Dit besluit is niet van toepassing op Onze Minister.
Burgerlijk ambtenarenreglement defensie
Burgerlijk ambtenarenreglement defensie
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 1 februari 1993, nr. PAV 2210/93002671;
Gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet 1929;
De Raad van State gehoord (advies van 29 maart 1993, nr. W07.93.0061);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Defensie van 16 juni 1993, nr. PAV2210/93008950;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Ambtenaar in de zin van dit besluit
Artikel 2. Niet toepasselijkheid van dit besluit
De hoofdstukken 4 en 5 zijn niet van toepassing op ambtenaren met gedeeltelijke dag-, week- of jaartaken, die niet regelmatig dienst doen. Ten aanzien van de in die hoofdstukken geregelde onderwerpen worden voor hen voor elk betrokken dienstvak de nodige bepalingen vastgesteld.
Op de ambtenaar die is aangesteld voor het verrichten van enkele diensten niet vallende binnen de taak van het betrokken dienstvak, waarbij per dienst een afzonderlijke beloning wordt vastgesteld, zijn niet van toepassing:
de hoofdstukken 4 en 5;
de artikelen 63, 66, 67 en 69.
De hoofdstukken 4, 5 en 6, alsmede de artikelen 70b, 70d tot en met 70f, 76, 85, 87a, 88, 93, 100, eerste lid, onderdelen b tot en met d en f tot en met k, tweede lid 109 tot en met 111, 114, 121, eerste lid, onderdelen f en h en derde lid, 127 en 127a, zijn niet van toepassing op de ambtenaar die is aangesteld om bij de krijgsmacht als geestelijk verzorger werkzaam te zijn.