Home

Verordening (EU) 2023/606 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2015/760 wat betreft de vereisten in verband met het beleggingsbeleid en de voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening van Europese langetermijnbeleggingsinstellingen en het toepassingsgebied van in aanmerking komende beleggingsactiva, de vereisten inzake de samenstelling en diversificatie van de portefeuille en het lenen van contanten en andere fondsregels (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EU) 2023/606 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2015/760 wat betreft de vereisten in verband met het beleggingsbeleid en de voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening van Europese langetermijnbeleggingsinstellingen en het toepassingsgebied van in aanmerking komende beleggingsactiva, de vereisten inzake de samenstelling en diversificatie van de portefeuille en het lenen van contanten en andere fondsregels (Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(2),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Sinds de vaststelling van Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad(3) hebben nog maar een paar Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (European long-term investment funds — Eltif’s) een vergunning gekregen. De totale omvang van de nettoactiva van deze fondsen werd in 2021 geraamd op ongeveer 2 400 000 000 EUR.

  2. De beschikbare marktgegevens wijzen erop dat Eltif’s niet de verwachte groei hebben doorgemaakt, hoewel de Unie veel aandacht besteedt aan de bevordering van langetermijnfinanciering in de Unie.

  3. Bepaalde kenmerken van de Eltif-markt, onder meer het beperkte aantal fondsen, de geringe nettoactiva, het kleine aantal rechtsgebieden waar Eltif’s gevestigd zijn, en de portefeuillesamenstelling die naar bepaalde in aanmerking komende beleggingscategorieën neigt, tonen aan dat die markt zowel geografisch als wat het type belegging betreft geconcentreerd is. Voorts lijkt er sprake te zijn van een gebrek aan bekendheid en financiële educatie, en vooral ook weinig vertrouwen en betrouwbaarheid wat de financiële sector betreft; deze punten moeten worden verholpen om Eltif’s toegankelijker en aantrekkelijker te maken voor niet-professionele beleggers. Het rechtskader voor de werking van Eltif’s moet daarom worden herzien, teneinde ervoor te zorgen dat meer beleggingen worden gekanaliseerd naar ondernemingen die kapitaal nodig hebben en naar langetermijninvesteringsprojecten.

  4. Het doel van Verordening (EU) 2015/760 is momenteel om kapitaal te kanaliseren naar Europese langetermijnbeleggingen in de reële economie van de Unie. Daarom kan het gebeuren dat het merendeel van de activa en beleggingen van Eltif’s of de belangrijkste inkomsten of winst van dergelijke activa en beleggingen zich in de Unie bevinden. Langetermijnbeleggingen in projecten, ondernemingen en infrastructuurprojecten in derde landen kunnen echter ook kapitaal genereren voor Eltif’s en de economie van de Unie ten goede komen. Dergelijke voordelen kunnen op verschillende manieren ontstaan, onder meer door investeringen die de ontwikkeling van grensregio’s bevorderen, de commerciële, financiële en technologische samenwerking versterken en investeringen in milieu- en duurzame-energieprojecten vergemakkelijken. Bepaalde langetermijnactiva en -investeringen die de reële economie van de Unie ten goede komen, zullen zich onvermijdelijk in derde landen bevinden, zoals onderzeese optische glasvezelkabels die Europa met andere continenten verbinden, de bouw van terminals voor vloeibaar aardgas en de bijbehorende infrastructuur, of grensoverschrijdende investeringen in installaties en faciliteiten voor hernieuwbare energie die bijdragen tot de veerkracht van het elektriciteitsnet en de energiezekerheid van de Unie. Aangezien beleggingen in kwalificerende portefeuillemaatschappijen van derde landen en in aanmerking komende activa voordelen kunnen opleveren voor de beleggers, de beheerders van Eltif’s, de economieën, de infrastructuur, de klimaat- en milieuduurzaamheid en de burgers van die derde landen, mag Verordening (EU) 2015/760 niet beletten dat het merendeel van de activa en beleggingen van Eltif’s of de belangrijkste inkomsten of winst van dergelijke activa en beleggingen zich in een derde land bevinden.

  5. In dit verband, en ook gezien het potentieel van Eltif’s om langetermijnbeleggingen in onder meer energie, vervoer en sociale infrastructuur alsook het creëren van werkgelegenheid te faciliteren en om bij te dragen tot de verwezenlijking van de Europese Green Deal, moet Verordening (EU) 2015/760 worden gewijzigd en gericht worden op het vergemakkelijken van het aantrekken van kapitaal en het kanaliseren ervan naar langetermijnbeleggingen in de reële economie, onder meer naar investeringen die de Europese Green Deal en andere prioritaire gebieden bevorderen, en op het leiden van kapitaalstromen naar projecten die de economie van de Unie op weg helpen naar slimme, duurzame en inclusieve groei.

  6. Vermogensbeheerders moeten flexibeler worden bij het beleggen in brede categorieën van reële activa. Reële activa moeten daarom worden beschouwd als een categorie van in aanmerking komende activa, mits die reële activa vanwege hun aard of inhoud waarde hebben. Dergelijke reële activa omvatten onroerende goederen, zoals communicatie-, milieu-, energie- of vervoersinfrastructuur, sociale infrastructuur, met inbegrip van bejaardentehuizen of ziekenhuizen, alsmede infrastructuur voor onderwijs, gezondheidszorg en welzijn of industriële faciliteiten, installaties en andere activa, met inbegrip van intellectuele eigendom, vaartuigen, uitrusting, machines, luchtvaartuigen of rollend materieel.

  7. Beleggingen in commercieel vastgoed, voorzieningen of installaties voor onderwijs, advisering, onderzoek, ontwikkeling, onder meer van infrastructuur en andere voorzieningen die economisch of sociaal nut opleveren, sport, of in huisvesting, met inbegrip van huisvesting voor senioren of sociale woningen, moeten ook als in aanmerking komende beleggingen in reële activa worden beschouwd omdat deze activa kunnen bijdragen aan de doelstellingen van slimme, duurzame en inclusieve groei. Om de verwezenlijking van beleggingsstrategieën mogelijk te maken op gebieden waar directe beleggingen in reële activa niet mogelijk of onrendabel zijn, moeten in aanmerking komende beleggingen in reële activa ook beleggingen in bouwrechten en water-, bos- en mineraalrechten omvatten.

  8. Kunstwerken, manuscripten, wijnvoorraden, juwelen en andere activa, die op zich geen langetermijnbeleggingen in de reële economie vormen, mogen niet worden beschouwd als in aanmerking komende beleggingsactiva.

  9. Eltif’s moeten voor vermogensbeheerders aantrekkelijker worden gemaakt en het scala van beleggingsstrategieën waarover Eltif-beheerders beschikken, moet worden verbreed om aldus te voorkomen dat in aanmerking komende activa en beleggingsactiviteiten van Eltif’s onnodig worden beperkt. Of reële activa in aanmerking komen, mag niet worden bepaald door hun aard en doelstellingen, noch door ecologische, sociale of governancekwesties en gerelateerde duurzaamheidsopenbaarmakingen en soortgelijke voorwaarden die reeds zijn geregeld bij Verordeningen (EU) 2019/2088(4) en (EU) 2020/852(5) van het Europees Parlement en de Raad. Eltif’s moeten echter blijven voldoen aan de verplichtingen uit hoofde van Verordening (EU) 2019/2088 met betrekking tot informatieverschaffing over duurzaamheid. Met name wanneer Eltif’s milieu- of sociale kenmerken bevorderen of duurzame beleggingen tot doel hebben, moeten zij naargelang het geval voldoen aan de openbaarmakingsvereisten van artikel 8 of 9 van Verordening (EU) 2019/2088, die beide gedetailleerde transparantievereisten voor precontractuele informatieverschaffing bevatten.

  10. Om te stimuleren dat particulier kapitaal vaker voor ecologisch duurzame beleggingen wordt gebruikt, moet worden verduidelijkt dat Eltif’s ook kunnen beleggen in groene obligaties. Tegelijkertijd moet worden gewaarborgd dat Eltif’s zich op langetermijnbeleggingen richten en dat aan de vereisten van Verordening (EU) 2015/760 met betrekking tot in aanmerking komende beleggingsactiva wordt voldaan. Daarom moeten groene obligaties die aan die vereisten voldoen en die zijn uitgegeven overeenkomstig een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese groene obligaties uitdrukkelijk worden opgenomen in de lijst van in aanmerking komende beleggingsactiva.

  11. Om de toegang van beleggers tot actuelere en volledigere informatie over de Eltif-markt te verbeteren, moet de gedetailleerdheid en de tijdigheid van het centraal openbaar register als bedoeld in Verordening (EU) 2015/760 worden versterkt. Dat register moet daarom aanvullende informatie bevatten naast de informatie die het reeds bevat, met inbegrip van, indien beschikbaar, de identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier, afgekort “LEI”) en de nationale identificatiecode van de Eltif, de naam, het adres en de LEI van de Eltif-beheerder, het International Securities Identification Number (ISIN-code) van de Eltif en van elke afzonderlijke klasse van aandelen of rechten van deelneming, de bevoegde autoriteit van de Eltif en de lidstaat van herkomst van die Eltif, de lidstaten waar de Eltif wordt verhandeld, of de verhandelde Eltif mag worden verhandeld aan niet-professionele beleggers of enkel aan professionele beleggers, de datum van de vergunning van de Eltif en de datum waarop de verhandeling van de Eltif is gestart.

  12. Beleggingen door Eltif’s kunnen worden uitgevoerd via de participatie van intermediaire entiteiten, waaronder special purpose vehicles en securitisatie- of aggregatorvehicles of holdings. Verordening (EU) 2015/760 schrijft momenteel voor dat beleggingen in aandelen- of quasi-aandeleninstrumenten van de kwalificerende portefeuillemaatschappij alleen mogen plaatsvinden als die ondernemingen meerderheidsdochterondernemingen zijn, hetgeen de reikwijdte van de grondslag van in aanmerking komende activa aanzienlijk beperkt. Eltif’s moeten daarom over het algemeen de mogelijkheid hebben om als minderheidsaandeelhouder mee te beleggen in beleggingsmogelijkheden. Die mogelijkheid moet Eltif’s extra flexibiliteit bieden bij de uitvoering van hun beleggingsstrategieën, meer ontwikkelaars van investeringsprojecten aantrekken en het scala aan mogelijke in aanmerking komende doelactiva vergroten: allemaal factoren die essentieel zijn voor de uitvoering van strategieën voor indirecte beleggingen.

  13. Vanwege de vrees dat dakfondsstrategieën aanleiding kunnen geven tot beleggingen die niet binnen het toepassingsgebied van in aanmerking komende beleggingsactiva zouden vallen, bevat Verordening (EU) 2015/760 momenteel beperkingen op beleggingen in andere fondsen gedurende de gehele duur van de Eltif. Dakfondsstrategieën zijn echter een gangbare en zeer doeltreffende manier om snel te worden blootgesteld aan illiquide activa, met name met betrekking tot onroerend goed en in het kader van volledig volgestorte kapitaalstructuren. Het is daarom noodzakelijk Eltif’s de mogelijkheid te bieden in andere fondsen te beleggen, om ze zo in staat te stellen kapitaal sneller in te zetten. Het faciliteren van dakfondsbeleggingen door Eltif’s zou ook herbelegging van overtollige kasmiddelen in fondsen mogelijk maken, aangezien verschillende beleggingen met onderscheiden looptijden de cash drag van een Eltif kunnen verlagen. Daarom is het noodzakelijk dat voor Eltif-beheerders meer dakfondsstrategieën in aanmerking komen dan beleggingen in Europese durfkapitaalfondsen (EuVECA’s) of Europese sociaalondernemerschapsfondsen (EuSEF’s). De categorieën instellingen voor collectieve belegging waarin Eltif’s kunnen beleggen, moet daarom worden uitgebreid tot instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) en tot alternatieve beleggingsinstellingen van de EU (EU-abi’s) die door EU-abi-beheerders worden beheerd. Om de beleggers doeltreffend te beschermen, moet echter ook worden bepaald dat wanneer een Eltif belegt in andere Eltif’s, in EuVECA’s, in EuSEF’s, in icbe’s of in door EU-abi-beheerders beheerde EU-abi’s, die instellingen voor collectieve belegging ook moeten beleggen in in aanmerking komende beleggingen en zelf niet meer dan 10 % van hun kapitaal in andere instellingen voor collectieve belegging mogen beleggen. Om te voorkomen dat die regels worden omzeild en ervoor te zorgen dat Eltif’s op geaggregeerde portefeuillebasis voldoen aan Verordening (EU) 2015/760, moeten de activa en geldleningen van de Eltif’s worden gecombineerd met die van de instellingen voor collectieve belegging waarin de Eltif’s hebben belegd, zodat kan worden beoordeeld of aan de vereisten voor de samenstelling en diversificatie van de portefeuille en de leningslimieten wordt voldaan.

