arbeidsongeschiktheid 104 weken heeft geduurd of, indien er sprake is van een beroepsgenoot in loondienst, waarop recht bestaat na afloop van de periode bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Ziektewet of, indien de beroepsgenoot Ziektewetuitkering ontvangt, na afloop van de periode bedoeld in artikel 29, vijfde en tiende lid, van de Ziektewet;

  • basispensioenregeling: de collectieve beroepspensioenregeling of het deel van de beroepspensioenregeling waaraan de beroepsgenoot op basis van de beroepspensioenregeling gehouden is om deel te nemen;

  • beëindiging van de deelneming: het beëindigen van de pensioenverwerving op basis van de beroepspensioenregeling anders dan door:

    1. 1°.

      het overlijden van de beroepsgenoot; of

    2. 2°.

      het ingaan van het ouderdomspensioen;

  • beroepsgenoot: een natuurlijk persoon die deel uitmaakt van een bepaalde beroepsgroep;

  • beroepspensioenfonds: een voor een bepaalde beroepsgroep werkend pensioenfonds, als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet, dat is opgericht ter uitvoering van een beroepspensioenregeling;

  • beroepspensioenregeling:

    1. 1°.

      door beroepsgenoten overeengekomen rechten en plichten ten aanzien van pensioen ten behoeve van beroepsgenoten en gewezen beroepsgenoten, dan wel

    2. 2°.

      indien de aan een beroepspensioenregeling deelnemende zelfstandige of beroepsgenoot in een andere lidstaat dan Nederland is gevestigd, een overeenkomst, een trustakte of voorschriften waarin is bepaald welke pensioenuitkeringen worden toegezegd en onder welke voorwaarden;

  • beroepspensioenvereniging: een vereniging waarvan beroepsgenoten lid zijn en die volledige rechtsbevoegdheid bezit, waarvan het statutaire doel uitsluitend omvat het verzorgen van een beroepspensioenregeling en waarbij het lidmaatschap niet automatisch voortvloeit uit het lidmaatschap van enig andere organisatie of uit het deelnemen in een beroepspensioenregeling;

  • beschermingsrendement: de vermogensbijschrijving die ervoor zorgt dat de, uit het opgebouwde pensioenvermogen te financieren, toekomstige pensioenuitkeringen en lopende pensioenuitkeringen nominaal stabiel blijven, dat wordt gefinancierd vanuit het totaal behaalde rendement en looptijdafhankelijk wordt toebedeeld aan de vermogens op basis van marktwaardering, waarbij toedelingsregels worden gehanteerd;

  • bevoegde autoriteiten: nationale autoriteiten van andere lidstaten dan Nederland als bedoeld in artikel 6, onderdeel 8, van richtlijn 2016/2341/EU;

  • bijdrage: iedere geldsom die wordt voldaan aan een pensioenuitvoerder in het kader van de uitvoering van beroepspensioenregelingen en uitvoeringsovereenkomsten;

  • bijzonder partnerpensioen: de aanspraak op partnerpensioen die op grond van artikel 68, eerste, tweede of derde lid, verkregen wordt door de gewezen partner;

  • buitenlandse instelling: een instelling met zetel buiten Nederland, niet zijnde een pensioeninstelling of verzekeraar in een andere lidstaat, een lidstaat van de Europese Unie of een instelling als bedoeld in artikel 81, tweede lid;

  • collectief toedelingsmechanisme: wijze waarop financiële mee- en tegenvallers collectief worden verwerkt in variabele uitkeringen van flexibele premieregelingen;

  • deelnemer: de beroepsgenoot die op grond van een beroepspensioenregeling pensioenaanspraken verwerft jegens de pensioenuitvoerder;

  • dekkingsgraad: de verhouding tussen het vermogen inzake de bij een beroepspensioenfonds ondergebrachte beroepspensioenregeling of beroepspensioenregelingen en de technische voorzieningen van een beroepspensioenfonds;

  • elektronisch: door middel van een elektronische informatiedrager die de ontvanger in staat stelt de verstrekte informatie duurzaam te bewaren;

  • flexibele premieregeling: premieregeling waarbij de premie individueel wordt belegd en waarbij het kapitaal voortvloeiend uit de premie vanaf de pensioendatum wordt aangewend voor financiering van een variabele uitkering of voor de aankoop van een vastgestelde uitkering;

  • gedetacheerd beroepsgenoot: een beroepsgenoot die in een andere lidstaat wordt gedetacheerd om daar te werken en die krachtens titel II van verordening (EEG) nr.1408/71 van de Raad van de Europese gemeenschappen van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de gemeenschap verplaatsten (Pb EG L 149), onderworpen blijft aan de wetgeving van de lidstaat van oorsprong;

  • gepensioneerde: pensioengerechtigde voor wie het ouderdomspensioen is ingegaan;

