Home

Advocatenwet

Geldig van 1 april 2024 tot 1 januari 2026
Geldig van 1 april 2024 tot 1 januari 2026

Advocatenwet

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-04-2024 tot 01-01-2026]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Nederlandse orde van advocaten in te stellen, alsmede de regelen betreffende de orde en discipline voor de advocaten en procureurs te herzien;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1. Van de inschrijving en de beëdiging van de advocaten; van het tableau

Artikel 1

1.

De advocaten worden ingeschreven op het tableau van de Nederlandse orde van advocaten.

2.

De inschrijving als advocaat geschiedt onvoorwaardelijk.

3.

In afwijking van het bepaalde in het tweede lid geschiedt de inschrijving voorwaardelijk indien de verzoeker niet in het bezit is van een verklaring als bedoeld in artikel 9b, vijfde lid, of niet beschikt over een ten aanzien van het beroep van advocaat afgegeven erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties of over een document als bedoeld in artikel 2a, eerste lid. Wordt een verklaring of erkenning als bedoeld in de eerste volzin nadien alsnog overlegd, dan wordt van rechtswege het voorwaardelijk karakter aan de inschrijving ontnomen.

Artikel 2

1.

Bevoegd om te verzoeken om inschrijving als advocaat is een ieder:

  1. aan wie op grond van het met goed gevolg afleggen van een afsluitend examen van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs op het gebied van het recht door een universiteit dan wel de Open Universiteit als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de graad Bachelor op het gebied van het recht en tevens de graad Master op het gebied van het recht is verleend;

  2. die op grond van het met goed gevolg afleggen van het afsluitend examen van een opleiding op het gebied van het recht aan een universiteit dan wel de Open Universiteit als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, het doctoraat in de rechtsgeleerdheid of het recht om de titel meester te voeren heeft verkregen;

  3. die beschikt over een ten aanzien van het beroep van advocaat afgegeven erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

2.

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de beroepsvereisten.

3.

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen graden, verleend door een universiteit, de Open Universiteit of een hogeschool als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of daaraan gelijkwaardige getuigschriften worden aangewezen die voor de toepasselijkheid van het eerste lid, onderdeel a, gelijk worden gesteld aan de in dat onderdeel bedoelde graad Bachelor op het gebied van het recht.

4.

Eveneens is bevoegd inschrijving te verzoeken degene die in een andere lidstaat van de Europese Unie, of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland met goed gevolg het afsluitend examen van een opleiding op het gebied van het recht aan een universiteit of daaraan gelijkwaardige opleiding heeft afgelegd. In dat geval onderzoekt de algemene raad in hoeverre het afsluitend examen en de in deze andere lidstaat door de verzoeker verworven beroepservaring gelijkwaardig zijn aan de ingevolge het tweede lid gestelde beroepsvereisten. Indien blijkt dat het afsluitend examen en de beroepservaring niet gelijkwaardig zijn aan de ingevolge het tweede lid gestelde beroepsvereisten, kan de algemene raad eisen dat de verzoeker een proeve van bekwaamheid of aanvullende examens aflegt. De algemene raad draagt zorg voor de mogelijkheid tot het kunnen afleggen van een proeve van bekwaamheid of het afleggen van aanvullende examens.

5.

Een verzoek tot inschrijving als advocaat wordt ingediend bij de raad van de orde in het arrondissement waar de verzoeker kantoor wenst te houden.

6.

Gelijktijdig met de indiening van het verzoek als bedoeld in het eerste en vierde lid legt de verzoeker over een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. Indien de verzoeker eerder als advocaat ingeschreven is geweest, legt hij tevens over een document dat is afgegeven door de raad van de orde van het arrondissement waarin hij het laatst kantoor heeft gehouden, waaruit blijkt of hij al dan niet tuchtrechtelijk is veroordeeld dan wel of hij in staat van faillissement heeft verkeerd of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is geweest. Het in de vorige zin bedoelde document wordt eveneens door de ingeschreven advocaat die in een ander arrondissement kantoor wenst te houden overgelegd aan de raad van de orde aldaar.

7.

Tenzij de raad toepassing geeft aan artikel 4, eerste lid, zendt hij een afschrift van het verzoek en de daarbij overgelegde verklaringen en documenten aan de rechtbank in het arrondissement waarin de verzoeker kantoor wenst te houden ten behoeve van de beëdiging van de verzoeker.

8.

De advocaat geeft van iedere kantoorverplaatsing kennis aan de secretaris van de algemene raad met het oog op de verwerking op het tableau. Vanaf de verwerking van de kennisgeving van een kantoorverplaatsing naar een ander arrondissement wordt de advocaat geacht in dit andere arrondissement kantoor te houden.

9.