  14. In aanmerking komende beleggingsactiva die afzonderlijke reële activa zijn, moeten momenteel overeenkomstig Verordening (EU) 2015/760 een waarde van ten minste 10 000 000 EUR hebben. Portefeuilles van reële activa bestaan echter vaak uit een aantal afzonderlijke reële activa met een waarde van aanzienlijk minder dan 10 000 000 EUR. Het vereiste van een minimumwaarde van afzonderlijke reële activa moet daarom worden opgeheven. De opheffing van dat onnodige vereiste zal naar verwachting bijdragen tot de diversificatie van beleggingsportefeuilles en tot effectievere beleggingen in reële activa door Eltif’s, en er tegelijkertijd voor zorgen dat verschillende ontwikkelingsniveaus van instrumenten voor langetermijnbeleggingen in de lidstaten in aanmerking kunnen worden genomen.

  15. De reikwijdte van in aanmerking komende beleggingsactiva moet worden verruimd en Eltif’s moeten worden aangemoedigd om in gesecuritiseerde activa te beleggen. Daarom moet worden verduidelijkt dat de in aanmerking komende beleggingsactiva ook eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisaties als bedoeld in artikel 18 van Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad(6) moeten omvatten indien de onderliggende activa bestaan uit langetermijnblootstellingen. Deze langetermijnblootstellingen omvatten securitisaties van woonkredieten die gedekt zijn door een of meer hypotheken op voor bewoning bestemde onroerende goederen (residential mortgage-backed securities — door woninghypotheken gedekte effecten), commerciële leningen die gedekt zijn door een of meer hypotheken op commercieel onroerend goed, bedrijfsleningen, met inbegrip van leningen die aan kleine en middelgrote ondernemingen worden verstrekt, en handelsvorderingen of andere onderliggende blootstellingen die volgens de initiator een afzonderlijk activatype vormen, mits de opbrengsten van de securitisatie van die handelsvorderingen of andere onderliggende blootstellingen worden gebruikt voor de financiering of de herfinanciering van langetermijnbeleggingen.

  16. Verordening (EU) 2015/760 staat momenteel niet toe dat Eltif’s beleggen in kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, verzekeringsbedrijven en andere financiële ondernemingen. Innovatieve recentelijk goedgekeurde financiële ondernemingen zoals FinTechs kunnen echter een belangrijke rol spelen bij het bevorderen van digitale innovatie, de algehele efficiëntie van de financiële markten van de Unie en het creëren van werkgelegenheid, en kunnen bijdragen tot de veerkracht en stabiliteit van de financiële infrastructuur in de Unie en de kapitaalmarktenunie. Zulke financiële ondernemingen ontwerpen, ontwikkelen of bieden innovatieve producten of technologieën die erop gericht zijn bestaande bedrijfsmodellen, procedures, applicaties en producten te automatiseren of verbeteren, of leiden tot nieuwe, wat de financiële markten en financiële instellingen van de Unie en de verlening van financiële diensten aan financiële instellingen, bedrijven of consumenten ten goede komt. Zulke financiële ondernemingen maken specifieke regulerende, toezichts- of controleprocedures efficiënter en doeltreffender, of moderniseren compliancefuncties op het gebied van regulering, toezicht of controle binnen financiële of niet-financiële instellingen. Daarom is het wenselijk Verordening (EU) 2015/760 te wijzigen om Eltif’s toe te staan in innovatieve recentelijk goedgekeurde financiële ondernemingen te investeren. Aangezien het een dynamisch terrein betreft dat zich snel ontwikkelt, moet Eltif’s worden toegestaan te investeren in financiële ondernemingen (andere dan financiële of gemengde holdings), zolang het om gereglementeerde entiteiten gaat die minder dan vijf jaar vóór de datum van de initiële belegging een vergunning hebben gekregen of zijn geregistreerd.

  17. Kwalificerende portefeuillemaatschappijen die tot de handel op een gereglementeerde markt of op een multilaterale handelsfaciliteit zijn toegelaten, mogen momenteel overeenkomstig Verordening (EU) 2015/760 een marktkapitalisatie hebben van ten hoogste 500 000 000 EUR. Veel beursgenoteerde ondernemingen met een lage marktkapitalisatie hebben echter een beperkte liquiditeit, waardoor Eltif-beheerders niet binnen een redelijke termijn een toereikende positie kunnen opbouwen in dergelijke beursgenoteerde ondernemingen, en het bereik aan beschikbare beleggingsdoelstellingen wordt verkleind. Om Eltif’s een beter liquiditeitsprofiel te bieden, moet de marktkapitalisatie van de beursgenoteerde kwalificerende portefeuillemaatschappijen waarin Eltif’s kunnen beleggen, worden verhoogd van maximaal 500 000 000 EUR tot maximaal 1 500 000 000 EUR. Om te voorkomen dat valutaschommelingen of andere factoren beïnvloeden of dergelijke beleggingen al dan niet in aanmerking komen, mag de marktkapitalisatiedrempel pas op het tijdstip van de initiële belegging worden vastgesteld.

  18. Om voor beleggers, Eltif-beheerders en de bevoegde autoriteiten de transparantie en integriteit van beleggingen in activa in derde landen te waarborgen, moeten de voorschriften voor beleggingen in kwalificerende portefeuillemaatschappijen in derde landen worden gelijkgetrokken met de normen van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad(7). Zij moeten ook worden gelijkgetrokken met de normen die zijn vastgesteld in het Gemeenschappelijk Optreden van de lidstaten met betrekking tot jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied, zoals opgenomen in de conclusies van de Raad over de herziene EU-lijst van jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied.

  19. Beheerders van een Eltif die een belang bezitten in een portefeuillemaatschappij zouden hun eigen belangen op die van de beleggers in de Eltif kunnen laten voorgaan. Om dergelijke belangenconflicten te vermijden en een gezonde corporate governance te waarborgen, mag een Eltif volgens Verordening (EU) 2015/760 alleen beleggen in activa die geen verband houden met de Eltif-beheerder, tenzij de Eltif belegt in rechten van deelneming of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging die worden beheerd door de Eltif-beheerder. Het is echter een gangbare marktpraktijk dat een of meer beleggingsvehikels van de vermogensbeheerder meebeleggen naast een ander fonds met een vergelijkbare doelstelling en strategie als die van de Eltif. Dergelijke mede-beleggingen door de EU-abi-beheerder en andere verbonden entiteiten die tot dezelfde groep behoren, maken het mogelijk grotere kapitaalpools aan te trekken voor beleggingen in grootschalige projecten. Daartoe beleggen vermogensbeheerders doorgaans parallel met de Eltif in een doelentiteit en structureren zij hun beleggingen via medebeleggingsvehikels. Als onderdeel van het vermogensbeheermandaat wordt van portefeuillebeheerders en hoger personeel van de vermogensbeheerders doorgaans geëist of verwacht dat zij meebeleggen in hetzelfde fonds dat zij beheren. Daarom is het passend te specificeren dat de bepalingen inzake belangenconflicten een Eltif-beheerder of een tot diezelfde groep behorende onderneming er niet van mogen weerhouden mee te beleggen in die Eltif of samen met die Eltif in hetzelfde actief te beleggen. Wanneer op die manier wordt meebelegd, moeten de Eltif-beheerders conform de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad(8) organisatorische en administratieve regelingen treffen om belangenconflicten te identificeren, te voorkomen, te beheersen en te monitoren, en ervoor zorgen dat zulke belangenconflicten op passende wijze openbaar worden gemaakt, zodat er voldoende waarborgen zijn voor een doeltreffende beleggersbescherming.

  20. Om belangenconflicten te voorkomen, transacties te vermijden die niet op commerciële voorwaarden plaatsvinden en een gezonde corporate governance te waarborgen, staat Verordening (EU) 2015/760 het personeel van de Eltif-beheerder en van ondernemingen die tot dezelfde groep behoren als de Eltif-beheerder niet toe in die Eltif te beleggen of samen met de Eltif in hetzelfde actief te beleggen. Het is echter een gevestigde marktpraktijk dat van het personeel van de Eltif-beheerder en van andere verbonden entiteiten die tot dezelfde groep behoren en die naast de Eltif-beheerder meebeleggen, met inbegrip van de portefeuillebeheerders en hoger personeel dat verantwoordelijk is voor de belangrijkste financiële en operationele beslissingen van de Eltif-beheerder, vanwege de aard van het mandaat voor activabeheer vaak wordt geëist of verwacht dat zij meebeleggen in hetzelfde fonds of hetzelfde actief teneinde de financiële prikkels voor dat personeel en voor de beleggers beter op elkaar af te stemmen. Daarom is het passend te specificeren dat de bepalingen inzake belangenconflicten het personeel van de Eltif-beheerder of van tot die groep behorende ondernemingen er niet van mogen weerhouden persoonlijk in die Eltif mee te beleggen en samen met die Eltif in hetzelfde actief te beleggen. Wanneer op die manier wordt meebelegd door het personeel, moeten de Eltif-beheerders organisatorische en administratieve regelingen treffen om belangenconflicten te identificeren, te voorkomen, te beheersen en te monitoren en ervoor zorgen dat zulke belangenconflicten op passende wijze openbaar worden gemaakt, zodat er voldoende waarborgen zijn voor een doeltreffende beleggersbescherming.

  21. De regels voor Eltif’s zijn vrijwel identiek voor professionele en niet-professionele beleggers, met inbegrip van regels inzake het gebruik van hefboomfinanciering, de diversificatie van activa en de samenstelling van de portefeuilles, concentratiegrenzen en limieten voor de in aanmerking komende activa en beleggingen. Professionele en niet-professionele beleggers hebben echter verschillende tijdshorizonten, risicotoleranties en beleggingsbehoeften, en verschillende capaciteiten om beleggingsmogelijkheden te analyseren. Professionele beleggers hebben namelijk een hogere risicotolerantie dan niet-professionele beleggers, kunnen grondige analyses van beleggingsmogelijkheden en de zorgvuldigheidsplicht met betrekking tot activa en de waardering ervan verrichten, en kunnen, gezien hun aard en activiteiten, andere rendementsdoelstellingen hebben dan niet-professionele beleggers. Desalniettemin, en vanwege de bijna identieke regels en de daaruit voortvloeiende hoge administratieve lasten en daarmee gepaard gaande hoge kosten bij Eltif’s die bedoeld zijn voor professionele beleggers, zijn vermogensbeheerders tot dusver terughoudend geweest om professionele beleggers maatproducten aan te bieden. Daarom is het passend specifieke regels vast te stellen voor Eltif’s die uitsluitend aan professionele beleggers worden verhandeld, met name met betrekking tot de diversificatie en samenstelling van de betrokken portefeuille, de concentratiegrenzen en het lenen van contanten.

  22. Overeenkomstig Verordening (EU) 2015/760 moet een Eltif momenteel ten minste 70 % van haar kapitaal beleggen in in aanmerking komende beleggingsactiva. Die hoge beleggingslimiet voor in aanmerking komende beleggingsactiva in de portefeuilles van Eltif’s werd aanvankelijk vastgesteld in het licht van de focus van Eltif’s op langetermijnbeleggingen en de bijdrage die dergelijke beleggingen verwacht werden te leveren aan de financiering van de duurzame groei van de economie van de Unie. Gezien de illiquide en unieke aard van bepaalde in aanmerking komende beleggingsactiva binnen de portefeuilles van Eltif’s kan het voor Eltif-beheerders echter moeilijk en duur zijn om de liquiditeit van Eltif’s te beheren, terugbetalingsverzoeken te honoreren, leenovereenkomsten aan te gaan en andere elementen van de beleggingsstrategieën van Eltif’s met betrekking tot de overdracht, waardering en verpanding van dergelijke in aanmerking komende beleggingsactiva uit te voeren. Een verlaging van de limiet voor in aanmerking komende beleggingsactiva zou beheerders van Eltif’s daarom in staat stellen de liquiditeit van Eltif’s beter te beheren. Uitsluitend in aanmerking komende beleggingsactiva van Eltif’s — met uitzondering van instellingen voor collectieve belegging — en in aanmerking komende beleggingsactiva van instellingen voor collectieve belegging waarin Eltif’s hebben belegd, moeten worden gecombineerd voor de beoordeling van de vraag of die Eltif’s voldoen aan de beleggingslimiet voor beleggingen in in aanmerking komende beleggingsactiva.