  • gewezen deelnemer: de beroepsgenoot of gewezen beroepsgenoot die geen pensioenaanspraken op grond van de beroepspensioenregeling meer verwerft jegens de pensioenuitvoerder en die bij beëindiging van de deelneming pensioenaanspraken heeft behouden jegens de pensioenuitvoerder;

  • lidstaat: een lidstaat van de Europese Unie alsmede een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

  • nabestaandenpensioen: partnerpensioen of wezenpensioen;

  • nettopensioen: ouderdomspensioen of nabestaandenpensioen in de vorm van een nettopensioen als bedoeld in afdeling 5.3B van de Wet inkomstenbelasting 2001;

  • ontvangende pensioenuitvoerder: de pensioenuitvoerder aan wie in het kader van waardeoverdracht waarde wordt overgedragen;

  • Onze Minister: Onze Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen;

  • ouderdomspensioen: een geldelijke uitkering, die vastgesteld of variabel is, voor de beroepsgenoot of de gewezen beroepsgenoot bij wijze van inkomensvoorziening bij ouderdom;

  • overdrachtswaarde: de ten behoeve van de waardeoverdracht vastgestelde waarde van de over te dragen pensioenaanspraken of pensioenrechten;

  • overdragende pensioenuitvoerder: de pensioenuitvoerder die in het kader van waardeoverdracht waarde overdraagt aan een andere pensioenuitvoerder;

  • overrendement: het saldo van het totaal behaalde rendement op de beleggingen, de ontwikkeling van de levensverwachting en het sterfteresultaat en het toebedeelde beschermingsrendement op basis van de toedelingsregels;

  • partner:

    1. echtgenoot;

    2. geregistreerd partner; of

    3. partner in de zin van de beroepspensioenregeling zijnde de meerderjarige persoon die met de beroepsgenoot of de gewezen beroepsgenoot een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad, een bloedverwant in de tweede graad in de rechte lijn, een meerderjarig stiefkind of meerderjarig voormalig pleegkind;

  • partnerpensioen: een geldelijke uitkering, die vastgesteld of variabel is, voor de partner of gewezen partner wegens het overlijden van de beroepsgenoot of gewezen beroepsgenoot;

  • partnerrelatie: huwelijk, geregistreerd partnerschap of partnerrelatie in de zin van de beroepspensioenregeling;

  • pensioen: ouderdomspensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen of nabestaandenpensioen;

  • pensioenaanspraak: het recht op een nog niet ingegaan pensioen, uitgezonderd overeengekomen voorwaardelijke toeslagverlening;

  • pensioenbewaarder: de pensioenbewaarder, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;

  • pensioeneenheid: eenheid van deelname in een beleggingsportefeuille, waarbij de waarde fluctueert met de koersontwikkeling van deze portefeuille en eventueel met de ontwikkeling van de levensverwachting;

  • pensioengerechtigde: persoon voor wie op grond van de beroepspensioenregeling het pensioen is ingegaan;

  • pensioeninstelling uit een andere lidstaat: een op basis van kapitaaldekking gefinancierde instelling, ongeacht de rechtsvorm, die zetel heeft in een andere lidstaat dan Nederland en die onafhankelijk van enige bijdragende onderneming of bedrijfstak is opgericht met als doel het verstrekken van arbeidsgerelateerde pensioenuitkeringen op basis van een als volgt gesloten overeenkomst:

    1. 1°.

      individueel of collectief tussen een of meerdere werkgevers en een of meerdere werknemers of hun respectievelijke vertegenwoordigers, of

    2. 2°.

      individueel of collectief met zelfstandigen,

    en die hiermee rechtstreeks verband houdende werkzaamheden verricht;

  • pensioenrecht: het recht op een ingegaan pensioen, uitgezonderd overeengekomen voorwaardelijke toeslagverlening;

  • pensioenreglement: de door de pensioenuitvoerder opgestelde regeling met betrekking tot de verhouding tussen pensioenuitvoerder en deelnemer, gewezen deelnemer, andere aanspraakgerechtigde of pensioengerechtigde;

  • pensioenuitvoerder: een beroepspensioenfonds, of een premiepensioeninstelling of verzekeraar die zetel heeft in Nederland;

  • pensioenverplichtingen: verplichtingen van de pensioenuitvoerder uit hoofde van pensioenaanspraken en pensioenrechten;

  • premie: de in geld uitgedrukte periodiek vastgestelde structurele prestatie die verschuldigd is aan de pensioenuitvoerder en die bestemd is voor pensioen en de daaraan verbonden kosten;

  • premie-uitkeringsregeling: premieregeling uitgevoerd door een verzekeraar of door een premiepensioeninstelling waarbij de premie individueel wordt belegd, waarbij de premie of het kapitaal voortvloeiend uit de premie in de laatste 15 jaar voor de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, kan worden aangewend voor aankoop van een vastgestelde uitkering vanaf de pensioendatum en waarbij het resterend kapitaal vanaf de pensioendatum wordt aangewend voor financiering van een variabele uitkering of voor de aankoop van een vastgestelde uitkering;

