Home

Kaderwet dienstplicht

Geldig vanaf 1 januari 2020
Geldig vanaf 1 januari 2020

Kaderwet dienstplicht

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2020]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is ingevolge artikel 98, derde lid, eerste volzin, en het additionele artikel XXX van de Grondwet regels te stellen met betrekking tot de bevoegdheid tot opschorting van de oproeping van dienstplichtigen in werkelijke dienst en de oproeping van dienstplichtigen in buitengewone omstandigheden; dat het voorts gewenst is de afzonderlijke regelingen op het gebied van de dienstplicht samen te voegen tot een Kaderwet dienstplicht;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

Paragraaf 1. Definities en toepassingsgebied

Artikel 1. Begripsbepalingen

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Defensie;

  2. dienstplichtige: degene die ingevolge deze wet geschikt is verklaard voor het vervullen van werkelijke dienst;

  3. groot verlof: tijd gedurende welke de dienstplichtige zich niet in werkelijke dienst bevindt of moet bevinden.

2.

Waar in deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gesproken van personen, die ongeschikt zijn verklaard, zijn ontheven van de verplichting tot het vervullen van werkelijke dienst, zijn uitgesloten van de dienstplicht of te wier aanzien een rechterlijke uitspraak heeft plaatsgehad, worden hieronder, voor zover het tegendeel niet blijkt, verstaan degenen omtrent wie het desbetreffende besluit of de desbetreffende uitspraak onherroepelijk is geworden.

3.

Waar in deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gesproken van het oproepen van dienstplichtigen voor het vervullen van werkelijke dienst, wordt daaronder ten aanzien van hen die zich reeds in werkelijke dienst bevinden, verstaan het houden of blijven in werkelijke dienst.

Artikel 2. Toepassingsgebied

Paragraaf 2. Inschrijving

Artikel 3. In te schrijven personen

Artikel 4. Gemeente van inschrijving

Artikel 5. Bericht van inschrijving

Paragraaf 3. Keuring

Artikel 6. Keuring

Artikel 7. Herkeuring

Artikel 8. Beslissing (her)keuringscommissie

Artikel 9. Nadere regels keuring en herkeuring

Artikel 10. Afkeuring door bedrog

Paragraaf 4. Uitsluiting

Artikel 11. Redenen van uitsluiting

Paragraaf 5. Werkelijke dienst

Artikel 12. Uitstel

Artikel 13. Ontheffing

Artikel 14. Vrijstelling

Artikel 15 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 16. Nadere voorschriften uitstel, ontheffing en vrijstelling

Artikel 17. Nadere regels uitstel, ontheffing en vrijstelling

Artikel 18. Gewone omstandigheden

Artikel 19. Buitengewone omstandigheden

Artikel 20. Procedure oproeping in buitengewone omstandigheden

Artikel 21. Verlenging werkelijke dienst

Paragraaf 6. Groot verlof

Artikel 22. Groot verlof

HOOFDSTUK 2. RECHTSTOESTAND

Paragraaf 1. Rechtspositie

Artikel 23. Rechtspositieregeling

Artikel 24. Toepassing Algemene wet bestuursrecht

Artikel 25

Artikel 26. Diensteindiging

Paragraaf 2. Uitoefening grondrechten

Artikel 27. Openbaring van gedachten en gevoelens, recht tot vereniging, tot vergadering en tot betoging

Artikel 28. Godsdienst of levensovertuiging

Artikel 29. Werkzaamheden in vertegenwoordigende functies

Artikel 30. Bevoegdheid tot visitatie

Artikel 31. Reisbeperkingen

Paragraaf 3. Bezwaar, beroep en klachtrecht

Artikel 32 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 33. Rechtsmacht

Artikel 34

HOOFDSTUK 3. STRAFBEPALINGEN

Artikel 35. Nalatigheid inschrijving en inlichtingen

Artikel 36. Nalatigheid keuring en oproeping

Artikel 37. Karakter strafbare feiten

Artikel 38. Opsporingsambtenaren

HOOFDSTUK 4. OPSCHORTING

Artikel 39. Opschorting

Artikel 40. Beëindiging opschorting

HOOFDSTUK 5. OVERGANGS-, INVOERINGS- EN SLOTBEPALINGEN

Paragraaf 1. Intrekking regelgeving

Artikel 41. Intrekking regelgeving

Paragraaf 2. Wijziging regelgeving

Artikel 42. Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen

Artikel 43. Algemene militaire pensioenwet

Artikel 44. Wet betreffende de positie van Molukkers

Artikel 45. Militaire Ambtenarenwet 1931

Artikel 46. Wet gewetensbezwaren militaire dienst

Artikel 47. Wetboek van Militair Strafrecht

Artikel 48. Algemene wet bestuursrecht

Artikel 49. Beroepswet

Artikel 50. Burgerlijk Wetboek

Artikel 51. Aanpassing artikel 20, eerste lid , in verband met Invoeringswet Coördinatiewet uitzonderingstoestanden

Artikel 52. Wijziging Coördinatiewet uitzonderingstoestanden

Artikel 53. Wijziging Arbeidstijdenwet

Artikel 54. Wijziging Wet veiligheidsonderzoeken

Artikel 55. Wijziging titel 7.10 van het nieuw Burgerlijk Wetboek

Artikel 56. Aanpassing artikel 60, derde lid , in verband met wijziging van verschillende wetten inzake de erkenning van de vrijheid van levensovertuiging als grondrecht

Paragraaf 3. Overgangsrecht

Artikel 57. Omzetting ingeschrevenen

Artikel 58. Omzetting (on)geschiktverklaarden

Artikel 59. Omzetting ingelijfden

Artikel 60. Omzetting vrijgestelden

Artikel 61. Omzetting uitgeslotenen

Artikel 62. Dienstplichtigen in werkelijke dienst

Artikel 63. Gewezen dienstplichtigen

Artikel 64. Gewoon dienstplichtigen na vervulling eerste oefening

Artikel 65. Buitengewoon dienstplichtigen

Artikel 66. Schadevergoeding rijksgoederen

Artikel 67. Reserve-personeel

Artikel 68. Strafvervolging

Artikel 69. Aanhangige beroepen

Artikel 70. Omzetting voorschriften Dienstplichtwet

Artikel 70a. Uitzondering in te schrijven vrouwen

Paragraaf 4. Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 71. Inwerkingtreding

Artikel 72. Citeertitel

INHOUDSOPGAVE