  23. De huidige in Verordening (EU) 2015/760 vastgestelde diversificatievereisten werden ingevoerd om ervoor te zorgen dat Eltif’s bestand zijn tegen ongunstige marktomstandigheden. Die bepalingen zijn echter te belastend gebleken, omdat zij in de praktijk impliceren dat Eltif’s gemiddeld tien verschillende beleggingen moeten doen. Met betrekking tot beleggingen in grootschalige infrastructuur of projecten kan de verplichting om per Eltif tien beleggingen te doen moeilijk haalbaar zijn en duur zijn qua transactiekosten en kapitaalallocatie. Om de transactiekosten en administratieve kosten voor Eltif’s en uiteindelijk hun beleggers te beperken, moeten Eltif’s derhalve meer geconcentreerde beleggingsstrategieën kunnen volgen, waarbij zij aan minder in aanmerking komende activa worden blootgesteld. De diversificatievereisten voor de blootstellingen van Eltif’s aan individuele kwalificerende portefeuillemaatschappijen, enkelvoudige reële activa, instellingen voor collectieve belegging en bepaalde andere in aanmerking komende beleggingsactiva, -contracten en financiële instrumenten moeten daarom worden aangepast. Die extra flexibiliteit in de portefeuillesamenstelling van Eltif’s en de beperking van de diversificatievereisten mogen geen wezenlijke invloed hebben op het vermogen van Eltif’s om de marktvolatiliteit het hoofd te bieden, aangezien Eltif’s doorgaans beleggen in activa die geen onmiddellijk beschikbare marktnotering hebben, zeer illiquide kunnen zijn en vaak een lange looptijd of tijdshorizon hebben.

  24. In tegenstelling tot niet-professionele beleggers hebben professionele beleggers in bepaalde omstandigheden een langere tijdshorizon, onderscheiden doelstellingen inzake financieel rendement, meer deskundigheid, een grotere risicotolerantie voor ongunstige marktomstandigheden en een grotere verliesabsorptiecapaciteit. Daarom moeten er voor dergelijke professionele beleggers gedifferentieerde beleggersbeschermingsmaatregelen komen en moeten diversificatievereisten voor Eltif’s die uitsluitend aan professionele beleggers worden verhandeld, worden geschrapt.

  25. Om beter gebruik te maken van de deskundigheid van de Eltif-beheerders en vanwege diversificatievoordelen kan het in bepaalde gevallen voor Eltif’s nuttig zijn om al of bijna al hun activa in de gediversifieerde portefeuille van een master-Eltif te beleggen. Eltif’s moeten daarom hun activa kunnen poolen en gebruik kunnen maken van master-feederstructuren door te beleggen in master-Eltif’s.

  26. Hefboomfinanciering wordt vaak gebruikt om de dagelijkse werking van een Eltif mogelijk te maken en om een specifieke beleggingsstrategie uit te voeren. Bescheiden hefboomfinanciering kan rendementen, indien adequaat gecontroleerd, versterken zonder buitensporige risico’s te lopen of te verergeren. Daarnaast kan hefboomfinanciering vaak door verschillende instellingen voor collectieve belegging worden gebruikt om extra efficiëntieverbeteringen of operationele resultaten te behalen. Aangezien het lenen van contanten momenteel bij Verordening (EU) 2015/760 beperkt wordt tot 30 % van de waarde van het kapitaal van de Eltif, is het mogelijk dat Eltif-beheerders niet in staat zijn bepaalde beleggingsstrategieën met succes uit te voeren, ook in het geval van beleggingen in reële activa, waarbij het gebruik van hogere hefboomniveaus een sectorale norm is of anderszins vereist is om aantrekkelijke risicogewogen rendementen te behalen. Het is daarom passend de flexibiliteit van Eltif-beheerders te verhogen om tijdens de duur van een Eltif extra kapitaal aan te trekken. Tegelijkertijd is het wenselijk het beheer van de hefboomwerking te verbeteren en de consistentie met Richtlijn 2011/61/EU wat betreft het leenbeleid te bevorderen door in plaats van kapitaal de intrinsieke waarde als passend referentiepunt te nemen voor het vaststellen van de limiet voor het lenen van contanten, en dit te combineren met verbeteringen van het rectificatiebeleid. Wegens de mogelijke risico’s van de hefboomwerking, moet het Eltif’s die aan niet-professionele beleggers kunnen worden verhandeld, zijn toegestaan contanten te lenen ten bedrage van maximaal 50 % van de intrinsieke waarde van de Eltif.

    De limiet van 50 % is passend gezien de algemene limieten voor het lenen van contanten die gemeenschappelijk zijn voor fondsen die beleggen in reële activa met een vergelijkbaar liquiditeits- en terugbetalingsprofiel. Voor Eltif’s die aan professionele beleggers worden aangeboden, moet echter een hogere hefboomlimiet worden toegestaan, omdat professionele beleggers een hogere risicotolerantie hebben dan niet-professionele beleggers. De limiet voor het lenen van contanten voor Eltif’s die uitsluitend aan professionele beleggers worden verhandeld, moet daarom worden verhoogd tot maximaal 100 % van de intrinsieke waarde van de Eltif. Daarnaast biedt Verordening (EU) 2015/760 Eltif-beheerders tot op heden niet de mogelijkheid om de beleggingspositie binnen een passende termijn te rectificeren, in gevallen waarin de Eltif de hefboomlimiet overschrijdt en deze inbreuk buiten de invloedssfeer van de Eltif-beheerder ligt. Rekening houdende met de volatiliteit van de intrinsieke waarde als referentiewaarde en de belangen van de beleggers in de Eltif, moet daarom worden gespecificeerd dat de bepalingen met betrekking tot rectificatie in Verordening (EU) 2015/760 ook van toepassing zijn op leenlimieten.

  27. Om Eltif’s meer beleggingsmogelijkheden te bieden, moeten Eltif’s kunnen lenen in de valuta waarin de beheerder naar verwachting het actief zal verwerven. Het is echter noodzakelijk het risico van valutamismatches te beperken en aldus het valutarisico voor de beleggingsportefeuille te beperken. Eltif’s moeten hun blootstelling aan valutarisico’s daarom adequaat afdekken.

  28. Eltif’s moeten hun activa kunnen bezwaren om hun leningsstrategie uit te voeren. Om de flexibiliteit van Eltif’s bij de uitvoering van hun leningsstrategie verder te vergroten, mogen de leningsovereenkomsten niet als een lening worden beschouwd wanneer die lening volledig wordt gedekt door de kapitaalverplichtingen van de beleggers.

  29. Gezien de verhoging van de limieten voor het lenen van contanten door Eltif’s en de opheffing van bepaalde limieten voor het lenen van contanten in vreemde valuta, moeten beleggers uitgebreidere informatie krijgen over de leningsstrategieën en de door Eltif’s gehanteerde limieten. Daarom is het passend van beheerders van Eltif’s te verlangen dat zij in het prospectus van de betrokken Eltif uitdrukkelijk melding maken van de leningslimieten.

  30. Momenteel kunnen beleggers overeenkomstig Verordening (EU) 2015/760 om de vereffening van een Eltif verzoeken als aan hun in overeenstemming met het terugbetalingsbeleid van de Eltif ingediende terugbetalingsverzoeken niet is voldaan binnen één jaar vanaf de datum waarop die verzoeken werden ingediend. Gezien de langetermijnoriëntatie van Eltif’s en het vaak unieke en illiquide activaprofiel van de portefeuilles van Eltif’s, kan het recht van een belegger of een groep beleggers om de vereffening van een Eltif te vragen onevenredig zijn en schadelijk zijn zowel voor de succesvolle uitvoering van de beleggingsstrategie van de Eltif als voor de belangen van andere beleggers of groepen beleggers. Daarom is het passend dat de mogelijkheid voor beleggers wordt geschrapt om de vereffening van een Eltif te eisen wanneer die Eltif niet in staat is aan terugbetalingsverzoeken te voldoen.

  31. Verordening (EU) 2015/760 is momenteel onduidelijk over de criteria om het terugbetalingspercentage binnen een bepaalde periode te beoordelen en over de minimuminformatie die over de mogelijkheid van terugbetalingen aan de bevoegde autoriteiten moet worden verstrekt. Gezien de centrale rol van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (ESMA) bij de toepassing van Verordening (EU) 2015/760 en haar deskundigheid op het gebied van effecten en effectenmarkten, is het passend ESMA te belasten met het opstellen van ontwerpen van technische reguleringsnormen waarin het volgende wordt gespecificeerd: de omstandigheden waaronder de duur van een Eltif wordt aangemerkt als verenigbaar met de levenscycli van elk van de afzonderlijke activa van de Eltif, de criteria om de minimumperiode van bezit te bepalen, de minimuminformatie die aan de bevoegde autoriteit van de Eltif moet worden verstrekt, de vereisten waaraan de Eltif moet voldoen met betrekking tot haar terugbetalingsbeleid en instrumenten voor liquiditeitsbeheer, en de criteria voor de beoordeling van het terugbetalingspercentage. Er zij op gewezen dat wanneer in het reglement of de statuten van een Eltif wordt voorzien in de mogelijkheid van terugbetalingen tijdens de duur van die Eltif, de bepalingen over liquiditeitsrisicobeheer en instrumenten voor liquiditeitsbeheer zoals uiteengezet in Richtlijn 2011/61/EU van toepassing zijn.

  32. Momenteel mogen het reglement of de statuten van een Eltif er overeenkomstig Verordening (EU) 2015/760 niet aan in de weg staan dat rechten van deelneming of aandelen van de Eltif worden toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt of op een multilaterale handelsfaciliteit. Ondanks deze mogelijkheid hebben beheerders van Eltif’s, beleggers en marktdeelnemers nauwelijks gebruikgemaakt van het secundaire handelsmechanisme voor de handel in rechten van deelneming of aandelen in Eltif’s. Om de secundaire handel in rechten van deelneming of aandelen van Eltif’s te bevorderen, is het passend om beheerders van Eltif’s toe te staan om tijdens de duur van de Eltif een vroegtijdige uittreding van Eltif-beleggers mogelijk te maken. Om de doeltreffende werking van een dergelijk secundair handelsmechanisme te waarborgen, mag een vroegtijdige uitstap alleen mogelijk zijn wanneer de Eltif-beheerder een beleid heeft ingevoerd om potentiële beleggers en uitstapverzoeken met elkaar te matchen. In dat beleid moet onder meer het volgende worden gespecificeerd: de overdrachtsprocedure, de rol van de Eltif-beheerder of de fondsadministrateur, de periodiciteit en duur van het liquiditeitsvenster waarin de rechten van deelneming of aandelen in de Eltif kunnen worden uitgewisseld, de regels voor het bepalen van de uitvoeringsprijs en proratiseringsvoorwaarden, de openbaarmakingsvereisten, en de vergoedingen, kosten en heffingen en andere voorwaarden met betrekking tot een dergelijk mechanisme voor een liquiditeitsvenster. ESMA moet worden belast met het opstellen van ontwerpen van technische reguleringsnormen die de omstandigheden voor het gebruik van matching specificeren, met inbegrip van de informatie die door Eltif’s aan de beleggers moet worden verstrekt.

  33. Om te voorkomen dat er misverstanden ontstaan bij niet-professionele beleggers over de juridische aard van het mechanisme voor secundaire handel en over de potentiële liquiditeit die dit mechanisme toestaat, moet de distributeur of, bij het rechtstreeks aanbieden of verkopen van rechten van deelneming of aandelen in een Eltif aan een niet-professionele belegger, de Eltif-beheerder, niet-professionele beleggers duidelijk en schriftelijk meedelen dat het bestaan van een matchingmechanisme de matching niet garandeert, noch niet-professionele beleggers het recht geeft uit hun rechten van deelneming of aandelen in de Eltif te stappen of deze terugbetaald te krijgen. Die schriftelijke mededeling moet deel uitmaken van een enkele schriftelijke mededeling waarmee niet-professionele beleggers, wanneer de duur van een aan niet-professionele beleggers aangeboden of verkochte Eltif meer dan tien jaar bedraagt, er eveneens van in kennis worden gesteld dat de Eltif mogelijkerwijs niet geschikt is voor niet-professionele beleggers die zich een belegging in zo’n langetermijnactief met een niet-liquide karakter niet kunnen veroorloven. Wanneer een dergelijk matchingmechanisme in marketingcommunicatie aan niet-professionele beleggers wordt gepresenteerd, mag dit niet worden voorgesteld als een instrument dat op verzoek liquiditeit garandeert.