  • premiepensioeninstelling: een premiepensioeninstelling die op grond van de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van premiepensioeninstelling mag uitoefenen;

  • premieregeling: een beroepspensioenregeling inzake een vastgestelde premie die uiterlijk op de pensioendatum wordt omgezet in een vastgestelde of variabele pensioenuitkering;

  • projectierendement: het ingerekende toekomstig rendement voor de vaststelling van variabele uitkeringen;

  • richtlijn 2016/2341/EU: richtlijn 2016/2341/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV’s) (PbEU L 2016, 354);

  • risicodelingsreserve: een collectieve vermogensreserve waarmee in een flexibele premieregeling financiële mee- of tegenvallers kunnen worden gedeeld;

  • risicohouding: de vastgestelde mate waarin een groep deelnemers, gewezen deelnemers of pensioengerechtigden bereid is beleggingsrisico’s te lopen met oog op hun doelstellingen en de mate waarin deze groep beleggingsrisico’s kan dragen gegeven de kenmerken van deze groep;

  • risicovrije rente: de door De Nederlandsche Bank N.V. gepubliceerde actuele rentetermijnstructuur;

  • scheiding: echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van een geregistreerd partnerschap anders dan door dood, vermissing of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of beëindiging van een partnerrelatie in de zin van de beroepspensioenregeling;

  • schriftelijk: in schrifttekens op papier;

  • solidaire premieregeling: premieregeling waarbij de premie collectief wordt belegd, de resultaten in ieder geval naar leeftijdscohorten worden toebedeeld en waarbij het voor pensioenuitkering bestemd vermogen gedurende de uitkeringsfase wordt aangewend voor financiering van een variabele uitkering;

  • solidariteitsreserve: een collectieve vermogensreserve waarmee in een solidaire premieregeling financiële mee- of tegenvallers kunnen worden gedeeld;

  • toedelingskring: groep personen waarop een collectief toedelingsmechanisme wordt toegepast;

  • toedelingsregels: de wijze waarop bij de solidaire premieregeling financiële mee- of tegenvallers als gevolg van het collectief gevoerde beleggingsbeleid, de ontwikkeling van de levensverwachting en het sterfteresultaat via beschermingsrendementen en overrendementen in de voor pensioenuitkering bestemde vermogens of in de solidariteitsreserve worden verwerkt;

  • toeslag: een verhoging van:

    1. een pensioenrecht in de vorm van een vastgestelde uitkering; of

    2. een pensioenaanspraak in de vorm van een aanspraak op een vastgestelde uitkering, mits die verhoging geen verband houdt met een verhoging van de pensioengrondslag, de toename van het in aanmerking te nemen aantal jaren of een wijziging van de beroepspensioenregeling;

  • toezichthouder: de Stichting Autoriteit Financiële Markten of De Nederlandsche Bank N.V., ieder voor zover belast met de uitoefening van het toezicht bij of krachtens artikel 146;

  • uitvoeringsovereenkomst: de overeenkomst tussen de beroepspensioenvereniging en de pensioenuitvoerder over de uitvoering van de beroepspensioenregeling;

  • verplichtstelling: de verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling op grond van artikel 5, eerste lid;

  • verzekeraar: een verzekeraar die op grond van de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van levensverzekeraar of schadeverzekeraar mag uitoefenen;

  • voorwaarden in verband met de partnerrelatie: huwelijkse voorwaarden, voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of voorwaarden in verband met een partnerrelatie in de zin van de beroepspensioenregeling;

  • vrijwillige pensioenregeling: het deel van de beroepspensioenregeling waaraan de beroepsgenoot op basis van de beroepspensioenregeling de mogelijkheid heeft om deel te nemen;

  • waardeoverdracht: iedere handeling waarbij de waarde van opgebouwde pensioenaanspraken of pensioenrechten wordt aangewend ten behoeve van:

    1. 1°.

      andere pensioenaanspraken of pensioenrechten bij dezelfde of een andere pensioenuitvoerder; of

    2. 2°.

      dezelfde pensioenaanspraken of pensioenrechten bij een andere pensioenuitvoerder;

  • wezenpensioen: een geldelijke uitkering, die vastgesteld of variabel is, voor een kind tot wie de overleden beroepsgenoot of gewezen beroepsgenoot als ouder in familierechtelijke betrekking stond of voor diens stief- of pleegkind, wegens het overlijden van de beroepsgenoot of gewezen beroepsgenoot;

  • zetel: de plaats waar een rechtspersoon volgens zijn statuten of reglementen is gevestigd of, indien het een pensioenfonds, beroepspensioenfonds of pensioeninstelling uit een andere lidstaat betreft, de plaats waar deze volgens zijn statuten of reglementen is gevestigd en zijn hoofdbestuur heeft of, indien het een pensioeninstelling uit een andere lidstaat betreft die geen rechtspersoon is of een natuurlijke persoon betreft, de plaats waar die pensioeninstelling of persoon zijn hoofdbestuur heeft.

