In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
«militair»: degene die behoort tot de krijgsmacht, ook gedurende de tijd, dat deze niet in werkelijke dienst is;
«vervangende dienst»: de dienst die verplicht wordt vervuld ter vervanging van de militaire dienst;
«erkende gewetensbezwaarde» degene van wie bezwaren tegen de persoonlijke vervulling van de militaire dienst als ernstige gewetensbezwaren zijn erkend;
«groot verlof»: de tijd gedurende welke de erkende gewetensbezwaarde geen vervangende dienst vervult of behoeft te vervullen;
«tewerkgestelde»: degene die voor vervangende dienst is opgeroepen van het ogenblik af dat deze op de plaats van de eerste bestemming is aangekomen tot het tijdstip, waarop deze met groot verlof wordt gezonden;
«dienstplichtige»: degene die ingevolge de Kaderwet dienstplicht geschikt is verklaard voor het vervullen van werkelijke dienst.