  34. Momenteel moeten Eltif’s overeenkomstig Verordening (EU) 2015/760 een gespecificeerd schema voor de ordelijke vervreemding van hun activa goedkeuren om de rechten van deelneming of aandelen van beleggers na de duur van de Eltif terug te betalen. Die verordening verplicht Eltif’s ook om dit gespecificeerde schema aan de bevoegde autoriteit van de Eltif bekend te maken. Die vereisten betekenen voor Eltif-beheerders aanzienlijke administratieve lasten en nalevingslasten, zonder dat dit tot een overeenkomstige verhoging van de beleggersbescherming leidt. Om deze lasten te verlichten zonder de bescherming van beleggers te verminderen, moeten Eltif’s de bevoegde autoriteit van de Eltif informeren over de ordelijke vervreemding van hun activa om de rechten van deelneming of aandelen van beleggers na het einde van de duur van de Eltif terug te betalen, en hoeven zij de bevoegde autoriteit van de Eltif alleen een gespecificeerd schema te verstrekken indien die bevoegde autoriteit hen daar uitdrukkelijk om verzoekt.

  35. Het prospectus van een feeder-Eltif kan zeer relevante informatie bevatten voor beleggers, waardoor beleggers de potentiële risico’s en voordelen van een belegging beter kunnen beoordelen. Daarom is het passend te eisen dat in geval van een master-feederstructuur het prospectus van de feeder-Eltif informatie bevat over de master-feederstructuur, de feeder-Eltif en de master-Eltif, en een beschrijving van alle door de feeder-Eltif te betalen vergoedingen of onkosten.

  36. Adequate openbaarmaking van vergoedingen en kosten is voor beleggers van cruciaal belang om een Eltif als potentiële beleggingsdoelstelling te beoordelen. Een dergelijke openbaarmaking is ook van belang wanneer de Eltif wordt verhandeld aan niet-professionele beleggers in het geval van master-feederstructuur. Het is daarom passend de Eltif-beheerder te verplichten in het jaarverslag van de feeder-Eltif een verklaring op te nemen over de totale kosten van de feeder-Eltif en de master-Eltif. Dit vereiste zou moeten helpen om beleggers te beschermen tegen onterechte extra kosten als gevolg van inschrijvings- en terugbetalingsvergoedingen die door de master-Eltif aan de feeder-Eltif in rekening kunnen worden gebracht.

  37. Verordening (EU) 2015/760 verplicht Eltif-beheerders ertoe in het Eltif-prospectus informatie openbaar te maken over vergoedingen in verband met beleggingen in die Eltif. Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad(9) bevat echter ook vereisten met betrekking tot de openbaarmaking van vergoedingen. Om de transparantie voor vergoedingsstructuren te verhogen, moet het vereiste in Verordening (EU) 2015/760 worden afgestemd op het vereiste in Verordening (EU) nr. 1286/2014.

  38. Momenteel moeten Eltif-beheerders overeenkomstig Verordening (EU) 2015/760 lokale voorzieningen opzetten in elke lidstaat waar zij voornemens zijn Eltif’s te verhandelen. Hoewel de vereisten om bepaalde taken uit te voeren voor beleggers in alle lidstaten blijven bestaan, is de verplichting om lokale faciliteiten op te zetten geschrapt bij Richtlijn (EU) 2019/1160 van het Europees Parlement en de Raad(10) wat betreft icbe’s en alternatieve beleggingsinstellingen die aan niet-professionele beleggers worden verhandeld, aangezien dergelijke lokale faciliteiten extra kosten en wrijving veroorzaken voor de grensoverschrijdende verhandeling van Eltif’s. Bovendien is de voorkeursmethode voor contacten met beleggers verschoven van fysieke bijeenkomsten in lokale faciliteiten naar directe interactie tussen fondsbeheerders of distributeurs en beleggers via elektronische middelen. Het schrappen van deze verplichting uit Verordening (EU) 2015/760 voor alle Eltif-beleggers zou daarom in overeenstemming zijn met Richtlijn (EU) 2019/1160 en de hedendaagse verhandelingsmethoden van financiële producten, en zou de aantrekkelijkheid van Eltif’s kunnen bevorderen voor vermogensbeheerders, die niet langer kosten zouden moeten maken die voortvloeien uit de exploitatie van lokale faciliteiten. Dat vereiste moet daarom worden geschrapt.

  39. Aangezien rechten van deelneming en aandelen in Eltif’s financiële instrumenten zijn, zijn de productgovernancevoorschriften van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad(11) van toepassing indien Eltif’s met verlening van beleggingsdiensten worden verhandeld. De rechten van deelneming of aandelen in Eltif’s kunnen echter ook worden gekocht zonder dat beleggingsdiensten worden verleend. Voor die gevallen is momenteel in Verordening (EU) 2015/760 bepaald dat beheerders van Eltif’s een interne beoordelingsprocedure moeten ontwikkelen voor Eltif’s die aan niet-professionele beleggers zullen worden verhandeld. De huidige regeling is geïnspireerd op de productgovernancevoorschriften van Richtlijn 2014/65/EU, maar bevat een aantal verschillen met deze richtlijn die niet gerechtvaardigd zijn en die afbreuk kunnen doen aan de bescherming van de belegger. Daarom moet worden bepaald dat de productgovernancevoorschriften van Richtlijn 2014/65/EU van toepassing zijn. De verwijzingen naar Richtlijn 2014/65/EU moeten op zodanige wijze worden opgevat dat zij tot gevolg hebben dat de gedelegeerde handelingen waarbij die richtlijn wordt aangevuld, worden toegepast.

  40. Overeenkomstig Verordening (EU) 2015/760 moeten distributeurs of beheerders van Eltif’s momenteel een geschiktheidstest uitvoeren voor niet-professionele beleggers. Dat vereiste is echter reeds neergelegd in artikel 25 van Richtlijn 2014/65/EU. Een dubbel vereiste vormt een extra laag van administratieve lasten die tot hogere kosten voor niet-professionele beleggers leiden en vormt een sterke belemmering voor Eltif-beheerders om nieuwe Eltif’s aan te bieden aan niet-professionele beleggers. Daarom moet die dubbele eis uit Verordening (EU) 2015/760 worden geschrapt.

  41. Om een hoog niveau van bescherming van niet-professionele beleggers te waarborgen moet een geschiktheidsbeoordeling worden uitgevoerd, ongeacht of niet-professionele beleggers de rechten van deelneming of aandelen van Eltif’s verwerven van distributeurs of van beheerders van Eltif’s, dan wel via de secundaire markt. Overeenkomstig artikel 25, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU moet de geschiktheidsbeoordeling informatie bevatten over de verwachte duur en het doel van de belegging en de risicotolerantie van de niet-professionele belegger, als onderdeel van de informatie over de beleggingsdoelstellingen en financiële situatie van de niet-professionele belegger, met inbegrip van hun vermogen om verliezen te dragen. Het resultaat van de beoordeling moet aan de niet-professionele beleggers worden meegedeeld in de vorm van een geschiktheidsverklaring, overeenkomstig artikel 25, lid 6, van Richtlijn 2014/65/EU.

  42. Bovendien moet, wanneer een Eltif op grond van de uitkomst van de geschiktheidsbeoordeling niet geschikt wordt geacht voor een niet-professionele belegger en een dergelijke belegger niettemin de transactie wil doorzetten, de uitdrukkelijke toestemming van die belegger worden verkregen voordat de beheerder of distributeur van de Eltif de transactie uitvoert.

  43. Overeenkomstig Verordening (EU) 2015/760 moeten distributeurs of beheerders van Eltif’s passend beleggingsadvies verstrekken wanneer zij Eltif’s aan niet-professionele beleggers verhandelen. Het gebrek aan nauwkeurigheid in Verordening (EU) 2015/760 over wat passend beleggingsadvies is en het ontbreken van een verwijzing naar de definitie van beleggingsadvies in Richtlijn 2014/65/EU, hebben geleid tot een gebrek aan rechtszekerheid en verwarring onder distributeurs en beheerders van Eltif’s. Bovendien moeten externe distributeurs door de verplichting om beleggingsadvies te verstrekken een vergunning uit hoofde van Richtlijn 2014/65/EU hebben wanneer zij Eltif’s verhandelen aan niet-professionele beleggers. Dat leidt tot onnodige belemmeringen voor de verhandeling van Eltif’s aan deze beleggers en onderwerpt Eltif’s ook aan strengere vereisten dan die voor de distributie van andere complexe financiële producten, waaronder de vereisten voor securitisaties van Verordening (EU) 2017/2402 en die voor in aanmerking komende achtergestelde passiva van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad(12). Het is dus niet nodig van distributeurs en beheerders van Eltif’s te verlangen dat zij niet-professionele beleggers dergelijk beleggingsadvies verstrekken. Gezien het belang van een gelijk speelveld voor financiële producten wanneer deze producten worden verhandeld aan eindbeleggers en het belang van onder meer doeltreffende waarborgen voor de bescherming van beleggers uit hoofde van deze verordening, mogen Eltif’s bovendien niet worden onderworpen aan onnodige administratieve lasten en regeldruk.

  44. Om te zorgen voor doeltreffend toezicht op de toepassing van de voorschriften voor de verhandeling van Eltif’s aan niet-professionele beleggers, moet de distributeur of — bij het rechtstreeks aanbieden of verkopen van rechten van deelneming of aandelen in een Eltif aan een niet-professionele belegger — de Eltif-beheerder onderworpen zijn aan de voorschriften voor het bijhouden van gegevens van Richtlijn 2014/65/EU.

  45. Indien Eltif’s via een distributeur aan niet-professionele beleggers worden verhandeld of verkocht, moet die distributeur voldoen aan de toepasselijke voorschriften van Richtlijn 2014/65/EU en van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad(13). Om de rechtszekerheid te waarborgen en dubbel werk te voorkomen, moet, wanneer een niet-professionele belegger beleggingsadvies heeft ontvangen uit hoofde van Richtlijn 2014/65/EU, worden geacht te zijn voldaan aan de eis dat een geschiktheidsbeoordeling wordt verstrekt.

  46. Het is een gevestigde marktpraktijk dat van de portefeuillebeheerders en het hoger personeel van de Eltif-beheerder geëist of verwacht wordt te beleggen in Eltif’s die door die Eltif-beheerder worden beheerd. Dergelijke personen worden verondersteld financieel onderlegd te zijn en goed geïnformeerd te zijn over de desbetreffende Eltif, zodat het overbodig zou zijn om van deze personen te verlangen dat zij voor beleggingen in de Eltif een geschiktheidstest ondergaan. Het is daarom passend dat Eltif-beheerders of distributeurs niet worden verplicht voor zulke personen een geschiktheidstest uit te voeren.

  47. Verordening (EU) 2015/760 vereist momenteel voor potentiële niet-professionele beleggers met een portefeuille financiële instrumenten van maximaal 500 000 EUR een initiële minimumbelegging van 10 000 EUR in een of meer Eltif’s, en vereist dat dergelijke beleggers in totaal niet meer dan 10 % van hun portefeuille financiële instrumenten beleggen in Eltif’s. Wanneer de initiële minimale belegging van 10 000 EUR en de limiet van de geaggregeerde belegging tot 10 % samen worden toegepast, vormen zij voor de niet-professionele belegger een aanzienlijke belemmering om in Eltif’s te beleggen, hetgeen indruist tegen het doel van Eltif’s, te weten een alternatief beleggingsfondsproduct voor de niet-professionele belegger te vormen. Daarom is het noodzakelijk het vereiste van een initiële belegging van minimaal 10 000 EUR en de beperking van de geaggregeerde belegging tot 10 % te schrappen.

  48. Overeenkomstig Verordening (EU) 2015/760 moeten beleggers momenteel gelijk worden behandeld en zijn een voorkeursbehandeling voor afzonderlijke beleggers of groepen van beleggers of het verlenen van specifieke economische voordelen aan die beleggers verboden. Eltif’s kunnen echter verschillende categorieën rechten van deelneming of aandelen hebben met enigszins of wezenlijk verschillende voorwaarden wat betreft vergoedingen, juridische structuur, verhandelingsregels en andere vereisten. Om rekening te houden met deze verschillen moeten deze vereisten enkel gelden voor individuele beleggers of groepen beleggers die beleggen in dezelfde categorie of categorieën van Eltif’s.

  49. Om Eltif-beheerders voldoende tijd te geven om zich aan te passen aan de vereisten van deze verordening, met inbegrip van de vereisten met betrekking tot de verhandeling van Eltif’s aan beleggers, moet deze verordening negen maanden na de inwerkingtreding ervan van toepassing worden.