2.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt mede verstaan onder beroepspensioenvereniging: een daarmee door Onze Minister gelijkgestelde instelling.

Artikel 2. Nadere bepaling definities

1.

Een uitkering voor een gemoedsbezwaarde als bedoeld in artikel 64, eerste lid, onderdeel a, van de Wet financiering sociale verzekeringen is geen pensioen in de zin van deze wet.

2.

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld op grond waarvan aanvullingen op een loonaanvullingsuitkering of een vervolguitkering als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen die geen arbeidsongeschiktheidspensioen zijn als bedoeld in artikel 1 worden aangemerkt als arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in dat artikel.

3.

De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

4.

Waar in deze wet sprake is van de Nederlandse sociale en arbeidswetgeving betreft dit in ieder geval de artikelen 1, 2, 2a, 19 tot en met 23, 28 tot en met 39, 44, 45, 48 tot en met 64, 66 tot en met 103 en 105.

5.

Een nettolijfrente als bedoeld in artikel 5.16, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 is geen pensioen in de zin van deze wet.

6.

Voor de toepassing van de artikelen 75c, 132, derde lid, onderdeel a, 143a, 144 en 145, onderdeel b, wordt, voor zover het gaat om verzekeren bij een verzekeraar, onder verzekeraar mede verstaan een herverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

Artikel 2a. Nadere bepalingen gezamenlijke huishouding

Artikel 3. Relatie met verzekeringsovereenkomsten

Artikel 4. Relatie met Wet op het financieel toezicht

Artikel 4a. Regeling voor uitvoering door algemeen pensioenfonds

Hoofdstuk 2. De verplichtstelling

Artikel 5. Het opleggen van een verplichtstelling

Artikel 6. Aanvraag van een verplichtstelling

Artikel 7. Gevolgen van een verplichtstelling

Artikel 8. Uitvoering van de beroepspensioenregeling

Artikel 9. Wijziging van de verplichtstelling

Artikel 10. Wijziging van de beroepspensioenregeling

Artikel 11. Periodieke representativiteitstoets

Artikel 12. Intrekking naar aanleiding van de periodieke representativiteitstoets

Artikel 13. Intrekking op aanvraag

Artikel 14. Ambtshalve intrekking van de verplichtstelling

Artikel 15. Waarborgen bij intrekking van de verplichtstelling

Artikel 16. Publicatie in de Staatscourant

Artikel 17. Detachering

Artikel 18. Ontheffing

Artikel 19. Gemoedsbezwaren

Artikel 19a. Kaderwet zelfstandige bestuursorganen

Hoofdstuk 3. Eisen met betrekking tot de inhoud en uitvoering van de beroepspensioenregeling

§ 1. Algemene eisen aan de beroepspensioenregeling

Artikel 20. Reikwijdte van een beroepspensioenregeling

Artikel 21. Opstellen en inhoud pensioenreglement

Artikel 22. Gelijke behandeling deeltijder en jonge beroepsgenoot

Artikel 23. Gelijke premie

Artikel 24. Voeren van boekhouding

Artikel 25. Vergunning en kennisgeving grensoverschrijdende activiteiten

Artikel 26. Vereisten kennisgeving

Artikel 27. Naleving toepasselijke sociale en arbeidswetgeving andere lidstaat

§ 1.2. De beroepspensioenregeling

Artikel 28. Karakter beroepspensioenregeling

Artikel 28a. Solidaire premieregeling

Artikel 28b. Flexibele premieregeling

Artikel 28c. Premie-uitkeringsregeling

Artikel 28d. Solidariteitsreserve

Artikel 28e. Risicodelingsreserve

Artikel 29. Uitkering, kapitaal, voor pensioenuitkering bestemd vermogen of premie

Artikel 30 [Vervallen per 01-07-2023]

Artikel 31. Nadere eisen ouderdomspensioen

Artikel 32. Nadere eisen nabestaandenpensioen

Artikel 33 [Vervallen per 01-07-2023]

Artikel 33a. Evenredig doorberekenen van kosten

Artikel 34. Behoud aanspraken bij verlaging pensioengevend inkomen

§ 1.3. De uitvoeringsovereenkomst

Artikel 35. Eisen inzake inhoud uitvoeringsovereenkomst

Artikel 36. Eisen inzake premiebetaling

Artikel 37. Premiebetaling bij beëindiging deelneming

Artikel 38. Melding door beroepspensioenfonds inzake premieachterstand

Artikel 39. Melding door verzekeraar bij premieachterstand en gevolgen van premieachterstand