Indien een beslissing van de raad tot weigering van het in behandeling nemen van de inschrijving als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onherroepelijk is geworden, wordt een nieuw verzoek dat is ingediend binnen een jaar na het geweigerde verzoek buiten behandeling gelaten. Indien wijziging in de omstandigheden of het feit dat het verzoek wordt ingediend bij een andere raad dit rechtvaardigt, kan de raad in het arrondissement waar de verzoeker kantoor wenst te houden beslissen het verzoek tot inschrijving alsnog in behandeling te nemen. In dat geval geeft de raad toepassing aan het zevende lid.

10.

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot inschrijving als bedoeld in het eerste of vierde lid.

Artikel 2a

Artikel 2b

Artikel 2c

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 8a

Artikel 8b

Artikel 8c

Artikel 8d

Artikel 8e

Artikel 8f

Artikel 9

Artikel 9a

Artikel 9aa

§ 1a. Van de opleiding en de stage van advocaten

Artikel 9b

Artikel 9c

Artikel 9d [Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 9e [Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 9f [Vervallen per 17-05-1995]

Artikel 9g [Vervallen per 17-05-1995]

Artikel 9h [Vervallen per 17-05-1995]

Artikel 9i [Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 9j

Artikel 9k

§ 2. Van de bevoegdheden en verplichtingen der advocaten

Artikel 10

Artikel 10a

Artikel 11

Artikel 11a

Artikel 12

Artikel 12a

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15 [Vervallen per 01-09-2008]

Artikel 16

§ 2a. Van de bevoegdheden en verplichtingen van andere dan in Nederland ingeschreven advocaten

Artikel 16a

Artikel 16b

Artikel 16c

Artikel 16d

Artikel 16e

Artikel 16f

§ 2b. De bevoegdheden en verplichtingen van de advocaat uit een andere lidstaat die onder zijn oorspronkelijke beroepstitel als advocaat werkzaam wil zijn

Artikel 16g

Artikel 16h

Artikel 16i

Artikel 16j

Artikel 16k

§ 3. Van de Nederlandse orde van advocaten, van de orden in de arrondissementen, en van haar organen

Afdeling 1. Van de samenstelling en de bevoegdheid

Artikel 17

Artikel 17a

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 32a

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 36

Afdeling 1a. Het college van toezicht

Artikel 36a

Artikel 36b

Artikel 36c

Afdeling 2. Van de vergaderingen

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 45

§ 3a. Toezicht

Artikel 45a

Artikel 45b

Artikel 45c

Artikel 45d

Artikel 45e

Artikel 45f

Artikel 45g

Artikel 45h

Artikel 45i

§ 4. Van de tuchtrechtspraak

Artikel 46

Artikel 46a

Artikel 46aa

Artikel 46b

Artikel 46ba

Artikel 46c

Artikel 46d

Artikel 46e

Artikel 46f

Artikel 46fa

Artikel 46fb

Artikel 46g

Artikel 46h

Artikel 46i

Artikel 46j

Artikel 46k

Artikel 46l

Artikel 46m

Artikel 46n

Artikel 47

Artikel 47a

Artikel 47b

Artikel 47c

Artikel 48

Artikel 48a

Artikel 48aa

Artikel 48ab

Artikel 48ac

Artikel 48b

Artikel 48c

Artikel 48d

Artikel 48e

Artikel 48f

Artikel 48g

Artikel 48h [Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 50a

Artikel 51

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55

Artikel 56

Artikel 56a

Artikel 56b

Artikel 57

Artikel 57a

Artikel 58

Artikel 59

Artikel 60

Artikel 60a

Artikel 60aa

§ 4a. De procedure inzake het spoedshalve schorsen of treffen van een voorlopige voorziening

Artikel 60ab

Artikel 60ac

Artikel 60ad

Artikel 60ae

Artikel 60af

§ 4b. De procedure inzake de onbehoorlijke praktijkuitoefening

Artikel 60b

Artikel 60c

Artikel 60d

Artikel 60e

Artikel 60f

Artikel 60g

Artikel 60h

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 61 [Vervallen per 01-09-2008]

Artikel 62 [Vervallen per 01-09-2008]

Artikel 63 [Vervallen per 01-09-2008]

Artikel 64 [Vervallen per 01-09-2008]

Artikel 65 [Vervallen per 01-09-2008]

Artikel 66 [Vervallen per 01-09-2008]

Artikel 67 [Vervallen per 01-09-2008]

Artikel 68 [Vervallen per 01-09-2008]

Artikel 69 [Vervallen per 01-09-2008]

Artikel 69a [Vervallen per 01-09-2008]

Artikel 70

Artikel 71

Artikel 72 [Vervallen per 01-05-1968]

Artikel 73 [Vervallen per 01-05-1968]

Artikel 74 [Vervallen per 01-05-1968]

Artikel 75 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 76 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 77 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 78 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 79 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 80 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 81 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 82 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 83 [Vervallen per 01-06-1999]