  50. Vanwege de mogelijk niet-liquide aard van in aanmerking komende activa en vanwege de langetermijnoriëntatie van Eltif’s, kunnen deze instellingen moeilijkheden ondervinden om te voldoen aan wijzigingen in de fondsregels en in de regelgevingsvereisten die tijdens hun levenscyclus worden ingevoerd, zonder dat daarbij het vertrouwen van hun beleggers wordt aangetast. Daarom is het noodzakelijk te voorzien in overgangsregels voor Eltif’s waaraan een vergunning is verleend vóór de inwerkingtreding van deze verordening. Die Eltif’s moeten er echter ook voor kunnen kiezen onder deze verordening te vallen, op voorwaarde dat de bevoegde autoriteit van de Eltif daarvan in kennis wordt gesteld.

  51. Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk het waarborgen van een doeltreffend rechtskader voor de werking van Eltif’s in de gehele Unie en het bevorderen van langetermijnfinanciering door het aantrekken en kanaliseren van kapitaal naar langetermijnbeleggingen in de reële economie, conform de doelstelling van de Unie van slimme, duurzame en inclusieve groei, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt maar vanwege de omvang en de gevolgen van deze verordening beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

  52. Verordening (EU) 2015/760 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Wijzigingen van Verordening (EU) 2015/760

Verordening (EU) 2015/760 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In artikel 1 wordt lid 2 vervangen door:

    “2.

    De doelstelling van deze verordening is het aantrekken van kapitaal en het kanaliseren ervan naar langetermijnbeleggingen in de reële economie te vergemakkelijken, onder meer met het oog op investeringen die de Europese Green Deal en andere prioritaire gebieden bevorderen, overeenkomstig de Unie-doelstelling van slimme, duurzame en inclusieve groei.”.

  2. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

    1. punt 6 wordt vervangen door:

      1. “reële activa”: activa die op grond van hun inhoud en eigenschappen een intrinsieke waarde hebben;”;

    2. in punt 7 wordt het volgende punt ingevoegd:

      • een herverzekeringsonderneming als gedefinieerd in artikel 13, punt 4, van Richtlijn 2009/138/EG;”;

    3. de volgende punten worden ingevoegd:

      “14 bis.

      “eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie”: een securitisatie die voldoet aan de voorwaarden van artikel 18 van Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad(*);

      14 ter.

      “groep”: een groep als gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad(**);

    4. de volgende punten worden toegevoegd:

      1. “feeder-Eltif”: een Eltif, of een beleggingscompartiment daarvan, die ten minste 85 % van haar activa mag beleggen in rechten van deelneming of aandelen van een andere Eltif of van een beleggingscompartiment van een Eltif;

      2. “master-Eltif”: een Eltif, of een beleggingscompartiment daarvan, waarin een andere Eltif ten minste 85 % van haar activa belegt in rechten van deelneming of aandelen.”.

  3. In artikel 3 wordt lid 3 vervangen door:

    “3.

    De bevoegde autoriteiten van de Eltif’s informeren ESMA op kwartaalbasis over de ingevolge deze verordening verleende of ingetrokken vergunningen en over alle wijzigingen in de informatie over een Eltif die in het in de tweede alinea bedoelde centrale publieke register is opgenomen.

    ESMA houdt een geactualiseerd centraal publiek register bij waarin voor elke Eltif die op grond van deze verordening een vergunning heeft de volgende gegevens zijn opgenomen:

    1. de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) en de nationale code van de Eltif, indien beschikbaar;

    2. de naam en het adres van de Eltif-beheerder en, indien beschikbaar, de LEI van die beheerder;

    3. de ISIN-codes van de Eltif en elke afzonderlijke categorie rechten van deelneming of aandelen, indien beschikbaar;

    4. de LEI van de master-Eltif, indien beschikbaar;

    5. de LEI van de feeder-Eltif, indien beschikbaar;

    6. de bevoegde autoriteit van de Eltif en de lidstaat van herkomst van de Eltif;

    7. de lidstaten waar de Eltif wordt verhandeld;

    8. of de Eltif mag worden verhandeld aan niet-professionele beleggers of enkel mag worden verhandeld aan professionele beleggers;

    9. de datum van de vergunning van de Eltif;

    10. de datum waarop de verhandeling van de Eltif in de handel van start is gegaan;

    11. de datum waarop de informatie over de Eltif voor het laatst door ESMA werd geactualiseerd.

    Het centraal publiek register wordt in elektronische vorm beschikbaar gesteld.”.

  4. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

    1. in lid 1 wordt de tweede alinea vervangen door:

      “De aanvraag voor vergunning als Eltif omvat alle onderstaande gegevens:

      1. het reglement of de statuten van de Eltif;

      2. de naam van de voorgestelde Eltif-beheerder;

      3. de naam van de bewaarder en, indien de bevoegde autoriteit voor een Eltif die aan niet-professionele beleggers kan worden verhandeld dat verlangt, de schriftelijke overeenkomst met de bewaarder;

      4. indien de Eltif aan niet-professionele beleggers kan worden verhandeld, een beschrijving van de aan beleggers beschikbaar te stellen informatie, met inbegrip van een beschrijving van de regelingen voor het behandelen van klachten van niet-professionele beleggers;

      5. indien van toepassing, de volgende informatie over de master-feederstructuur van de Eltif:

        1. een verklaring dat de feeder-Eltif een feeder van de master-Eltif is;

        2. het reglement of de statuten van de master-Eltif en de overeenkomst tussen de feeder-Eltif en de master-Eltif of de interne bedrijfsvoeringsregels als bedoeld in artikel 29, lid 6;

        3. indien de master-Eltif en de feeder-Eltif verschillende bewaarders hebben, de in artikel 29, lid 7, bedoelde overeenkomst tot uitwisseling van informatie;

        4. wanneer de feeder-Eltif in een andere lidstaat is gevestigd dan de lidstaat van herkomst van de master-Eltif, een verklaring van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de master-Eltif dat de master-Eltif een Eltif is waarin de feeder-Eltif belegt.”;

    2. in lid 2, tweede alinea, wordt het inleidende gedeelte vervangen door:

      “Onverminderd lid 1 verstrekt een EU-abi-beheerder die een aanvraag indient voor het beheer van een in een andere lidstaat gevestigde Eltif, de bevoegde autoriteit van de Eltif de volgende documentatie:”;

    3. lid 3 wordt vervangen door:

      “3.

      Aanvragers worden er binnen twee maanden vanaf de datum van indiening van een volledige aanvraag van in kennis gesteld of de vergunning als Eltif is verleend.”;

    4. in lid 5, tweede alinea, wordt punt b) vervangen door:

      1. indien de Eltif aan niet-professionele beleggers kan worden verhandeld, een beschrijving van de aan niet-professionele beleggers beschikbaar te stellen informatie, met inbegrip van een beschrijving van de regelingen voor het behandelen van klachten van niet-professionele beleggers.”.

  5. Artikel 10 wordt vervangen door:

    “Artikel 10 In aanmerking komende beleggingsactiva

    1.

    Een actief als bedoeld in artikel 9, lid 1, punt a), komt enkel voor belegging door een Eltif in aanmerking indien het onder een van de volgende categorieën valt:

    1. aandelen- of quasi-aandeleninstrumenten die:

      1. door een kwalificerende portefeuillemaatschappij als bedoeld in artikel 11 zijn uitgegeven en door de Eltif bij die kwalificerende portefeuillemaatschappij of van een derde partij via de secundaire markt zijn verworven;

      2. door een kwalificerende portefeuillemaatschappij als bedoeld in artikel 11 zijn uitgegeven in ruil voor een aandeleninstrument of quasi-aandeleninstrument dat door de Eltif eerder bij die kwalificerende portefeuillemaatschappij of van een derde partij via de secundaire markt is verworven;

      3. door een maatschappij zijn uitgegeven waarin een kwalificerende portefeuillemaatschappij als bedoeld in artikel 11 een kapitaalparticipatie heeft in ruil voor een aandeleninstrument of quasi-aandeleninstrument dat door de Eltif overeenkomstig punt i) of punt ii) van het onderhavige punt a) is verworven;

    2. schuldinstrumenten die door een kwalificerende portefeuillemaatschappij als bedoeld in artikel 11 zijn uitgegeven;

    3. leningen die door de Eltif zijn verstrekt aan een kwalificerende portefeuillemaatschappij als bedoeld in artikel 11 met een looptijd die niet langer is dan de looptijd van de Eltif;

    4. rechten van deelneming of aandelen van een of meer andere Eltif’s, EuVECA’s, EuSEF’s, icbe’s en door EU-abi-beheerders beheerde EU-abi’s, mits die Eltif’s, EuVECA’s, EuSEF’s, icbe’s en EU-abi’s beleggen in in aanmerking komende beleggingen als bedoeld in artikel 9, leden 1 en 2, en zelf niet meer dan 10 % van hun activa in andere instellingen voor collectieve belegging hebben belegd;

    5. reële activa;

    6. eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisaties indien de onderliggende blootstellingen tot een van de volgende categorieën behoren:

      1. activa die zijn opgenomen in artikel 1, punt a), i), ii) of iv), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1851 van de Commissie(*);

      2. activa die zijn opgenomen in artikel 1, punt a), vii) of viii), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1851 van de Commissie, mits de opbrengsten van de gesecuritiseerde obligaties worden gebruikt voor de financiering of de herfinanciering van langetermijnbeleggingen;

    7. obligaties die uit hoofde van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese groene obligaties zijn uitgegeven door een kwalificerende portefeuillemaatschappij als bedoeld in artikel 11.

    De in punt d) van de eerste alinea vastgelegde limiet is niet van toepassing op feeder-Eltif’s.

    2.

    Ter controle op de naleving van de in artikel 13, lid 1, vastgestelde beleggingslimiet wordt met beleggingen door Eltif’s in rechten van deelneming of aandelen van Eltif’s, EuVECA’s, EuSEF’s, icbe’s en door EU-abi-beheerders beheerde EU-abi’s louter rekening gehouden ten belope van het bedrag van de beleggingen van die instellingen voor collectieve belegging in de in aanmerking komende beleggingsactiva als bedoeld in lid 1, eerste alinea, punten a), b), c), e), f) en g), van dit artikel.

    Ter controle op de naleving van de beleggingslimiet en de overige in artikel 13 en artikel 16, lid 1, vastgestelde limieten, worden de activa en de geldleningen van een Eltif gecombineerd met die van de andere instellingen voor collectieve belegging waarin de Eltif heeft belegd.

    Overeenkomstig dit lid geschiedt de controle op de naleving van de in artikel 13 en artikel 16, lid 1, vastgestelde beleggingslimiet en andere limieten op basis van ten minste op kwartaalbasis bijgewerkte informatie en, indien die informatie niet op kwartaalbasis beschikbaar is, op basis van de meest recente beschikbare informatie.

  6. Artikel 11, lid 1, wordt vervangen door:

    “1.

    Een kwalificerende portefeuillemaatschappij is een onderneming die op het tijdstip van de initiële belegging aan de volgende vereisten voldoet:

    1. zij is geen financiële onderneming tenzij,

      1. zij een financiële onderneming is die geen financiële of gemengde holding is, en

      2. die financiële onderneming minder dan vijf jaar vóór de datum van de initiële belegging een vergunning heeft gekregen of geregistreerd is;

    2. zij is een onderneming die:

      1. niet toegelaten is tot de handel op een gereglementeerde markt of op een multilaterale handelsfaciliteit, of

      2. toegelaten is tot de handel op een gereglementeerde markt of op een multilaterale handelsfaciliteit en een marktkapitalisatie van ten hoogste 1 500 000 000 EUR heeft;

    3. zij is gevestigd in een lidstaat of in een derde land mits het derde land:

      1. niet geïdentificeerd is als derde land met een hoog risico dat is opgenomen in de overeenkomstig artikel 9, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad(*) vastgestelde gedelegeerde handeling;

      2. niet vermeld is in bijlage I bij de Raadsconclusies over de herziene EU-lijst van jurisdicties die niet coöperatief zijn op belastinggebied.

  7. Artikel 12 wordt vervangen door:

    “Artikel 12 Belangenconflicten

    1.

    Een Eltif mag in een in aanmerking komend beleggingsactief waarin de Eltif-beheerder een direct of indirect belang heeft of neemt niet op andere wijze beleggen dan door het bezitten van rechten van deelneming of aandelen van de Eltif’s, EuSEF’s, EuVECA’s, icbe’s of EU-abi’s die de Eltif-beheerder beheert.

    2.

    Een EU-abi-beheerder die een Eltif beheert en ondernemingen die tot dezelfde groep behoren als die EU-abi-beheerder, alsook het personeel daarvan, mogen mee beleggen in die Eltif en met de Eltif mee beleggen in hetzelfde actief, mits de Eltif-beheerder organisatorische en administratieve regelingen heeft getroffen om belangenconflicten te identificeren, te voorkomen, te beheersen en te monitoren en mits dergelijke belangenconflicten op passende wijze openbaar worden gemaakt.”.