Artikel 40. Toepasselijk recht

§ 2.1. Taken pensioenuitvoerder

Artikel 41. Algemene taak

Artikel 42. Waarborging goed bestuur

Artikel 43. Uitbesteding

Artikel 44. Registreren deelnemingsjaren

Artikel 45. Melding arbeidsongeschiktheid

§ 2.2. Informatie en gegevensverstrekking

Artikel 46. Beperking van gegevensverstrekking

Artikel 47. Beperking van informatie aan deelnemers

Artikel 48. Informatie over de beroepspensioenregeling

Artikel 49. Verstrekken informatie aan deelnemers jaarlijks

Artikel 50. Verstrekken informatie aan deelnemers bij beëindiging deelneming

Artikel 51. Verstrekken informatie aan gewezen deelnemers jaarlijks

Artikel 52. Verstrekken informatie aan gewezen partner bij scheiding

Artikel 53. Verstrekken informatie aan gewezen partner periodiek

Artikel 54. Verstrekken informatie voorafgaand aan of bij de pensioeningang

Artikel 55. Verstrekken informatie aan pensioengerechtigden jaarlijks

Artikel 55a. Verstrekken informatie over variabele uitkering

Artikel 56. Verstrekken informatie aan deelnemers inzake vrijwillige pensioenregeling

Artikel 56a. Informatie over uitvoeringskosten

Artikel 57. Informatie op verzoek

Artikel 57a. Beschikbare informatie

Artikel 58. Verstrekken informatie bij vertrek naar een andere lidstaat

Artikel 58a. Zorgplicht voorafgaand aan waardeoverdracht pensioendatum

Artikel 58b. Informatieverstrekking voorafgaand aan waardeoverdracht pensioendatum

Artikel 58c. Advies voorafgaand aan waardeoverdracht pensioendatum

Artikel 59. Eisen aan informatieverstrekking

Artikel 59a. Keuzebegeleiding

Artikel 59b. Klachten- en geschillenprocedure

Artikel 59c. Geschilleninstantie

Artikel 60. Wijze van informatieverstrekking

Artikel 61. Verstrekken informatie door pensioenuitvoerder

Artikel 62. Pensioenregister

Artikel 62a. Gebruikersorgaan pensioenregister

§ 3. Opbouw, financiering en aanspraken

Artikel 63. Zorgplicht bij flexibele premieregelingen en premie-uitkeringsregelingen met beleggingsvrijheid

Artikel 63a. Zorgplicht bij premieregelingen zonder beleggingsvrijheid en variabele uitkeringen

Artikel 63b. Risicohouding

Artikel 64. Verstrekken uitkeringen (in andere lidstaten)

Artikel 65. Uitvoeren vrijwillige voortzetting

Artikel 66. Behoud aanspraak op pensioen bij beëindiging deelneming

Artikel 67. Behoud aanspraak op partnerpensioen bij verlof

Artikel 68. Behoud aanspraak in geval van scheiding

Artikel 69. Gelijke behandeling bij toeslagen

Artikel 70. Geen verjaring ten gunste van pensioenuitvoerder

Artikel 71. Gedeeltelijke toepasselijkheid bij pensioenverevening

§ 4. Uitruil, afkoop, waardeoverdracht

Artikel 72. Keuzerecht hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen

Artikel 73. Keuzerecht uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen op opbouwbasis

Artikel 73a. Keuzerecht uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen op risicobasis

Artikel 74. Keuzemogelijkheden andere vormen van uitruil

Artikel 75. Variatie hoogte pensioenuitkering

Artikel 75a. Variabele uitkering

Artikel 75b. Keuzerecht variabele of vaste uitkering

Artikel 75c. Uitvoering variabele uitkering

Artikel 76. Verbod van vervreemding en mogelijkheid van volmacht

Artikel 77. Afkoop

Artikel 78. Afkoop klein ouderdomspensioen

Artikel 79. Afkoop klein partnerpensioen of wezenpensioen bij ingang

Artikel 80. Afkoop klein bijzonder partnerpensioen bij scheiding

Artikel 80a. Afkoop van fiscaal bovenmatig pensioen

Artikel 81. Begrip en reikwijdte waardeoverdracht

Artikel 81a. Recht op waardeoverdracht klein ouderdomspensioen

Artikel 82. Plicht tot waardeoverdracht op verzoek gewezen deelnemer bij wisseling van beroepspensioenregeling of indiensttreding bij een werkgever

Artikel 82a. Uitzondering op de plicht tot waardeoverdracht in verband met afkoop

Artikel 83. Uitzondering op de plicht tot waardeoverdracht in verband met financiële positie pensioenuitvoerder

Artikel 83a. Uitzondering op de plicht tot waardeoverdracht in verband met bijbetaling

