Home

Gratiewet

Geldig vanaf 1 april 2021
Geldig vanaf 1 april 2021

Gratiewet

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-04-2021]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 122, eerste lid, van de herziene Grondwet een wettelijke regeling dient te voorzien in de aanwijzing van gerechten welke over verzoekschriften om gratie advies uitbrengen en in voorschriften omtrent de behandeling van en beschikking op zulke verzoekschriften, en dat het in dat verband wenselijk is de bepalingen van het Wetboek van Strafvordering die betrekking hebben op de indiening van verzoekschriften om gratie te wijzigen opdat het mogelijk zij ook gratie te verzoeken en te verkrijgen van bepaalde door de Nederlandse strafrechter opgelegde strafrechtelijke maatregelen, en voorts enkele andere wetten daaraan aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

1.

In deze wet wordt verstaan onder:

Onze Minister: Onze Minister van Justitie;

openbaar ministerie: het openbaar ministerie dat de voor tenuitvoerlegging vatbare rechterlijke beslissing, waarop het verzoek om gratie betrekking heeft, heeft verstrekt aan Onze Minister;

verzoekschrift: een schriftelijk verzoek om gratie van een veroordeelde of een derde, ingediend op het formulier, bedoeld in artikel 3, eerste lid;

veroordeelde: degene op wie het verzoekschrift betrekking heeft.

2.

In deze wet wordt mede verstaan onder: openbaar ministerie: het openbaar ministerie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba; in Nederland: in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba; een Nederlandse strafrechter: een strafrechter in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

3.

Indien het verzoek om gratie betrekking heeft op een rechterlijke beslissing waarvan de tenuitvoerlegging aan een vreemde staat is overgedragen, wordt onder het openbaar ministerie verstaan het openbaar ministerie bij het gerecht dat die beslissing heeft gegeven en indien het betrekking heeft op een buitenlandse rechterlijke beslissing waarvan de tenuitvoerlegging met toepassing van artikel 43 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen of artikel 593 van het Wetboek van Strafvordering BES in Nederland is gelast, het openbaar ministerie dat de voor tenuitvoerlegging vatbare rechterlijke beslissing heeft verstrekt aan Onze Minister.

Artikel 2

Gratie kan worden verleend

  1. op grond van enige omstandigheid, waarmede de rechter op het tijdstip van zijn beslissing geen of onvoldoende rekening heeft gehouden of kunnen houden en die, ware zij op dat tijdstip wel of voldoende bekend geweest, hem aanleiding zou hebben gegeven tot het opleggen van een andere straf of maatregel, of tot het afzien daarvan; dan wel

  2. indien aannemelijk is geworden dat met de tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing of de voortzetting daarvan geen met de strafrechtstoepassing na te streven doel in redelijkheid wordt gediend.

Artikel 3

1.

Het verzoekschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:

  1. de naam en het adres van de indiener;

  2. de dagtekening;

  3. de aanduiding van het vonnis of arrest, waarvan gratie wordt verzocht;

  4. de redenen om welke gratie wordt verzocht.

Het verzoekschrift wordt ingediend op een bij ministeriële regeling vast te stellen formulier.

2.

Indien het verzoek op grond van artikel 6:7:5 van het Wetboek van Strafvordering of artikel 614 van het Wetboek van Strafvordering BES door een derde wordt ingediend, geeft degene op wie het verzoek betrekking heeft, op het in het eerste lid bedoelde formulier tevens aan of hij met het verzoek instemt.

3.

Indien het formulier niet volledig is ingevuld, wordt de verzoeker in de gelegenheid gesteld de ontbrekende gegevens aan te vullen binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag nadat het verzoek om aanvulling van die gegevens door Onze Minister is verzonden.

4.

Indien de termijn voor aanvulling verstrijkt zonder dat de gevraagde gegevens worden ontvangen, en de ontbrekende gegevens essentieel zijn voor de beoordeling van het verzoek of de voorbereiding van de beslissing daarop, kan Onze Minister besluiten het verzoekschrift buiten behandeling te laten.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12 [Vervallen per 01-06-2003]

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 26a

Artikel 27