  8. De artikelen 13, 14, 15 en 16 worden vervangen door:

    “Artikel 13 Samenstelling en diversificatie van de portefeuille

    1.

    Een Eltif belegt ten minste 55 % van haar kapitaal in in aanmerking komende beleggingsactiva.

    2.

    Een Eltif belegt niet meer dan:

    1. 20 % van haar kapitaal in instrumenten die door één kwalificerende portefeuillemaatschappij zijn uitgegeven of in leningen die aan één kwalificerende portefeuillemaatschappij zijn verstrekt;

    2. 20 % van haar kapitaal in een enkel reëel actief;

    3. 20 % van haar kapitaal in rechten van deelneming of aandelen van één Eltif, EuVECA, EuSEF, icbe of door een EU-abi-beheerder beheerde EU-abi;

    4. 10 % van haar kapitaal in activa bedoeld in artikel 9, lid 1, punt b), indien die activa door één instelling zijn uitgegeven.

    3.

    De totale waarde van eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisaties in een Eltif-portefeuille mag niet groter zijn dan 20 % van de waarde van het kapitaal van de Eltif.

    4.

    De totale risicoblootstelling aan een tegenpartij van de Eltif die voortkomt uit over-the-counter (otc)-derivatentransacties, retrocessieovereenkomsten of omgekeerde retrocessieovereenkomsten mag niet groter zijn dan 10 % van de waarde van het kapitaal van de Eltif.

    5.

    In afwijking van lid 2, punt d), mag een Eltif de daarin bedoelde limiet van 10 % tot 25 % verhogen indien obligaties worden uitgegeven door een kredietinstelling waarvan de statutaire zetel in een lidstaat gevestigd is en die wettelijk is onderworpen aan speciaal overheidstoezicht ter bescherming van obligatiehouders. Meer bepaald worden de uit de uitgifte van die obligaties verkregen bedragen overeenkomstig de wet belegd in activa die, gedurende de gehele looptijd van de obligaties, de aan de obligaties verbonden vorderingen kunnen dekken en die, in geval de uitgevende instelling in gebreke blijft, bij voorrang zullen worden gebruikt voor de terugbetaling van de hoofdsom en de betaling van de vervallen rente.

    6.

    Voor de berekening van de limieten waarvan sprake in de leden 1 tot en met 5 van dit artikel worden ondernemingen die voor de opstelling van geconsolideerde jaarrekeningen tot één groep worden gerekend, zoals geregeld bij Richtlijn 2013/34/EU of overeenkomstig erkende internationale financiële verslagleggingsregels, als één kwalificerende portefeuilleonderneming of één instelling beschouwd.

    7.

    De in de leden 2 tot en met 4 neergelegde beleggingslimieten zijn niet van toepassing indien de Eltif’s enkel aan professionele beleggers worden verhandeld. De in lid 2, punt c), vastgestelde beleggingslimiet is niet van toepassing indien een Eltif een feeder-Eltif is.

    Artikel 14 Rectificatie van beleggingsposities

    Indien een Eltif inbreuk pleegt op de in artikel 13 neergelegde vereisten inzake de samenstelling en diversificatie van de portefeuille of op de in artikel 16, lid 1, punt a), vermelde leenlimieten en deze inbreuk buiten de invloedssfeer van de Eltif-beheerder ligt, treft de Eltif-beheerder binnen een passende termijn de maatregelen die nodig zijn om de positie te rectificeren, met inachtneming van de belangen van de beleggers in de Eltif.

    Artikel 15 Concentratielimieten

    1.

    Een Eltif mag niet meer dan 30 % van de rechten van deelneming of aandelen van één enkele Eltif, EuVECA, EuSEF, icbe of door een EU-abi-beheerder beheerde EU-abi verwerven. Die limiet is niet van toepassing indien de Eltif’s uitsluitend aan professionele beleggers worden verhandeld, noch op feeder-Eltif’s die in hun master-Eltif’s beleggen.

    2.

    De in artikel 56, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG neergelegde concentratielimieten gelden voor investeringen in de activa waarvan sprake is in artikel 9, lid 1, punt b), van deze verordening, behalve als de Eltif’s enkel aan professionele beleggers worden verhandeld.

    Artikel 16 Lenen van contanten

    1.

    Een Eltif mag contanten lenen mits daarbij alle volgende voorwaarden worden vervuld:

    1. de contanten vertegenwoordigen niet meer dan 50 % van de intrinsieke waarde van de Eltif in het geval van Eltif’s die verhandeld kunnen worden aan niet-professionele beleggers, en niet meer dan 100 % van de intrinsieke waarde van de Eltif in het geval van Eltif’s die enkel aan professionele beleggers worden verhandeld;

    2. de contanten dienen voor het verrichten van beleggingen of het verschaffen van liquiditeit, onder meer om kosten en uitgaven te betalen, mits de bezittingen in contanten of het equivalent van contanten van de Eltif onvoldoende zijn om de betrokken belegging te verrichten;

    3. de contanten worden geleend in dezelfde valuta als die van de met de geleende contanten te verwerven activa, of in een andere valuta indien de blootstelling aan het valutarisico van deze beleggingen naar behoren is afgedekt;

    4. de looptijd is niet langer dan de duur van de Eltif.

    Bij het lenen van contanten kan een Eltif activa bezwaren voor de uitvoering van zijn leenstrategie.

    Leenregelingen die door de kapitaaltoezeggingen van beleggers volledig zijn gedekt, worden voor de toepassing van dit lid niet als lening beschouwd.

    2.

    De Eltif-beheerder geeft in het prospectus van de Eltif aan of de Eltif voornemens is contanten te lenen als onderdeel van de beleggingsstrategie van de Eltif, en geeft als dat het geval is daarin ook de leenlimieten aan.

    3.

    De leenlimieten die in het lid 2 bedoelde prospectus nader moeten worden bepaald, gelden pas vanaf de datum die gespecificeerd is in het reglement of in de statuten van de Eltif. Die datum is niet later dan drie jaar na de datum waarop met de verhandeling van de Eltif is begonnen.

    4.

    De in lid 1, punt a), bedoelde leenlimieten worden tijdelijk opgeschort indien de Eltif extra kapitaal aantrekt of het reeds aangetrokken kapitaal reduceert. Een dergelijke opschorting wordt beperkt in de tijd tot de periode die strikt noodzakelijk is, rekening houdend met de belangen van de beleggers in de Eltif, en duurt in geen geval langer dan twaalf maanden.”.

  9. In artikel 17, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:

    “1.

    De in artikel 13 vastgestelde vereisten inzake de samenstelling en diversificatie van de portefeuille:

    1. gelden op de datum die in het reglement of de statuten van de Eltif is bepaald;

    2. blijven buiten toepassing zodra de Eltif activa begint te verkopen om de rechten van deelneming of aandelen van beleggers terug te betalen na de duur van de Eltif;

    3. worden tijdelijk opgeschort indien de Eltif bijkomend kapitaal aantrekt of het reeds aangetrokken kapitaal reduceert, mits die opschorting niet langer duurt dan twaalf maanden.”.

  10. Artikel 18 wordt vervangen door:

    “Artikel 18 Terugbetaling van rechten van deelneming of aandelen van Eltif’s

    1.

    Beleggers in een Eltif kunnen niet om terugbetaling van hun rechten van deelneming of aandelen vragen vóór het einde van de duur van de Eltif. Terugbetalingen aan beleggers zijn mogelijk vanaf de dag volgend op de datum van het einde van de duur van de Eltif.

    In het reglement of de statuten van de Eltif wordt duidelijk een specifieke datum als het einde van de duur van de Eltif vermeld, en kan tevens worden voorzien in het recht van tijdelijke verlenging van de duur van de Eltif en de voorwaarden om dat recht uit te oefenen.

    In het reglement of de statuten van de Eltif en de informatie die aan beleggers wordt verstrekt, worden de procedures vastgelegd voor de terugbetaling van rechten van deelneming of aandelen en de vervreemding van activa en wordt duidelijk aangegeven dat terugbetalingen aan beleggers mogelijk zijn vanaf de dag volgend op de datum van het einde van de duur van de Eltif.

    2.

    In afwijking van lid 1 van dit artikel kan in het reglement of de statuten van een Eltif voorzien worden in de mogelijkheid van terugbetalingen tijdens de duur van de Eltif, mits daarbij alle volgende voorwaarden worden vervuld:

    1. terugbetalingen worden niet toegestaan vóór het einde van een minimumperiode van bezit of vóór de in artikel 17, lid 1, punt a), vermelde datum;

    2. de Eltif-beheerder kan op het moment van vergunningverlening aan de Eltif en gedurende de hele duur van de Eltif aan de bevoegde autoriteit van de Eltif aantonen dat de Eltif beschikt over een passend terugbetalingsbeleid dat en over instrumenten voor liquiditeitsbeheer die verenigbaar zijn met de langetermijnbeleggingsstrategie van de Eltif;

    3. in het terugbetalingsbeleid van de Eltif zijn duidelijk de procedures en voorwaarden voor terugbetalingen aangegeven;

    4. het terugbetalingsbeleid van de Eltif waarborgt dat terugbetalingen beperkt blijven tot een percentage van de activa van de Eltif als bedoeld in artikel 9, lid 1, punt b);

    5. het terugbetalingsbeleid van de Eltif waarborgt dat beleggers eerlijk worden behandeld en dat terugbetalingen pro rata worden toegestaan indien de terugbetalingsverzoeken het in punt d) van deze alinea bedoelde percentage overschrijden.

    De in de eerste alinea, punt a), bedoelde voorwaarde van een minimumperiode van bezit is niet van toepassing op feeder-Eltif’s die in hun master-Eltif’s beleggen.

    3.

    De duur van een Eltif is in overeenstemming met het langetermijnkarakter van de Eltif en is verenigbaar met de levenscycli van elk van de afzonderlijke activa van de Eltif, gemeten naar het illiquiditeitsprofiel en de economische levenscyclus van het actief en de aangegeven beleggingsdoelstelling van de Eltif.

    4.

    Beleggers hebben altijd de keuze om in contanten te worden terugbetaald.

    5.

    Terugbetaling in natura uit de activa van een Eltif is alleen mogelijk indien alle volgende voorwaarden zijn vervuld:

    1. in het reglement of de statuten van de Eltif wordt die mogelijkheid geboden, mits alle beleggers eerlijk worden behandeld;

    2. de belegger vraagt schriftelijk te worden terugbetaald middels een deel van de activa van de Eltif;

    3. geen specifieke regels beperken de overdracht van die activa.

    6.

    ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de omstandigheden waarin de duur van een Eltif wordt aangemerkt als verenigbaar met de levenscycli van elk van de afzonderlijke activa van de Eltif, als bedoeld in lid 3.

    ESMA ontwikkelt tevens ontwerpen van technische reguleringsnormen tot specificering van het volgende:

    1. de criteria om de in lid 2, eerste alinea, punt a), bedoelde minimumperiode van bezit te bepalen;

    2. de minimuminformatie die overeenkomstig lid 2, eerste alinea, punt b), aan de bevoegde autoriteit van de Eltif dient te worden verstrekt;

    3. de vereisten waaraan de Eltif moet voldoen met betrekking tot haar terugbetalingsbeleid en instrumenten voor liquiditeitsbeheer, als bedoeld in lid 2, eerste alinea, punten b) en c), en

    4. de criteria voor de beoordeling van het in lid 2, eerste alinea, punt d), bedoelde percentage, rekening houdend met onder meer de verwachte kasstromen en verplichtingen van de Eltif.

    ESMA dient de in de eerste en tweede alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 10 januari 2024 in bij de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste en tweede alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

  11. Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

    1. lid 2 wordt vervangen door:

      “2.

      In het reglement of de statuten van een Eltif worden beleggers niet belet om hun aandelen of rechten van deelneming vrij aan andere derden dan de Eltif-beheerder, over te dragen, mits aan de toepasselijke regelgevingsvereisten en de voorwaarden in het prospectus van de Eltif is voldaan.”;

    2. het volgende lid wordt ingevoegd:

      “2 bis.