Artikel 84. Uitzondering op plicht tot waardeoverdracht in verband met datum

Artikel 85. Herleving van de plicht tot waardeoverdracht bij wisseling van beroepspensioenregeling of indiensttreding bij een werkgever

Artikel 86. Bevoegdheid tot waardeoverdracht op verzoek gewezen deelnemer bij wisseling beroepspensioenregeling of indiensttreding bij een werkgever

Artikel 87. Plicht tot waardeaanwending bij keuzerecht of keuzemogelijkheid

Artikel 88. Waardeoverdracht door beroepspensioenfondsen bij bereiken pensioendatum op grond van de beroepspensioenregeling

Artikel 89. Verplichting tot waardeoverdracht voor verzekeraars bij bereiken pensioendatum

Artikel 89a. Verplichting tot waardeoverdracht voor premiepensioeninstellingen op datum van omzetting in pensioenuitkering dan wel bereiken pensioendatum

Artikel 89b. Verplichting tot waardeoverdracht voorafgaand aan de pensioendatum voor premiepensioeninstellingen bij premie-uitkeringsregeling

Artikel 90. Overdracht pensioenkapitaal op pensioendatum

Artikel 91. Bevoegdheid tot collectieve waardeoverdracht op verzoek beroepspensioenvereniging

Artikel 92. Verplichting tot collectieve waardeoverdracht bij liquidatie van de pensioenuitvoerder

Artikel 93. Plicht tot waardeoverdracht aan een pensioeninstelling uit een andere lidstaat of verzekeraar met zetel buiten Nederland op verzoek gewezen deelnemer

Artikel 94. Plicht tot waardeoverdracht aan een andere lidstaat van de Europese Unie of aangewezen instelling

Artikel 95. Bevoegdheid tot waardeoverdracht aan een andere instelling

Artikel 96. Bevoegdheid tot waardeoverdracht aan een pensioeninstelling uit een andere lidstaat of verzekeraar met zetel buiten Nederland op verzoek gewezen deelnemer bij wisseling beroepspensioenregeling of indiensttreding bij een werkgever

Artikel 97. Bevoegdheid tot waardeoverdracht aan een pensioeninstelling uit een andere lidstaat of verzekeraar met zetel buiten Nederland bij bereiken pensioendatum op grond van de beroepspensioenregeling

Artikel 98. Collectieve waardeoverdracht naar pensioeninstelling uit een andere lidstaat of verzekeraar met zetel buiten Nederland

Artikel 98a. Collectieve waardeoverdracht van een beroepspensioenfonds of premiepensioeninstelling naar een pensioeninstelling uit een andere lidstaat

Artikel 99. Verplichting tot medewerking aan inbreng van waarde

Artikel 100. Bevoegdheid tot medewerking aan inbreng van waarde

Artikel 100a. Medewerking aan collectieve waardeoverdracht van een pensioeninstelling uit een andere lidstaat naar een beroepspensioenfonds of een premiepensioeninstelling

§ 5. Overige bepalingen

Artikel 101. Informatie uit de basisregistratie personen

Artikel 102. Burgerservicenummer

Artikel 103. Voorwaardelijke toeslagverlening

Artikel 104. Informatie in bestuursverslag over dwangsommen en bestuurlijke boeten

Artikel 105. Overlijden ten gevolge van een uitgesloten oorzaak

Artikel 105a. Uitvoering buitenlandse pensioenregeling

Hoofdstuk 4. Beroepspensioenfonds

Artikel 106. Beroepspensioenfonds

Artikel 107. Melding oprichting van een beroepspensioenfonds

Artikel 107a. Fusie of splitsing beroepspensioenfonds

Artikel 108. Toezending wijziging officiële stukken

Artikel 109. Bestuur beroepspensioenfonds

Artikel 109a. Doelstellingen en uitgangspunten

Artikel 110. Intern toezicht

Artikel 110a. Samenstelling en taken raad van toezicht en visitatiecommissie

Artikel 110b. Eisen ten aanzien van beleid

Artikel 110c. Geschiktheid en betrouwbaarheid

Artikel 110ca. Tijdsbeslag

Artikel 110d. Verantwoordingsorgaan

Artikel 110e. Taken verantwoordingsorgaan

Artikel 110f. Informatie aan het verantwoordingsorgaan

Artikel 110g. Voorzieningen verantwoordingsorgaan

Artikel 110h. Diversiteit

Artikel 111. Verbod leeftijdsgrens

Artikel 112. Goedkeuringsrecht

Artikel 113. Statuten

Artikel 113a. Omzetting beroepspensioenfonds

Artikel 114. Verbod van nevenactiviteiten

Artikel 115. Uitvoering vrijwillige pensioenregeling

Artikel 115a. Uitvoering nettopensioen door beroepspensioenfonds

Artikel 116 [Vervallen per 01-07-2023]

