In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
arbeidsmiddelen: alle op de arbeidsplaats gebruikte machines en verwante producten, installaties, apparaten, gereedschappen, digitale systemen en andere hulpmiddelen om de arbeid te verrichten;
arbeidsongeval: een aan een werknemer in verband met het verrichten van arbeid overkomen ongewilde, plotselinge gebeurtenis, die schade aan de gezondheid tot vrijwel onmiddellijk gevolg heeft gehad en heeft geleid tot ziekteverzuim, of de dood tot vrijwel onmiddellijk gevolg heeft gehad;
arbeidsplaats: iedere plaats die in verband met het verrichten van arbeid wordt of pleegt te worden gebruikt;
arbodienst: een dienst als bedoeld in artikel 14a, tweede en derde lid;
ondernemingsraad: de ondernemingsraad, bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden;
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
personeelsvertegenwoordiging: de personeelsvertegenwoordiging, bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden;
psychosociale arbeidsbelasting: de blootstelling aan factoren in de arbeidssituatie die stress teweeg brengen, waaronder in ieder geval:
agressie of geweld;
direct of indirect onderscheid;
pesten;
seksuele intimidatie;
werkdruk;
stress: een toestand die als negatief ervaren lichamelijke, psychische of sociale gevolgen heeft;
toezichthouder: de toezichthouder, bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht, en als zodanig aangewezen op grond van artikel 24;
vrijwilliger: de persoon, die niet bij wijze van beroep arbeid verricht voor een privaatrechtelijk of publiekrechtelijk lichaam dat niet is onderworpen aan de vennootschapsbelasting dan wel voor een sportorganisatie en die geen werknemer is in de zin van artikel 2 van de Wet op de loonbelasting 1964, met uitzondering van de persoon die arbeid verricht:
ter voorbereiding op beroepsmatige arbeid;
in het kader van een taakstraf dan wel in het kader van het voldoen aan voorwaarden ter voorkoming van strafvervolging als bedoeld in artikel 74, tweede lid, onderdeel f, of artikel 77f, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafrecht dan wel in het kader van deelneming aan een project als bedoeld in artikel 77e van het Wetboek van Strafrecht; of
als bedoeld in artikel 16, zesde lid, onderdeel c;
werkgever:
degene jegens wie een ander krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling gehouden is tot het verrichten van arbeid, behalve indien die ander aan een derde ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van arbeid, welke die derde gewoonlijk doet verrichten; of
degene aan wie een ander ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van arbeid als bedoeld onder a;
werknemer: de ander, genoemd in de begripsomschrijving van werkgever;
zelfstandige: degene die zonder werkgever of werknemer te zijn arbeid verricht.