      Het reglement of de statuten van de Eltif mogen voorzien in de mogelijkheid, tijdens de duur van de Eltif, tot volledige of gedeeltelijke matching van verzoeken tot overdracht van rechten van deelneming of aandelen van de Eltif van uitstappende Eltif-beleggers met verzoeken tot overdracht van potentiële beleggers, mits daarbij alle volgende voorwaarden worden vervuld:

      1. de Eltif-beheerder heeft een beleid voor matchingverzoeken waarin alle volgende elementen duidelijk worden vermeld:

        1. de overdrachtsprocedure voor zowel uitstappende als potentiële beleggers;

        2. de rol van de Eltif-beheerder of de administrateur van het fonds bij de uitvoering van overdrachten en de matching van de respectievelijke verzoeken;

        3. de perioden waarin uitstappende en potentiële beleggers om overdracht van de aandelen of de rechten van deelneming van de Eltif mogen vragen;

        4. de regels voor het bepalen van de uitvoeringsprijs;

        5. de regels voor het bepalen van de proratiseringsvoorwaarden;

        6. het tijdstip en de aard van de openbaarmaking van informatie met betrekking tot de overdrachtsprocedure;

        7. de eventuele vergoedingen, kosten en heffingen in verband met de overdrachtsprocedure;

      2. het beleid en de procedures voor de matching van de verzoeken van uitstappende beleggers van de Eltif met die van potentiële beleggers zorgen ervoor dat beleggers eerlijk behandeld worden en dat bij een mismatch tussen uitstappende en potentiële beleggers de matching pro rata wordt uitgevoerd;

      3. de matching van verzoeken stelt de Eltif-beheerder in staat het liquiditeitsrisico van de Eltif te monitoren en de matching is in overeenstemming met de langetermijnbeleggingsstrategie van de Eltif.”;

    3. het volgende lid wordt toegevoegd:

      “5.

      ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen tot specificering van de omstandigheden voor het in lid 2 bis, uiteengezette gebruik van matching, met inbegrip van de informatie die door Eltif’s aan de beleggers moet worden verstrekt.

      ESMA legt de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 10 januari 2024 voor aan de Commissie.

      Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

  12. In artikel 21 wordt lid 1 vervangen door:

    “1.

    Een Eltif informeert de bevoegde autoriteit van de Eltif ten laatste een jaar vóór de datum van het einde van de duur van de Eltif over de ordelijke vervreemding van haar activa om de rechten van deelneming of aandelen van beleggers na het einde van de duur van de Eltif terug te betalen. De Eltif verstrekt de bevoegde autoriteit op haar verzoek een gespecificeerd schema voor de ordelijke vervreemding van haar activa.”.

  13. In artikel 22 wordt lid 3 vervangen door:

    “3.

    Een Eltif mag haar kapitaal in het geval van een vervreemding van een actief tijdens de duur van de Eltif pro rata reduceren, mits de Eltif-beheerder na ampele overweging van oordeel is dat die vervreemding in het belang van de beleggers is.”.

  14. Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

    1. in lid 3 wordt punt b) vervangen door:

      1. informatie die door instellingen voor collectieve belegging van het closed-end-type overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad openbaar moet worden gemaakt(*);

    2. het volgende lid wordt ingevoegd:

      “3 bis.

      Het prospectus van een feeder-Eltif bevat de volgende informatie:

      1. een verklaring dat de feeder-Eltif een feeder van een master-Eltif is en als zodanig steeds ten minste 85 % van haar activa belegt in rechten van deelneming of aandelen van die master-Eltif;

      2. de beleggingsdoelstelling en het beleggingsbeleid van de feeder-Eltif, met inbegrip van het risicoprofiel en of de prestaties van de feeder- en de master-Eltif identiek zijn, of in welke mate en om welke redenen zij verschillen;

      3. een korte beschrijving van de master-Eltif, haar structuur en haar beleggingsdoelstelling en -beleid, waaronder het risicoprofiel, en een vermelding hoe het prospectus van de master-Eltif kan worden verkregen;

      4. een samenvatting van de overeenkomst tussen de feeder- en de master-Eltif of de interne bedrijfsvoeringsregels als bedoeld in artikel 29, lid 6;

      5. hoe de deelnemers of aandeelhouders nadere informatie kunnen krijgen over de master-Eltif en de overeenkomst tussen de feeder- en de master-Eltif als bedoeld in artikel 29, lid 6;

      6. een beschrijving van alle vergoedingen en onkosten die de feeder-Eltif op grond van haar belegging in rechten van deelneming of aandelen van de master-Eltif voor haar rekening moet nemen, alsmede de totale kosten van de feeder-Eltif en de master-Eltif.”;

    3. aan lid 5 wordt de volgende alinea toegevoegd:

      “Indien de Eltif aan niet-professionele beleggers wordt verhandeld, neemt de Eltif-beheerder in het jaarverslag van de feeder-Eltif een verklaring op over de totale kosten van de feeder-Eltif en de master-Eltif. In het jaarverslag van de feeder-Eltif wordt aangegeven hoe het jaarverslag van de master-Eltif kan worden verkregen.”.

  15. In artikel 25 wordt lid 2 vervangen door:

    “2.

    In het prospectus wordt een totale kostenratio van de Eltif openbaar gemaakt.”.

  16. Artikel 26 wordt geschrapt;

  17. Artikel 27 wordt vervangen door:

    “Artikel 27 Interne beoordelingsprocedure voor Eltif’s die aan niet-professionele beleggers kunnen worden verhandeld

    De beheerder van een Eltif waarvan de rechten van deelneming of aandelen aan niet-professionele beleggers kunnen worden verhandeld, is onderworpen aan de vereisten van artikel 16, lid 3, tweede tot en met vijfde en zevende alinea, van Richtlijn 2014/65/EU, en van artikel 24, lid 2, van die Richtlijn.”.

  18. Artikel 28 wordt geschrapt;

  19. Aan artikel 29 worden de volgende leden toegevoegd:

    “6.

    Bij een master-feeder-structuur verstrekt de master-Eltif de feeder-Eltif alle documenten en informatie die de feeder-Eltif nodig heeft om aan de vereisten van deze verordening te voldoen. Hiertoe gaat de feeder-Eltif een overeenkomst aan met de master-Eltif.

    De in de eerste alinea bedoelde overeenkomst is op verzoek kosteloos beschikbaar voor alle deelnemers of aandeelhouders. Indien de master-Eltif en de feeder-Eltif door dezelfde Eltif-beheerder worden beheerd, kan de overeenkomst worden vervangen door interne bedrijfsvoeringsregels die waarborgen dat aan de voorwaarden van dit lid wordt voldaan.

    7.

    Indien de master-Eltif en de feeder-Eltif verschillende bewaarders hebben, gaan die bewaarders een overeenkomst tot uitwisseling van informatie aan, om ervoor te zorgen dat beide bewaarders hun plichten vervullen. De feeder-Eltif belegt niet in rechten van deelneming of aandelen van de master-Eltif totdat een dergelijke overeenkomst van kracht is geworden.

    Wanneer zij voldoen aan de in dit lid vastgestelde voorwaarden, mogen noch de bewaarder van de master-Eltif noch die van de feeder-Eltif inbreuk plegen op enige regel die het verstrekken van informatie beperkt of die betrekking heeft op gegevensbescherming en die voortvloeit uit een contract of een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling. Een dergelijke bewaarder of degene die namens hem handelt, kan voor een dergelijke naleving op generlei wijze aansprakelijk worden gesteld.

    De feeder-Eltif of, indien van toepassing, de beheerder van de feeder-Eltif, zorgt ervoor dat alle informatie over de master-Eltif die nodig is voor het vervullen van de plichten van de bewaarder van de feeder-Eltif aan de bewaarder van de feeder-Eltif wordt meegedeeld. De bewaarder van de master-Eltif stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de master-Eltif, van de feeder-Eltif of, indien van toepassing, van de beheerder en van de bewaarder van de feeder-Eltif onmiddellijk in kennis van onregelmatigheden die zij bij de master-Eltif constateert en die geacht worden een negatief effect op de feeder-Eltif te zullen hebben.”.

  20. Artikel 30 wordt vervangen door:

    “Artikel 30 Specifieke vereisten betreffende de distributie en de verhandeling van Eltif’s aan niet-professionele beleggers

    1.

    De rechten van deelneming of aandelen in een Eltif mogen alleen aan niet-professionele beleggers worden verhandeld indien er een geschiktheidsbeoordeling is uitgevoerd overeenkomstig artikel 25, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU en er aan die niet-professionele belegger overeenkomstig artikel 25, lid 6, tweede en derde alinea, van die richtlijn een geschiktheidsverklaring is verstrekt.

    De in de eerste alinea van dit lid bedoelde geschiktheidsbeoordeling wordt uitgevoerd ongeacht of de niet-professionele belegger de rechten van deelneming of aandelen van de Eltif’s heeft verworven van de distributeur of de Eltif-beheerder, dan wel via de secundaire markt overeenkomstig artikel 19 van deze verordening.

    Indien aan alle van de onderstaande voorwaarden is voldaan, is van de niet-professionele belegger uitdrukkelijke toestemming vereist, waarbij deze aangeeft de risico’s van een belegging in een Eltif te begrijpen:

    1. de geschiktheidsbeoordeling is niet verstrekt in het kader van beleggingsadvies;

    2. de Eltif is op basis van de krachtens de eerste alinea uitgevoerde geschiktheidsbeoordeling als ongeschikt aangemerkt voor de niet-professionele belegger;

    3. de niet-professionele belegger wil de transactie doorzetten ondanks het feit dat de Eltif als ongeschikt is aangemerkt voor die belegger.

    De distributeur of, in geval van rechtstreekse aanbieding of verkoop van rechten van deelneming of aandelen in een Eltif aan een niet-professionele belegger, de Eltif-beheerder, stelt een register op als bedoeld in artikel 25, lid 5, van Richtlijn 2014/65/EU.

    2.

    De distributeur of, in geval van rechtstreekse aanbieding of verkoop van rechten van deelneming of aandelen in een Eltif aan een niet-professionele belegger, de Eltif-beheerder, geeft een duidelijke schriftelijke verklaring af waarin de niet-professionele belegger wordt geïnformeerd over het volgende:

    1. wanneer de duur van een aan niet-professionele beleggers aangeboden of verkochte Eltif meer dan tien jaar bedraagt: dat de Eltif mogelijkerwijs niet geschikt is voor niet-professionele beleggers die zich een belegging in zo’n langetermijnactief met een niet-liquide karakter niet kunnen veroorloven;

    2. indien het reglement of de statuten van een Eltif voorzien in de mogelijkheid om rechten van deelneming of aandelen van de Eltif te matchen, als bedoeld in artikel 19, lid 2 bis: dat het bestaan van een dergelijke mogelijkheid de niet-professionele belegger niet het recht op uitstappen biedt, noch garandeert dat zijn rechten van deelneming of aandelen van de betrokken Eltif zullen worden terugbetaald.

    3.

    De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing wanneer de niet-professionele belegger tot het hoger kader behoort of een portefeuillebeheerder, directeur, functionaris, dan wel een agent of werknemer is van de Eltif-beheerder of van een verbonden entiteit van de Eltif-beheerder, en voldoende kennis heeft over de Eltif.

    4.

    Een feeder-Eltif vermeldt in al haar publicitaire mededelingen dat zij steeds ten minste 85 % van haar activa belegt in rechten van deelneming of aandelen van de master-Eltif.

    5.

    Het reglement of de statuten van een Eltif die verhandeld wordt aan niet-professionele beleggers in de relevante klassen van aandelen of rechten van deelneming bepalen dat alle beleggers een gelijke behandeling genieten en dat geen voorkeursbehandeling of specifiek economisch voordeel aan afzonderlijke beleggers of groepen van beleggers binnen de relevante klassen van aandelen of rechten van deelneming wordt verleend.

    6.

    De rechtsvorm van een Eltif die verhandeld wordt aan niet-professionele beleggers mag niet leiden tot enige extra aansprakelijkheid voor de niet-professionele belegger of bijkomende toezeggingen voor deze beleggers behalve de oorspronkelijke kapitaaltoezeggingen.

    7.

    Niet-professionele beleggers kunnen tijdens de inschrijvingsperiode en gedurende een periode van twee weken na de ondertekening van de oorspronkelijke toezegging of inschrijvingsovereenkomst op rechten van deelneming of aandelen in de Eltif hun inschrijving annuleren en de gelden zonder verlies terugbetaald krijgen.

    8.

    De beheerder van een Eltif die verhandeld wordt aan niet-professionele beleggers voert passende procedures en regelingen in voor de behandeling van klachten van niet-professionele beleggers, die niet-professionele beleggers in staat stellen klachten in te dienen in de officiële taal of in een van de officiële talen van hun lidstaat.”.

  21. Artikel 31, lid 4, wordt als volgt gewijzigd:

    1. de punten a) en b) worden vervangen door:

      1. het prospectus van de Eltif, en

      2. het essentiële-informatiedocument van de Eltif in geval van verhandeling aan niet-professionele beleggers.”;

    2. punt c) wordt geschrapt.

  22. In artikel 34 wordt lid 2 vervangen door:

    “2.

    De overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU aan ESMA verleende bevoegdheden worden eveneens met betrekking tot deze verordening en met inachtneming van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad(*) uitgeoefend.

  23. Artikel 37 wordt vervangen door:

    “Artikel 37 Toetsing

    1.

    De Commissie toetst de toepassing van deze verordening en analyseert ten minste de volgende elementen:

    1. de mate waarin Eltif’s in de Unie worden verhandeld, daaronder begrepen of de in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde abi-beheerders er belang bij kunnen hebben Eltif’s te verhandelen;

    2. de toepassing van de bepalingen inzake de vergunning van Eltif’s, zoals neergelegd in de artikelen 3 tot en met 6;

    3. of de bepalingen inzake het centraal publiek register van Eltif’s, zoals neergelegd in artikel 3, moeten worden geactualiseerd;

    4. of de lijst van in aanmerking komende activa en beleggingen, de vereisten inzake de samenstelling en diversificatie van de portefeuille, de regels inzake concentratie en de limieten ten aanzien van het lenen van contanten moeten worden geactualiseerd;

    5. de impact van de toepassing van de in artikel 13, lid 1, neergelegde investeringslimiet van in aanmerking komende beleggingsactiva op de activadiversificatie;

    6. of de bepalingen inzake belangenconflicten zoals neergelegd in artikel 12 moeten worden geactualiseerd;

    7. de toepassing van artikel 18 en de impact van die toepassing op het terugbetalingsbeleid en de duur van Eltif’s;

    8. of de transparantievereisten van hoofdstuk IV passend zijn;

    9. of de in hoofdstuk V neergelegde bepalingen inzake de verhandeling van rechten van deelneming of aandelen van Eltif’s passend zijn en zorgen voor een doeltreffende beleggersbescherming, met inbegrip van niet-professionele beleggers;

    10. of Eltif’s een aanzienlijke bijdrage hebben geleverd aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, zoals die welke zijn vastgesteld in de Europese Green Deal en op andere prioritaire gebieden.

    2.

    Op basis van de in lid 1 van dit artikel bedoelde toetsing doet de Commissie het Europees Parlement en de Raad uiterlijk op 10 april 2030 en na raadpleging van ESMA een verslag toekomen met een beoordeling van de bijdrage die deze verordening en Eltif’s leveren aan de voltooiing van de kapitaalmarktenunie en aan de verwezenlijking van de doelstellingen vermeld in artikel 1, lid 2. Dat verslag gaat in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel.”.

  24. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    “Artikel 37 bis Toetsing van duurzaamheidsaspecten van Eltif’s

    Uiterlijk op 11 januari 2026 voert de Commissie een beoordeling uit en dient zij een verslag, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel, in bij het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot ten minste het volgende:

    1. of de invoering van een facultatieve aanduiding van “Eltif die als ecologisch duurzaam wordt verhandeld” of “groene Eltif” haalbaar is, en met name:

      1. of een dergelijke aanduiding voorbehouden moet worden aan Eltif’s die financiële producten zijn die duurzame beleggingen tot doel hebben, zoals bedoeld in artikel 9 van Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad(*);

      2. of een dergelijke aanduiding voorbehouden moet worden aan Eltif’s die hun in aanmerking komende activa of totale activa geheel of in aanzienlijke mate beleggen in duurzame activiteiten en, zo ja, hoe het aanzienlijke gedeelte moet worden gedefinieerd;

      3. of duurzame activiteiten kunnen worden gekoppeld aan de duurzaamheidscriteria die zijn vastgesteld in de gedelegeerde handelingen die zijn vastgesteld op grond van artikel 10, lid 3, artikel 11, lid 3, artikel 12, lid 2, artikel 13, lid 2, artikel 14, lid 2, en artikel 15, lid 2, van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad(**);

    2. of er een algemene verplichting voor Eltif’s moet bestaan om in hun beleggingsbeslissingen te voldoen aan het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in de zin van artikel 2 bis van Verordening (EU) 2019/2088, dan wel of die verplichting moet worden beperkt tot Eltif’s die als ecologisch duurzame of groene Eltif’s worden verhandeld, indien een dergelijke facultatieve aanduiding haalbaar wordt geacht;

    3. of er mogelijkheden zijn om het kader voor Eltif’s te verbeteren door een grotere bijdrage te leveren aan de doelstellingen van de Europese Green Deal, zonder afbreuk te doen aan de aard van Eltif’s.

“Artikel 10 In aanmerking komende beleggingsactiva

1.

Een actief als bedoeld in artikel 9, lid 1, punt a), komt enkel voor belegging door een Eltif in aanmerking indien het onder een van de volgende categorieën valt:

  1. aandelen- of quasi-aandeleninstrumenten die:

    1. door een kwalificerende portefeuillemaatschappij als bedoeld in artikel 11 zijn uitgegeven en door de Eltif bij die kwalificerende portefeuillemaatschappij of van een derde partij via de secundaire markt zijn verworven;

    2. door een kwalificerende portefeuillemaatschappij als bedoeld in artikel 11 zijn uitgegeven in ruil voor een aandeleninstrument of quasi-aandeleninstrument dat door de Eltif eerder bij die kwalificerende portefeuillemaatschappij of van een derde partij via de secundaire markt is verworven;

    3. door een maatschappij zijn uitgegeven waarin een kwalificerende portefeuillemaatschappij als bedoeld in artikel 11 een kapitaalparticipatie heeft in ruil voor een aandeleninstrument of quasi-aandeleninstrument dat door de Eltif overeenkomstig punt i) of punt ii) van het onderhavige punt a) is verworven;

  2. schuldinstrumenten die door een kwalificerende portefeuillemaatschappij als bedoeld in artikel 11 zijn uitgegeven;

  3. leningen die door de Eltif zijn verstrekt aan een kwalificerende portefeuillemaatschappij als bedoeld in artikel 11 met een looptijd die niet langer is dan de looptijd van de Eltif;

  4. rechten van deelneming of aandelen van een of meer andere Eltif’s, EuVECA’s, EuSEF’s, icbe’s en door EU-abi-beheerders beheerde EU-abi’s, mits die Eltif’s, EuVECA’s, EuSEF’s, icbe’s en EU-abi’s beleggen in in aanmerking komende beleggingen als bedoeld in artikel 9, leden 1 en 2, en zelf niet meer dan 10 % van hun activa in andere instellingen voor collectieve belegging hebben belegd;

  5. reële activa;

  6. eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisaties indien de onderliggende blootstellingen tot een van de volgende categorieën behoren:

    1. activa die zijn opgenomen in artikel 1, punt a), i), ii) of iv), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1851 van de Commissie(*);

    2. activa die zijn opgenomen in artikel 1, punt a), vii) of viii), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1851 van de Commissie, mits de opbrengsten van de gesecuritiseerde obligaties worden gebruikt voor de financiering of de herfinanciering van langetermijnbeleggingen;

  7. obligaties die uit hoofde van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese groene obligaties zijn uitgegeven door een kwalificerende portefeuillemaatschappij als bedoeld in artikel 11.

De in punt d) van de eerste alinea vastgelegde limiet is niet van toepassing op feeder-Eltif’s.

2.

Ter controle op de naleving van de in artikel 13, lid 1, vastgestelde beleggingslimiet wordt met beleggingen door Eltif’s in rechten van deelneming of aandelen van Eltif’s, EuVECA’s, EuSEF’s, icbe’s en door EU-abi-beheerders beheerde EU-abi’s louter rekening gehouden ten belope van het bedrag van de beleggingen van die instellingen voor collectieve belegging in de in aanmerking komende beleggingsactiva als bedoeld in lid 1, eerste alinea, punten a), b), c), e), f) en g), van dit artikel.

Ter controle op de naleving van de beleggingslimiet en de overige in artikel 13 en artikel 16, lid 1, vastgestelde limieten, worden de activa en de geldleningen van een Eltif gecombineerd met die van de andere instellingen voor collectieve belegging waarin de Eltif heeft belegd.

Overeenkomstig dit lid geschiedt de controle op de naleving van de in artikel 13 en artikel 16, lid 1, vastgestelde beleggingslimiet en andere limieten op basis van ten minste op kwartaalbasis bijgewerkte informatie en, indien die informatie niet op kwartaalbasis beschikbaar is, op basis van de meest recente beschikbare informatie.

“Artikel 12 Belangenconflicten

1.

Een Eltif mag in een in aanmerking komend beleggingsactief waarin de Eltif-beheerder een direct of indirect belang heeft of neemt niet op andere wijze beleggen dan door het bezitten van rechten van deelneming of aandelen van de Eltif’s, EuSEF’s, EuVECA’s, icbe’s of EU-abi’s die de Eltif-beheerder beheert.

2.

Een EU-abi-beheerder die een Eltif beheert en ondernemingen die tot dezelfde groep behoren als die EU-abi-beheerder, alsook het personeel daarvan, mogen mee beleggen in die Eltif en met de Eltif mee beleggen in hetzelfde actief, mits de Eltif-beheerder organisatorische en administratieve regelingen heeft getroffen om belangenconflicten te identificeren, te voorkomen, te beheersen en te monitoren en mits dergelijke belangenconflicten op passende wijze openbaar worden gemaakt.”.

“Artikel 13 Samenstelling en diversificatie van de portefeuille

1.

Een Eltif belegt ten minste 55 % van haar kapitaal in in aanmerking komende beleggingsactiva.

2.

Een Eltif belegt niet meer dan:

  1. 20 % van haar kapitaal in instrumenten die door één kwalificerende portefeuillemaatschappij zijn uitgegeven of in leningen die aan één kwalificerende portefeuillemaatschappij zijn verstrekt;

  2. 20 % van haar kapitaal in een enkel reëel actief;

  3. 20 % van haar kapitaal in rechten van deelneming of aandelen van één Eltif, EuVECA, EuSEF, icbe of door een EU-abi-beheerder beheerde EU-abi;

  4. 10 % van haar kapitaal in activa bedoeld in artikel 9, lid 1, punt b), indien die activa door één instelling zijn uitgegeven.

3.

De totale waarde van eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisaties in een Eltif-portefeuille mag niet groter zijn dan 20 % van de waarde van het kapitaal van de Eltif.

4.

De totale risicoblootstelling aan een tegenpartij van de Eltif die voortkomt uit over-the-counter (otc)-derivatentransacties, retrocessieovereenkomsten of omgekeerde retrocessieovereenkomsten mag niet groter zijn dan 10 % van de waarde van het kapitaal van de Eltif.

5.

In afwijking van lid 2, punt d), mag een Eltif de daarin bedoelde limiet van 10 % tot 25 % verhogen indien obligaties worden uitgegeven door een kredietinstelling waarvan de statutaire zetel in een lidstaat gevestigd is en die wettelijk is onderworpen aan speciaal overheidstoezicht ter bescherming van obligatiehouders. Meer bepaald worden de uit de uitgifte van die obligaties verkregen bedragen overeenkomstig de wet belegd in activa die, gedurende de gehele looptijd van de obligaties, de aan de obligaties verbonden vorderingen kunnen dekken en die, in geval de uitgevende instelling in gebreke blijft, bij voorrang zullen worden gebruikt voor de terugbetaling van de hoofdsom en de betaling van de vervallen rente.

6.

Voor de berekening van de limieten waarvan sprake in de leden 1 tot en met 5 van dit artikel worden ondernemingen die voor de opstelling van geconsolideerde jaarrekeningen tot één groep worden gerekend, zoals geregeld bij Richtlijn 2013/34/EU of overeenkomstig erkende internationale financiële verslagleggingsregels, als één kwalificerende portefeuilleonderneming of één instelling beschouwd.

7.

De in de leden 2 tot en met 4 neergelegde beleggingslimieten zijn niet van toepassing indien de Eltif’s enkel aan professionele beleggers worden verhandeld. De in lid 2, punt c), vastgestelde beleggingslimiet is niet van toepassing indien een Eltif een feeder-Eltif is.

Artikel 14 Rectificatie van beleggingsposities

Artikel 15 Concentratielimieten

Artikel 16 Lenen van contanten

“Artikel 18 Terugbetaling van rechten van deelneming of aandelen van Eltif’s

“Artikel 27 Interne beoordelingsprocedure voor Eltif’s die aan niet-professionele beleggers kunnen worden verhandeld

“Artikel 30 Specifieke vereisten betreffende de distributie en de verhandeling van Eltif’s aan niet-professionele beleggers

“Artikel 37 Toetsing

“Artikel 37 bis Toetsing van duurzaamheidsaspecten van Eltif’s

Artikel 2 Inwerkingtreding en toepassing