Artikel 117 [Vervallen per 01-07-2023]

Artikel 118. Eisen vrijwillige premieregeling

Artikel 119. Uitvoeren van meerdere beroepspensioenregelingen

Artikel 120. Inkoop van pensioenopbouw

Artikel 120a. Aanstelling van een pensioenbewaarder

Hoofdstuk 5. Financieel toetsingskader inzake beroepspensioenfondsen

Artikel 121. Vaststelling technische voorzieningen

Artikel 122. Financiering ouderdomspensioen

Artikel 123 [Vervallen per 01-07-2023]

Artikel 124. Terugstorting

Artikel 125 [Vervallen per 01-07-2023]

Artikel 125a [Vervallen per 01-07-2023]

Artikel 126. Minimaal vereist eigen vermogen

Artikel 127. Vereist eigen vermogen

Artikel 128. Dekking door waarden

Artikel 128a. Dekkingsgraad

Artikel 128b. Melding reële dekkingsgraad aan toezichthouder

Artikel 129. Korting pensioenaanspraken en pensioenrechten door beroepspensioenfonds

Artikel 130. Eisen ten aanzien van beleggingen

Artikel 131. Leningen

Artikel 132. Voorwaardelijke toeslagverlening

Artikel 133. Herstelplan

Artikel 134. Actualisatie herstelplan

Artikel 135. Maatregel minimaal vereist eigen vermogen

Artikel 136. Mogelijkheid tot ontheffing

Artikel 137. Vrijstelling bij uitzonderlijke situatie

Artikel 138. Beheerste en integere bedrijfsvoering

Artikel 138a. Sleutelfuncties

Artikel 138b. Stresstest

Artikel 139. Parameters

Artikel 140. Actuariële en bedrijfstechnische nota

Artikel 141. Jaarrekening en bestuursverslag

Artikel 142. Staten

Artikel 143. Onafhankelijkheid actuaris

Artikel 143a. Verbod kapitaalcontracten

Artikel 144. Verplichting tot overdracht, verzekering of onderbrenging

Artikel 145. Overdracht, verzekering of onderbrenging bij eindigen beroepspensioenregeling

Hoofdstuk 5a. Specifieke voorschriften tijdens transitieperiode

§ 5a.1. Toepassingsgebied en vaststelling scenario’s

Artikel 145a. Toepassingsgebied en vaststelling scenario’s

§ 5a.2. Mijlpalen

Artikel 145b. Mijlpalen in transitieperiode

§ 5a.3. Beroepspensioenregeling en transitieplan

Artikel 145c. Transitieplan

Artikel 145d. Berekenen transitie-effecten

Artikel 145e. Afspraken compensatie beroepspensioenregeling

Artikel 145f. Hoorrecht vereniging van gewezen deelnemers of pensioengerechtigden bij uitvoering door beroepspensioenfonds

Artikel 145g. Transitiecommissie

§ 5a.4. Taken en bevoegdheden pensioenuitvoerder en uitvoeringsovereenkomst

Artikel 145h. Implementatieplan

Artikel 145i. Communicatieplan

Artikel 145j. Afspraken compensatie uitvoeringsovereenkomst

§ 5a.5. Bevoegdheid beroepspensioenfonds collectieve waardeoverdracht en aanwenden vermogen

Artikel 145k. Standaard invaarpad

Artikel 145l. Interne collectieve waardeoverdracht beroepspensioenfondsen bij transitie

Artikel 145m. Omrekenmethoden en aanwenden vermogen beroepspensioenfonds

Artikel 145n. Grenzen aanwenden vermogen bij collectieve waardeoverdracht

Artikel 145na. Ontheffing van regels invaren

§ 5a.6. Financieel toetsingskader beroepspensioenfondsen tijdens transitie

Artikel 145o. Financieel overbruggingsplan tijdens transitie

Artikel 145p. Verdere uitwerking overbruggingsplannen

§ 5a.7. Aanvullende maatregelen transitieperiode pensioenfondsen

Artikel 145q. Opschorting individuele waardeoverdracht

Hoofdstuk 6. Toezicht, handhaving en overige taken toezichthouder

§ 1. De toezichthouder

Artikel 146. Toezichthouders

Artikel 147. Geen beoordeling individuele gevallen

Artikel 148. Algemene beginselen van het toezicht

§ 2. [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 149 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 150 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 151 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 152 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 153 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 154 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 155 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 156 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 157 [Vervallen per 01-01-2013]

§ 3. Bevoegdheden Onze Minister

Artikel 158. Uitvoeringstoezicht

Artikel 159. Verstrekking informatie ten behoeve van toezicht door Onze Minister

Artikel 160. Aanwijzing door Onze Minister

Artikel 161. Taakverwaarlozing

Artikel 161a. Beleidsregels door Onze Minister

§ 4. Handhaving

§ 4.1. Algemeen – in Nederland zetel hebbende pensioenuitvoerders

Artikel 162. Kosteloze informatieverstrekking
Artikel 163. Inlichtingenbevoegdheid toezichthouder
Artikel 164. Bewaarplicht gegevens ten behoeve van toezichthouder
Artikel 165. Informatie- en meldingsverplichting accountant en actuaris
Artikel 166. Aanwijzing
Artikel 167. Benoeming curator
Artikel 168. Bewindvoerder over een beroepspensioenfonds
Artikel 169. Onbevoegd verklaring accountant of actuaris
Artikel 170. Last onder dwangsom
Artikel 171. Bestuurlijke boete
Artikel 172 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 173 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 174. Hoogte bestuurlijke boete
Artikel 175 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 176 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 177 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 178 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 179. Schorsende werking bij bestuurlijke boete
Artikel 180. Openbaarmaking bestuurlijke sancties
Artikel 181 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 182 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 183. Mogelijkheid van openbaarmaking
Artikel 184. Besluit tot openbaarmaking
Artikel 185. Moment van openbaarmaking
Artikel 185a. Beëindigen openbaar beschikbaar houden
Artikel 186. Verplichting tot openbaarmaking

§ 4.2. Vergunningverlening en toezicht grensoverschrijdende activiteiten van in Nederland zetel hebbende beroepspensioenfondsen

Artikel 187. Vergunningverlening
Artikel 188. Nadere voorschriften en intrekking vergunning
Artikel 189. Toetsing en mededeling van kennisgeving
Artikel 190. Uitvoering grensoverschrijdende activiteit
Artikel 191. Verbod uitvoering grensoverschrijdende activiteit
Artikel 192. Maatregelen tegen inbreuk sociale en arbeidswetgeving

§ 4.3. Toezicht grensoverschrijdende activiteiten pensioeninstellingen uit andere lidstaat

Artikel 193. Voorwaarden uitvoering Nederlandse beroepspensioenregeling
Artikel 193a. Toepasselijke sociale en arbeidswetgeving
Artikel 194. Informatie over toepasselijke sociale en arbeidswetgeving
Artikel 195. Niet-naleving toepasselijke regelgeving
Artikel 196. Handhavingsbevoegdheden

§ 5. Overige taken en bevoegdheden

Artikel 197. Verstrekken, verzamelen en bewerken van beleidsmatige informatie

Artikel 198. Geheimhoudingsplicht

Artikel 199. Verstrekking gegevens of inlichtingen aan andere toezichthouders

Artikel 199a. Informatieverstrekking aan Europese toezichthouders

Artikel 199b. Informatieverstrekking aan de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

Artikel 199c. Informatieverstrekking aan tijdelijke enquêtecommissie van het Europees Parlement

Artikel 200. Verstrekking aan anderen met taak op grond van deze wet

Artikel 201. Informatieverstrekking ten behoeve van strafvorderlijk onderzoek

Artikel 202. Verstrekking aan anderen

Artikel 202a. Verstrekking aan Algemene Rekenkamer

Artikel 202b. Verstrekking ten behoeve van parlementaire enquête

Artikel 203. Periodiek overleg met belanghebbenden

Artikel 204. Beheren register beroepspensioenfondsen

Artikel 205. Samenwerking met toezichthouders andere lidstaten en Europese Commissie

Artikel 206. Ontheffing

Artikel 207. Nadere voorschriften inzake ontheffing

§ 6. Overige bepalingen

Artikel 208. Informatievoorziening Staten-Generaal

Artikel 209. Strafrechtelijke sanctionering

Hoofdstuk 7. Rechtsvordering

Artikel 210. Dwangbevel

Artikel 211. Bevoegde rechter

Artikel 211a. Beroep verantwoordingsorgaan bij ondernemingskamer

Artikel 212. Enquêterecht

Hoofdstuk 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 213. Evaluatiebepaling

Artikel 214. Overgangsrecht

Artikel 214a. Overgangsrecht Wet waardeoverdracht klein pensioen

Artikel 214b [Vervallen per 01-01-2020]

Artikel 214c. Overgangsrecht gelijke behandeling m/v

Artikel 214ca. Overgangsrecht toetredingsleeftijd

Artikel 214d. Overgangsrecht progressieve premie

Artikel 214e. Overgangsrecht nabestaandenpensioen

Artikel 214f. Overgangsrecht premievrije voorzetting bij gesloten beroepspensioenfonds

Artikel 214fa. Overgangsrecht premievrije voorzetting verzekeraar

Artikel 214fb. Overgangsrecht vrijwillige voortzetting

Artikel 214g. Overgangsrecht Wet toekomst pensioenen

Artikel 215. Citeertitel

Bijlage als bedoeld in artikel 90 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling