Home

Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

Geldig van 1 oktober 2024 tot 1 januari 2025
Geldig van 1 oktober 2024 tot 1 januari 2025

Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

Besluit BWBW33099-20241001

Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-10-2024 tot 01-01-2025]

Algemeen

In de RWN wordt in sommige artikelen gesproken over ‘Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten’. In andere artikelen is dat vervangen door ‘Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba’. In beide gevallen wordt het Koninkrijk als geheel bedoeld. Dat geldt ook voor soortgelijke terminologie in deze Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

Artikel 1

1.

In deze Rijkswet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Justitie in zijn hoedanigheid van minister van het Koninkrijk;

  2. meerderjarige: hij die de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt of voordien in het huwelijk is getreden;

  3. moeder: de vrouw tot wie het kind, anders dan door adoptie, in de eerste graad in opgaande lijn in familierechtelijke betrekking staat;

  4. vader: de man tot wie het kind, anders dan door adoptie, in de eerste graad in opgaande lijn in familierechtelijke betrekking staat;

  5. vreemdeling: hij die de Nederlandse nationaliteit niet bezit;

  6. staatloze:

    1. voor zover het betreft toepassing in het Europese deel van Nederland: een persoon die als staatloos kan worden beschouwd op grond van artikel 4 of 5 van de Wet vaststellingsprocedure staatloosheid;

    2. voor zover het betreft toepassing in de landen Aruba, Curaçao, Sint Maarten en in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba: een persoon die door geen enkele staat, krachtens diens wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd;

  7. toelating: instemming door het bevoegd gezag met het bestendig verblijf van de vreemdeling in het Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  8. hoofdverblijf: de plaats waar een persoon zijn feitelijke woonstede heeft.

2.

Behoudens voor de toepassing van artikel 15A, onder a, van deze rijkswet wordt mede verstaan onder:

  1. echtgenoot: de partner in een in Nederland geregistreerd partnerschap alsmede de partner in een buiten Nederland geregistreerd partnerschap dat op grond van de artikelen 61 en 62 van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek wordt erkend, en

  2. huwelijk: het in Nederland geregistreerd partnerschap alsmede buiten Nederland geregistreerd partnerschap dat op grond van de artikelen 61 en 62 van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek wordt erkend.

Verwijzingen

Met ingang van 1 april 2014 verkrijgt ook de vrouwelijke partner van de moeder uit wie het kind is geboren het juridische moederschap. Voor de RWN is de moeder die het kind geadopteerd heeft, niet gelijk gesteld aan de moeder (artikel 1:198 BW).

Overgangsrecht

Geen.

1-1-a. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a

1-1-b. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b

1-1-c. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder c

1-1-d. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder d

1-1-e. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder e

1-1-f. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder f

1-1-g. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder g

paragraaf 1. Algemeen

paragraaf 2.1. Toelating

Paragraaf 2.2. Ex-geprivilegieerden

Paragraaf 3. Toelating voor onbepaalde tijd

Paragraaf 4. Toelating minderjarigen

Paragraaf 5. Onafgebroken periode(n) van toelating/‘verblijfsgat’

Paragraaf 6.1. Procedure afgifte bericht omtrent toelating

Paragraaf 6.2. Gemeenschapsonderdanen en afgifte bericht omtrent toelating

Paragraaf 7. Voordeel van de twijfel

1-1-h. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder h

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Hoofdverblijf

1-2. Toelichting ad artikel 1, tweede lid

Artikel 2

2-1. Toelichting ad artikel 2, eerste lid

2-2. Toelichting ad artikel 2, tweede lid

2-3. Toelichting ad artikel 2, derde lid

paragraaf 1. Algemeen

paragraaf 2. Rechtshandelingen minderjarigen door tussenkomst van wettelijke vertegenwoordiger

paragraaf 3. Wettelijk vertegenwoordiger

2-4. Toelichting ad artikel 2, vierde lid

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Zienswijzen bij kinderen

Paragraaf 2.1. Zienswijze bij kinderen jonger dan 12 jaar
Paragraaf 2.2. Zienswijze bij kinderen tussen de 12 en de 16 jaar
Paragraaf 2.3. Instemming kinderen van 16 jaar en ouder

2-5. Toelichting ad artikel 2, vijfde lid

Artikel 3

3-alg. Toelichting algemeen

3-1. Toelichting ad artikel 3, eerste lid

3-2. Toelichting ad artikel 3, tweede lid

3-3. Toelichting ad artikel 3, derde lid

Artikel 4

4-alg. Toelichting algemeen

Paragraaf 1. Algemeen

paragraaf 2. Kind geboren vóór 1 januari 1985, Nederlandse vaststelling vaderschap vóór 1 april 2003

paragraaf 3. Kind geboren op of ná 1 januari 1985; Nederlandse vaststelling vaderschap vóór 1 april 2003

paragraaf 4. Kind geboren op of na 1 januari 1985, buitenlandse vaststelling vaderschap vóór 1 april 2003

paragraaf 5. Uitzondering: de vader is geen Nederlander (kind geboren op of na 1 januari 1985; vaststelling vaderschap vóór 1 april 2003)

4-1. Toelichting ad artikel 4, eerste lid

4-2. Toelichting ad artikel 4, tweede lid

4-3. Ad artikel 4, derde lid

4-4. Toelichting ad artikel 4, vierde lid

4-5. Ad artikel 4, vijfde lid

4-6. Ad artikel 4 zesde lid

Artikel 5

5-alg. Toelichting algemeen

5-3. [Vervallen per 01-04-2010]

5-4. [Vervallen per 01-04-2010]

Bijlage 1 [Vervallen per 01-04-2010]

Artikel 5a

5a-alg. Toelichting algemeen

5a-1. Toelichting ad artikel 5a, eerste lid (sterke adoptie)

5a-2. Toelichting ad artikel 5a, tweede lid (zwakke adoptie)

Bijlage bij artikel 5a RWN

Artikel 5b

5b-alg. Toelichting algemeen

5b-1. Toelichting ad artikel 5b, eerste lid

5b-2. Toelichting ad artikel 5b, tweede lid

Bijlage bij artikel 5b RWN

Afdeling 3 Artikel 10:107 BW tot en met artikel 10:111 BW

Artikel 5c

5c-alg. Toelichting algemeen

Artikel 6

6-alg. Toelichting algemeen

6-1-a. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder a

6-1-b. Toelichting ad artikel 6 eerste lid, aanhef en onder b

6-1-c. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder c

Paragraaf 1. Algemeen

paragraaf 2. Erkenning en wettiging van minderjarigen vóór 1 april 2003

paragraaf 3. Vereiste van opvoeding en verzorging door de Nederlandse man

paragraaf 3.1. Bewijslast opvoeding en verzorging
Paragraaf 3.2. Bewijsmiddelen

paragraaf 4. Erkenning en wettiging vanaf 1 maart 2009

paragraaf 5. Naamskeuze voor/door de optant

paragraaf 6. Overgangsrecht

6-1-d. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder d

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Gezamenlijk gezag op grond van artikel 1:253t BW

paragraaf 2.1. Gezamenlijk gezag bij geboorte op grond van artikelen 1.253aa en 1:253sa BW

6-1-e. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e

6-1-f. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder f

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Oud-Nederlander of oud-Nederlands onderdaan-niet-Nederlander

paragraaf 3. Overgangsregeling

6-1-g. Toelichting ad artikel 6 eerste lid, aanhef en onder g

6-1-h. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder h

6-1-i. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder i

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 1.1. Geboorte vóór 1 januari 1985
Paragraaf 1.2. Bezit Nederlandse nationaliteit moeder ten tijde van geboorte van kind
Paragraaf 1.2.1. Gevolgen van het huwelijk voor de nationaliteit van de vrouw
Paragraaf 1.2.1.1. Gehuwde vrouw: huwelijk in periode tot 1 maart 1964
Paragraaf 1.2.1.2. Getrouwde vrouw: huwelijk in periode na 1 maart 1964
Paragraaf 1.2.2. Geboorte uit een ongehuwde vrouw met een Nederlandse nationaliteit
Paragraaf 1.3. De vader is niet-Nederlander ten tijde van geboorte van kind
Paragraaf 1.4. Voorbeelden: welke situaties vallen onder de optiemogelijkheid
Paragraaf 1.5. Niet eerder de Nederlandse nationaliteit verkregen door optie
Paragraaf 1.6. Vereiste documenten

Paragraaf 2. De Wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap van 12 december 1892

Paragraaf 2.1. Verkrijging van de Nederlandse nationaliteit onder de WNI 1892
Paragraaf 2.2. Andere verliesgronden dan verbonden aan het sluiten van een huwelijk met een niet-Nederlander onder de WNI 1892

6-1-j. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder j

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 1.1. Verkrijging Nederlanderschap door adoptie onder de WNI
Paragraaf 1.2. Adoptie vóór 1 januari 1985 binnen het Koninkrijk van een minderjarige
Paragraaf 1.3. Bezit Nederlandse nationaliteit adoptiefmoeder ten tijde van onherroepelijk uitspraak
Paragraaf 1.4. Niet eerder de Nederlandse nationaliteit verkregen door optie
Paragraaf 1.5. Vereiste documenten

6-1-k. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder k

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 1.1. Afstamming door geboorte
Paragraaf 1.2. Afstamming door geboorte
Paragraaf 1.3. Vereiste documenten

6-1-l. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder l

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 1.1. Erkenning kind jonger dan zeven jaar
Paragraaf 1.2. Eerst verkrijging van het Nederlanderschap door optiegerechtigde ouder
Paragraaf 1.3. Vereiste documenten

6-1-m. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder m

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 1.1. Afstamming door erkenning als minderjarige van zeven jaar of ouder
Paragraaf 1.2. Bewijs biologisch vaderschap erkenner
Paragraaf 1.3. Eerst verkrijging van het Nederlanderschap door optiegerechtigde ouder
Paragraaf 1.4. Vereiste documenten

6-1-n. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder n

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 1.1. Afstamming door gerechtelijke vaststelling ouderschap
Paragraaf 1.2. Eerst verkrijging van het Nederlanderschap door optiegerechtigde ouder
Paragraaf 1.3. Vereiste documenten

6-1-o. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder o

Paragraaf 1

Paragraaf 1.1. Afstamming door adoptie binnen het Koninkrijk van een minderjarige
Paragraaf 1.2. Eerst verkrijging van het Nederlanderschap door optiegerechtigde ouder
Paragraaf 1.3. Vereiste documenten

6-1-p. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder p

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Toets aan unierechtelijk evenredigheidsbeginsel na van rechtswege verlies van het Unieburgerschap

2.1. Rechten Unieburgerschap
2.2. Personele en territoriale werkingssfeer
2.3. Peilmoment unierechtelijke evenredigheidstoets
2.4. Mee te wegen rechten en factoren
2.4.1. Beroep op schending van het familie- of gezinsleven en het belang van het kind
2.5. Wettelijke doelstelling: enkelvoudige nationaliteit

Paragraaf 3. Procedure voor toetsing aan het evenredigheidsbeginsel

3.1. Exclusieve procedure
3.2. Bewijslast
3.2.1. Soorten bewijsmiddelen
3.3. Benodigde informatie van de bevoegde instantie ten behoeve van de evenredigheidstoets
3.4. Bezwaar: bij nova eventueel nieuw advies IND

6-1-q. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder q

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Stabiel hoofdverblijf

Paragraaf 3. Het in redelijkheid niet kunnen verkrijgen van andere nationaliteit

Paragraaf 4. Peilmoment stabiel hoofdverblijf

Paragraaf 5. Bewijslast

Paragraaf 6. Bezwaar: bij nova eventueel nieuw advies IND

6-2. Toelichting ad artikel 6, tweede lid

1. Algemeen

2. Optanten die de bereidverklaring en de verklaring van verbondenheid moeten afleggen

3. Ondertekenen bereidverklaring (model 1.36)

4. Afleggen verklaring van verbondenheid (zie tevens paragraaf 2.12.3 Afleggen verklaring van verbondenheid in de toelichting bij artikel 6, derde lid, RWN)

5. Niet uitreiken bij niet verschijnen of weigering afleggen verklaring van verbondenheid (artikel 60a, derde lid, BVVN en paragraaf 2.12.3 Afleggen verklaring van verbondenheid)

6-3. Toelichting ad artikel 6, derde lid

paragraaf 1. Algemeen

paragraaf 2. Procedure

paragraaf 2.1. Informatieverstrekking
paragraaf 2.2. Afleggen van de optieverklaring
paragraaf 2.2.1. Vormvereisten: afleggen in persoon
paragraaf 2.2.1.1. Meerderjarige optant
paragraaf 2.2.1.2. Minderjarige optant
paragraaf 2.2.1.3. Kinderen van de optant
paragraaf 2.2.1.4. Wettelijk vertegenwoordiger/andere ouder
paragraaf 2.2.1.5. Gemachtigde
paragraaf 2.2.2. Uitsluitend schriftelijk optieverklaring afleggen
Paragraaf 2.2.3. Te verstrekken gegevens
paragraaf 2.2.4. Af te leggen verklaringen
paragraaf 2.2.4.1. Bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid (model 1.36)
paragraaf 2.2.4.2. Waarheidsverklaring
Paragraaf 2.2.4.3. Verklaring verblijf en gedrag
Paragraaf 2.2.4.3.1. Bereidheidsverklaring afstand
Paragraaf 2.2.5. Over te leggen documenten
Paragraaf 2.2.5.1. Algemeen
Paragraaf 2.2.5.2. Buitenlands reisdocument/aantonen bezit vreemde nationaliteit
Paragraaf 2.2.5.3. Buitenlandse akten van de burgerlijke stand
Paragraaf 2.2.5.4. In het verleden overgelegde buitenlandse akten
Paragraaf 2.2.5.5. Verkrijging, vertaling en legalisatie van buitenlandse documenten
Paragraaf 2.2.5.6. Bewijsnood of inwilliging met toepassing van art. 4:84 Awb : geldig buitenlands reisdocument (paspoort) en of geboorteakte
paragraaf 2.3. Inontvangstneming optieverklaring
Paragraaf 2.3.1. Bevoegdheid burgemeester
paragraaf 2.3.2. Ontvangstbevestiging
paragraaf 2.3.3. Beoordeling verschuldigdheid optiegelden
paragraaf 2.3.4. Beoordeling volledigheid optieverklaring/inverzuimstelling
paragraaf 2.4. Voorbereiding van de beslissing
Paragraaf 2.4.1. Toetsing juistheid verstrekte gegevens
paragraaf 2.4.2. Beoordeling of aan de (overige) voorwaarden wordt voldaan
paragraaf 2.4.2.1. Bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid (bij optieverklaringen afgelegd op of ná 1 maart 2009)
Paragraaf 2.4.2.2. Verblijfsrechtelijke status optant
paragraaf 2.4.2.3. Geen gevaar voor de openbare orde, etc.
paragraaf 2.4.2.4. Naamsvaststelling en naamskeuze bij optie
paragraaf 2.4.2.5. Onderzoek naar zienswijze kind/wettelijk vertegenwoordiger/(andere) ouder
Paragraaf 2.4.2.6. Adviesprocedure bij optieverklaring op grond van artikel 6, eerste lid, aanhef en onder p, RWN
paragraaf 2.5. Bevestiging
paragraaf 2.6. Administratieve verwerking van de bevestiging
Paragraaf 2.6.1. Administratieve handeling na de afstandsprocedure (zie artikel 30c BVVN )
Paragraaf 2.7. Archivering
paragraaf 2.8. Weigering bevestiging
paragraaf 2.8.1. Weigering bevestiging verklaring van de optant
paragraaf 2.8.2. Bevestiging ten aanzien van de ouder/weigering bevestiging medeverkrijging
paragraaf 2.9. Bezwaar
paragraaf 2.9.1. De burgemeester beslist
paragraaf 2.9.2. Afhandeling van de beslissing
paragraaf 2.9.2.1. Bezwaarschrift gegrond
paragraaf 2.9.2.2. Bezwaarschrift tegen weigering medeverkrijging Nederlanderschap door kind gegrond
paragraaf 2.9.2.3. Bezwaarschrift niet-ontvankelijk of ongegrond
paragraaf 2.10. (Hoger) beroep
paragraaf 2.11. Verhuizing van de optant tijdens de procedure
paragraaf 2.12. Naturalisatieceremonie
paragraaf 2.12.1. De oproeping
paragraaf 2.12.2. De uitreiking/naturalisatieceremonie
paragraaf 2.12.3. Afleggen verklaring van verbondenheid
paragraaf 2.12.4. Zwaarwegende redenen en niet (mondeling) afleggen verklaring van verbondenheid
paragraaf 2.12.4.1. Zwaarwegende redenen om niet op een naturalisatieceremonie te verschijnen
paragraaf 2.12.4.2. Mondeling afleggen verklaring van verbondenheid en uitzonderingen
paragraaf 2.12.5. Procedurele aspecten na uitreiking

6-4. Toelichting ad artikel 6, vierde lid

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2.1. Weigering optiebevestiging wegens strafrechtelijk(e) delict(en)

Paragraaf 2.2. Weigering van de optiebevestiging wegens meervoudige huwelijken

Bijlage 1

6-5. Toelichting ad artikel 6, vijfde lid

6-6. Toelichting ad artikel 6, zesde lid

6-7. Toelichting ad artikel 6, zevende lid

6-8. Toelichting ad artikel 6, achtste lid

6-9. Toelichting ad artikel 6, negende lid

Artikel 6a

6a-1. Toelichting ad artikel 6a, eerste lid

6a-2-a. Toelichting ad artikel 6a, tweede lid, aanhef en onder a

6a-2-b. Toelichting ad artikel 6a, tweede lid, aanhef en onder b

6a-2-c. Toelichting ad artikel 6a, tweede lid, aanhef en onder c

6a-2-d. Toelichting ad artikel 6a, tweede lid, aanhef en onder d

6a-3. Toelichting ad artikel 6a, derde lid

6a-4. Toelichting ad artikel 6a, vierde lid

6a-5. Toelichting ad artikel 6a, vijfde lid

6a-6. Toelichting ad artikel 6a, zesde lid

Artikel 7

7-alg. Toelichting algemeen

paragraaf 1. Algemeen

paragraaf 2. Nadere regelgeving in het BVVN

paragraaf 3. Procedure naturalisatie

Paragraaf 3.1. Voorlichtingsfase
paragraaf 3.2. Indiening verzoek om naturalisatie
paragraaf 3.2.1. Meerderjarige verzoeker
paragraaf 3.2.2. Zelfstandig verzoek van minderjarigen (artikelen 10 en 11, vierde lid, RWN)
paragraaf 3.2.3. Medeverlening (artikel 11, eerste lid, RWN)
paragraaf 3.2.4. Wettelijk vertegenwoordiger/(andere) ouder
paragraaf 3.2.5. Gemachtigde
paragraaf 3.2.6. Uitsluitend schriftelijk verzoek
Paragraaf 3.3. Te verstrekken gegevens
paragraaf 3.4. Af te leggen verklaringen
paragraaf 3.4.1. Bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid ( model 2.30 )
Paragraaf 3.4.2. Waarheidsverklaring
paragraaf 3.4.3. Verklaring verblijf en gedrag
paragraaf 3.4.4. Bereidheidsverklaring afstand
Paragraaf 3.5. Over te leggen documenten
Paragraaf 3.5.1. Algemeen
Paragraaf 3.5.2. Buitenlands reisdocument/aantonen bezit vreemde nationaliteit
Paragraaf 3.5.3. Buitenlandse akten van de burgerlijke stand
Paragraaf 3.5.4. In het verleden overgelegde buitenlandse akten
Paragraaf 3.5.5. Verkrijging, vertaling en legalisatie van buitenlandse documenten
Paragraaf 3.5.6. Bewijsnood of inwilliging met toepassing van art. 4:84 Awb : geldig buitenlands reisdocument (paspoort) en of geboorteakte
paragraaf 3.6. Inontvangstneming verzoek
Paragraaf 3.6.1. Bevoegdheid burgemeester
paragraaf 3.7. Beoordeling volledigheid van het verzoek
paragraaf 3.7.1. Beoordeling bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid (bij verzoeken om naturalisatie ingediend op of ná 1 maart 2009)
paragraaf 3.7.2. Beoordeling verschuldigdheid naturalisatiegelden
paragraaf 3.7.3. Beoordeling verplichting afleggen naturalisatietoets
paragraaf 3.7.4. Buitenbehandelingstelling
paragraaf 3.8. Voorbereiding advies
Paragraaf 3.8.1. Onderzoek juistheid verstrekte persoonsgegevens
paragraaf 3.8.2. Toetsing voorwaarden (mede)naturalisatie/naamsvaststelling en naamswijziging
paragraaf 3.8.3. Verhuizing tijdens de adviesfase
Paragraaf 3.9. Uitbrengen advies
Paragraaf 3.10. Beslissing op het verzoek
Paragraaf 3.11. Bezwaar
paragraaf 3.12. (Hoger) beroep
paragraaf 3.13. Naturalisatieceremonie
paragraaf 3.13.1. De oproeping
paragraaf 3.13.2. De uitreiking/naturalisatieceremonie
paragraaf 3.13.3. Afleggen verklaring van verbondenheid
paragraaf 3.13.4. Zwaarwegende redenen en niet (mondeling) afleggen verklaring van verbondenheid
paragraaf 3.13.4.1. Zwaarwegende redenen om niet op een naturalisatieceremonie te verschijnen
paragraaf 3.13.4.2. Mondeling afleggen verklaring van verbondenheid en uitzonderingen
paragraaf 3.13.5. Procedurele aspecten na uitreiking
Bijlage 1: tabel oproepen en uitreiken

Artikel 8

8-alg. Toelichting algemeen

8-1-a. Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a

8-1-b. Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Verblijfsvergunningen en verblijfsdocumenten

Paragraaf 2.1. Verblijfsvergunningen en verblijfsdocumenten op grond van Vw 2000
Paragraaf 2.2. Overig verblijfsrecht

Paragraaf 3. (Geen) bedenkingen tegen verblijf voor onbepaalde tijd

Paragraaf 3.1. Beoordelingsmoment
Paragraaf 3.2. Reden tot intrekking/niet-verlenging van het verblijfsrecht
Paragraaf 3.3. Aanspraken op een ander (sterker) verblijfsrecht; geen fictietoets
Paragraaf 3.4. Vreemdelingen die verblijfsrecht aan het Unierecht ontlenen of die verblijfsrecht ontlenen aan het Terugtrekkingsakkoord tussen VK en EU
Paragraaf 3.4.1. Inleiding
Paragraaf 3.4.2. Algemeen
Paragraaf 3.4.3. Vreemdelingen die verblijfsrecht aan Richtlijn 2004/38/EG ontlenen, aan het VWEU of aan Verordening 492/2011
Paragraaf 3.4.4. Britten met verblijfsrecht onder het Terugtrekkingsakkoord
Paragraaf 3.5. Diplomaten en andere geprivilegieerden
Paragraaf 3.5.1. Niet duurzaam verblijvend personeel
Paragraaf 3.5.2. Duurzaam verblijvend personeel
Paragraaf 3.6. Molukkers
Paragraaf 3.7. Buiten het Koninkrijk ingediende verzoeken
Paragraaf 3.8. Medeverlening aan minderjarigen met een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (vva-bep)

Bijlage 1

Bijlage 2

Bijlage 3

Bijlage 4 [Vervallen per 01-06-2013]

Bijlage 5 [Vervallen per 01-06-2013]

Bijlage 6 [Vervallen per 01-06-2013]

Bijlage 7. Gemeenschapsonderdanen en familieleden derdelanders

8-1-c. Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder c

Paragraaf 1. [Vervallen per 01-07-2019]

8-1-d. toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 1.1. Inleiding
Paragraaf 1.1.1. Historie
Paragraaf 1.1.2. Het inburgeringsexamen
Paragraaf 1.1.3. Inburgeringsplichtigen en niet-inburgeringsplichtigen

Paragraaf 2. Procedure

Paragraaf 2.1. Inleiding
Paragraaf 2.1.1. De voorlichtingsfase
Paragraaf 2.1.2. De aanvraagfase
Paragraaf 2.2. Vrijstelling van de naturalisatietoets (het inburgeringsexamen)
Paragraaf 2.2.1. Inleiding
Paragraaf 2.2.2. Volledige vrijstelling van de naturalisatietoets
Paragraaf 2.2.3. Gedeeltelijke vrijstelling
Paragraaf 2.3. Ontheffing van het inburgeringsexamen
Paragraaf 2.3.1. Inleiding
Paragraaf 2.3.2. Psychische of lichamelijke belemmering
Paragraaf 2.3.3. Ontheffing op grond van aantoonbaar geleverde inspanningen
Paragraaf 2.3.4. Toetscriteria aantoonbaar geleverde inspanningen
Paragraaf 2.3.5. Procedure advies ontheffing aantoonbaar geleverde inspanningen

Paragraaf 3. Opneming in de Nederlandse samenleving

Paragraaf 3.1. Inleiding
Paragraaf 3.2. Polygamie
Paragraaf 3.3. Beoordeling buitenlandse verstotingsakten
paragraaf 3.4. Weigering tot opneming in de Nederlandse samenleving

8-1-e. Toelichting ad artikel 8, eerste lid en onder e

1. Algemeen

Paragraaf 2. Verzoekers die de bereidverklaring en de verklaring van verbondenheid moeten afleggen (zie tevens de toelichting bij artikel 7 RWN onder paragraaf 3.4.1 Bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid)

3. Ondertekenen bereidverklaring (model 2.30) (zie tevens de toelichting bij artikel 7 RWN onder paragraaf 3.4.1 Bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid)

4. Afleggen verklaring van verbondenheid

Uitzonderingen (zie tevens paragraaf 3.13.4.2 Uitzondering (mondeling) afleggen verklaring van verbondenheid

5. Niet uitreiken bij niet verschijnen of weigering afleggen verklaring van verbondenheid (zie tevens artikel 60b, derde lid, BVVN en de toelichting bij artikel 7 RWN onder paragraaf 3.13.3 Afleggen verklaring van verbondenheid)

8-2. Toelichting ad artikel 8, tweede lid

paragraaf 1. Algemeen

paragraaf 1.1. Oud-Nederlanders en voormalig Nederlands onderdanen-niet-Nederlander
Paragraaf 1.2. Drie jaar onafgebroken huwelijk (geregistreerd partnerschap) en samenwoning met een Nederlander

8-3. Toelichting ad artikel 8, derde lid

8-4. Toelichting ad artikel 8, vierde lid

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Geprivilegieerden

Paragraaf 3. Staatloosheid

8-5. Toelichting ad artikel 8, vijfde lid

8-6. Toelichting ad artikel 8, zesde lid

Artikel 9

9-alg. Toelichting algemeen

9-1-a. Toelichting ad artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a

Paragraaf 1. Samenvatting openbare-ordebeleid

Paragraaf 2. Afwijzing indien ten aanzien van de verzoeker is geconcludeerd dat artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag van toepassing is

Paragraaf 3. Afwijzing als de verblijfstitel op grond van de Vreemdelingenwet 2000 kan worden ingetrokken

Paragraaf 4. Afwijzing als er serieuze verdenkingen bestaan dat de vreemdeling een misdrijf heeft gepleegd waarop nog een sanctie kan volgen

Paragraaf 5. Afwijzing als in de periode van vijf jaar direct voorafgaande aan het verzoek om naturalisatie of optieverklaring (of de beslissing daarop) een sanctie ter zake van een misdrijf is opgelegd of ten uitvoer gelegd

Paragraaf 5.1. Misdrijven
Paragraaf 5.2. Transacties en strafbeschikkingen
Paragraaf 5.3. Cumulatie van sancties
Paragraaf 5.4. Voeging
Paragraaf 5.5. Taakstraffen
Paragraaf 5.6. Buitenlandse feiten
Paragraaf 5.7. Jeugdigen
Paragraaf 5.8. Vijfjaartermijn
Paragraaf 5.9. Geheel of gedeeltelijk voorwaardelijke straffen
Paragraaf 5.10. Sepots en voorwaardelijke sepots
Paragraaf 5.11. Schadevergoeding
Paragraaf 5.12. Gratie

Paragraaf 6. Afwijking slechts mogelijk in geval van zeer bijzondere omstandigheden

Paragraaf 7. Afwijzing als ernstige vermoedens bestaan dat de vreemdeling een gevaar vormt voor de veiligheid van het Koninkrijk

Paragraaf 8. Procedure bij naturalisatie

Paragraaf 8.1. Verklaring verblijf en gedrag
Paragraaf 8.2. Gegevens van de Justitiële documentatiedienst
Paragraaf 8.3. Bericht van de Korpschef

9-1-b. Toelichting ad artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b

Paragraaf 1. Algemeen

paragraaf 2. Hoofdregel: afstand van de oorspronkelijke nationaliteit

paragraaf 3. Uitzonderingscategorieën

paragraaf 3.1. Verzoeker bezit de nationaliteit van een Staat, wier wetgeving bepaalt dat de verkrijging van de Nederlandse nationaliteit leidt tot het verlies van die nationaliteit. Verzoeker behoeft geen bereidheidsverklaring te ondertekenen
paragraaf 3.2. Verzoeker bezit de nationaliteit van een Staat wier wetgeving of rechtspraktijk geen afstand van nationaliteit toestaat Verzoeker behoeft geen bereidheidsverklaring te ondertekenen
paragraaf 3.3. Volgens de nationaliteitswetgeving van veel Staten geldt dat eerst dan afstand van de nationaliteit kan worden gedaan nadat een andere nationaliteit is verkregen (bijvoorbeeld ter voorkoming van staatloosheid)
paragraaf 3.4. Verzoeker zal – naar hij aantoont – voor het doen van afstand een bedrag aan leges moeten betalen van zodanige hoogte dat hij daardoor een substantieel financieel nadeel zal lijden
paragraaf 3.4.1. Minimum en maximum financieel nadeel
paragraaf 3.4.2. Vaststelling van het inkomen en vermogen
paragraaf 3.4.3. Niet-zelfstandigen (ofwel loontrekkenden)
paragraaf 3.4.4. Zelfstandigen
paragraaf 3.5. De verzoeker zal – naar hij aantoont – door het doen van afstand vermogensrechtelijke rechten die hij ten tijde van de indiening van het verzoek om naturalisatie in het land van oorsprong bezit verliezen, waardoor hij een substantieel financieel nadeel zal lijden
paragraaf 3.5.1. Minimum en maximum financieel nadeel
paragraaf 3.5.2. Vaststelling van het vermogen/vermogensgrenzen
paragraaf 3.5.3. Substantieel financieel nadeel (verhouding tussen overig vermogen en verlies van vermogensrechtelijke rechten)
paragraaf 3.6. De verzoeker zal – naar hij aantoont – slechts dan afstand van zijn oorspronkelijke nationaliteit kunnen doen, nadat hij aldaar zijn militaire dienstplicht heeft verricht of deze heeft afgekocht. Indien verzoeker om die reden de oorspronkelijke nationaliteit wenst te behouden, dient hij een verklaring te ondertekenen waaruit blijkt dat hij een beroep doet op deze uitzonderingscategorie en waaruit blijkt dat hij niet bereid is afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit
paragraaf 3.7. Voor de verzoeker van wie niet kan worden verlangd dat hij zich wendt tot de autoriteiten van het land waarvan hij de nationaliteit bezit, geldt de verplichting om afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit niet
paragraaf 3.8. De verzoeker heeft – naar hij stelt en aantoont – bijzondere en objectief waardeerbare redenen om geen afstand te doen van zijn oorspronkelijke nationaliteit
paragraaf 3.9. Een verzoeker is onderdaan van een Staat, welke niet door Nederland wordt erkend
Paragraaf 3.10. Meerderjarige verzoeker die minderjarig was op de ingangsdatum van zijn Ranov-verblijfsrecht
Paragraaf 3.11. Verzoeker die meerderjarig was op de ingangsdatum van zijn Ranov-verblijfsrecht

paragraaf 4. Bewijsstukken

paragraaf 5. Procedure afstandsverplichting bij artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, RWN

paragraaf 5.1. De verzoeker valt onder uitzonderingscategorie 3.1, 3.2 of 3.9
paragraaf 5.2. De verzoeker valt niet onder uitzonderingscategorie 3.1, 3.2 of 3.9 en is niet bereid afstand te doen en doet een beroep op een van de uitzonderingen 3.4 tot en met 3.8
Paragraaf 5.3. De betrokkene is wél bereid afstand te doen

Bijlage 1. Overzicht afstandsbepalingen in de nationaliteitswetgevingen van de staten der Verenigde Naties

9-1-c. Toelichting ad artikel 9, eerste lid, aanhef en onder c

9-2. Toelichting ad artikel 9, tweede lid

9-3. Toelichting ad artikel 9, derde lid

Paragraaf 1. Algemeen

9-3-a. Toelichting ad artikel 9, derde lid, aanhef en onder a

9-3-b. Toelichting ad artikel 9, derde lid, aanhef en onder b

9-3-c. Toelichting ad artikel 9, derde lid, aanhef en onder c

9-3-d. Toelichting ad artikel 9, derde lid, aanhef en onder d

9-3-e. [Vervallen per 01-10-2010]

9-4. Toelichting ad artikel 9, vierde lid

9-5. Toelichting ad artikel 9, vijfde lid

Artikel 10

10-alg. Toelichting algemeen

Paragraaf 1. Algemeen

paragraaf 2. Voorbeelden van bijzondere gevallen

paragraaf 2.1. Nederlands belang (staatsbelang, economisch en cultureel)
Paragraaf 2.2. Humanitaire redenen
paragraaf 2.3. Ambtelijk verzuim
paragraaf 2.4. Na-naturalisatie
paragraaf 2.5. Niet bijzondere gevallen

paragraaf 3. Topsporters

paragraaf 3.1. Advisering
paragraaf 3.2. Niveau van sportbeoefening
paragraaf 3.3. Blokkeringstermijnen
paragraaf 3.4. Advies VWS
paragraaf 3.5. Beslissing

Artikel 11

11-alg. Toelichting algemeen

11-1. Toelichting ad artikel 11, eerste lid

11-2. Toelichting ad artikel 11, tweede lid

11-3. Toelichting ad artikel 11, derde lid

11-4. Toelichting ad artikel 11, vierde lid

11-5. Toelichting ad artikel 11, vijfde lid

11-6. Toelichting ad artikel 11, zesde lid

11-7. Toelichting ad artikel 11, zevende lid

11-8. Toelichting ad artikel 11, achtste lid

Artikel 12

12-alg. Toelichting algemeen

Paragraaf 1. Algemeen

paragraaf 1.1. Geslachtsnaam gehuwde vrouwen
Paragraaf 1.2. Geslachtsnaam minderjarige kinderen
paragraaf 1.3. Nederlandse kinderen
paragraaf 1.4. Correctie van kennelijke misslagen in het koninklijk besluit
paragraaf 1.5. Weigering de geslachtsnaam te laten vaststellen

12-1. Toelichting ad artikel 12, eerste lid

Paragraaf 1. Namenreeks of naamsketen

paragraaf 2. De naam slechts bestaat uit één bestanddeel (zogenaamde roepnaam)

paragraaf 3. De namen worden op uiteenlopende wijze gespeld in documenten van gelijke rangorde

Paragraaf 4. Naamsvaststelling bij kinderen

12-2. Toelichting ad artikel 12, tweede lid

Paragraaf 1. Overbrenging naar in het Koninkrijk gebruikelijke lettertekens

Paragraaf 2. Naamswijziging

Paragraaf 3. Wijziging van uitsluitend voornamen

Paragraaf 4. Naamswijziging bij kinderen

Artikel 13

13-1. Toelichting ad artikel 13, eerste lid

paragraaf 1. Optiegelden

Paragraaf 1.1. Tarieven
paragraaf 1.2. Categoriale vrijstelling van optiegelden
paragraaf 1.3. Ontheffing van optiegelden
paragraaf 1.4. In een enkel geval geen optiegelden verschuldigd

paragraaf 2. Naturalisatiegelden

Paragraaf 2.1. Tarieven naturalisatiegelden
Paragraaf 2.2. Tarieven D en E
Paragraaf 2.3. Tarieven F en G
Paragraaf 2.4. Tarief H
Paragraaf 2.5. Categoriale vrijstelling van leges
Paragraaf 2.6. Ontheffing van naturalisatiegelden

Paragraaf 3. Betaling van de verschuldigde optie- en naturalisatiegelden

Paragraaf 4. Afdracht naturalisatiegelden

13-2. Toelichting ad artikel 13, tweede lid

Artikel 14

14-1. Toelichting ad artikel 14, eerste lid

paragraaf 1. Intrekkingsmogelijkheid bij fraude beperkt tot 12 jaar na uitvaardigen koninklijk Besluit

paragraaf 2. Algemeen

paragraaf 2.1. Gebruik van valse identiteit bij naturalisatie of optie
paragraaf 2.1.1. Gebruik van valse identiteit bij naturalisatie of optie
paragraaf 2.1.2. Bijzondere omstandigheden
paragraaf 2.1.3. Naturalisatiebesluit van op of na 1 april 2003
paragraaf 2.2. Intrekking Nederlanderschap wegens valse verklaringen, bedrog of verzwijging van relevante feiten
paragraaf 2.3. Belangenafweging
Paragraaf 2.4. Gevolgen voor kinderen
2.5. Evenredigheidstoets verlies Unieburgerschap
2.5.1. Rechten Unieburgerschap
2.5.2. Bewijslast
2.5.3. Individueel belang
2.5.4. Algemeen belang
2.5.5. Peilmoment unierechtelijke evenredigheidstoets
2.5.6. Weging belangen

Paragraaf 3. Administratieve handelingen voorafgaand aan het intrekkingsbesluit

paragraaf 4. Procedure tot intrekking van het Nederlanderschap

paragraaf 4.1. Voornemenprocedure
Paragraaf 4.2.1. Besluit tot intrekking van het Nederlanderschap
Paragraaf 4.2.2. Vreemdelingrechtelijke gevolgen van intrekking van het Nederlanderschap

paragraaf 5. Administratieve handelingen na intrekking Nederlanderschap

Paragraaf 5.1. Verzending, uitreiking en publicatie van het intrekkingsbesluit
Paragraaf 5.2. Administratieve verwerking van het besluit tot intrekking door de ontvangende autoriteit
paragraaf 5.3. Gevolgen van de intrekking voor de namen van betrokkene

14-2. Toelichting ad artikel 14, tweede lid

Paragraaf 1. Algemene wettelijke uitgangspunten

Paragraaf 1.1. Overgangsrecht
paragraaf 1.2. Intrekking geen terugwerkende kracht

paragraaf 2. Algemeen

paragraaf 2.1. Misdrijven bedoeld in het tweede lid
Paragraaf 2.1.1. Misdrijven bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder a
Paragraaf 2.1.2. Misdrijven bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder b
Paragraaf 2.1.2.1. Artikel 83 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht
Paragraaf 2.1.2.2. Artikel 134a van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht
Paragraaf 2.1.2.3. Artikel 205 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht
Paragraaf 2.1.3. Misdrijven bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder c
Paragraaf 2.1.4. Misdrijven bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder d
Paragraaf 2.2. In mindere mate een belangenafweging in het kader van artikel 14, tweede lid RWN
paragraaf 2.3. Het Nederlanderschap van het minderjarige kind van degene wiens Nederlanderschap wordt ingetrokken op grond van artikel 14, tweede lid RWN
2.4. Evenredigheidstoets Unieburgerschap
2.4.1. Rechten Unieburgerschap
2.4.2. Bewijslast
2.4.3. Individueel belang
2.4.4. Algemeen belang
2.4.5. Peilmoment unierechtelijke evenredigheidstoets
2.4.6. Weging belangen

paragraaf 3. Procedure tot intrekking van het Nederlanderschap en de afwikkeling

14-3. Toelichting ad artikel 14, derde lid

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Intrekking wegens vreemde krijgsdienst

Paragraaf 2.1. Belangenafweging
Paragraaf 2.2. Evenredigheidstoets Unieburgerschap
2.2.1. Rechten Unieburgerschap
2.2.2. Bewijslast
2.2.3. Individueel belang
2.2.4. Algemeen belang
2.2.5. Peilmoment unierechtelijke evenredigheidstoets
2.2.6. Weging belangen

14-4. Toelichting ad artikel 14, vierde lid

Paragraaf 1. Algemene wettelijke uitgangspunten

Paragraaf 2. Voorwaarden intrekking van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid

Paragraaf 2.1. Belangenafweging
Paragraaf 2.2. Evenredigheidstoets Unieburgerschap
2.2.1. Rechten Unieburgerschap
2.2.2. Bewijslast
2.2.3. Individueel belang
2.2.4. Algemeen belang
2.2.5. Peilmoment unierechtelijke evenredigheidstoets
2.2.6. Weging belangen

Paragraaf 3. Procedure tot intrekking van het Nederlanderschap

Paragraaf 3.1. Administratieve handelingen

14-5. Toelichting ad artikel 14, vijfde lid

14-6. Toelichting ad artikel 14, zesde lid

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Overgangsrecht artikel 14, zesde lid

14-7. Toelichting ad artikel 14, zevende lid

14-8. Toelichting ad artikel 14, achtste lid

14-9. Toelichting ad artikel 14, negende lid

14-10. Toelichting ad artikel 14, tiende lid

Artikel 15

15-alg. Toelichting algemeen

15-1-a. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder a

paragraaf 1. Vrijwillige verkrijging

paragraaf 1.1. Verlies Nederlanderschap wegens niet (tijdig) verwerpen van een (te) ontvangen vreemde nationaliteit
Paragraaf 1.2. Ondanks vrijwillige verkrijging andere nationaliteit geen verlies Nederlanderschap
paragraaf 1.3. Een andere nationaliteit/statenopvolging
Paragraaf 1.3.1. Statenopvolging bij de toepassing van artikel 15, lid 2 RWN
Paragraaf 1.4. [Vervallen per 01-04-2022]

Paragraaf 2. Rijkswet inperking gevolgen Brexit (terugtreden Verenigd Koninkrijk uit de EU)

15-1-b. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder b

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Tot inontvangstneming bevoegde autoriteit

paragraaf 3. Wijze van afleggen van de verklaring van afstand

paragraaf 4. Delen van kinderen in de afstand

paragraaf 5. Opmaken verklaring en ontvangstbevestiging

Paragraaf 6. Berichtgeving aan andere autoriteiten

Paragraaf 7. Verdere administratieve afhandeling

15-1-c. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 1.1. Stuiting van de verliestermijn
Paragraaf 1.2. Verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap
paragraaf 1.3. Onderbreking van het hoofdverblijf langer dan een jaar

paragraaf 2. Overgangsrecht artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c

15-1-d. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder d

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Intrekking van het Nederlanderschap

Paragraaf 3. Evenredigheidstoets verlies Unieburgerschap

3.1. Rechten Unieburgerschap
3.2. Bewijslast
3.3. Individueel belang
3.4. Algemeen belang
3.5. Peilmoment unierechtelijke evenredigheidstoets
3.6. Weging belangen

Paragraaf 4. Procedure tot intrekking van het Nederlanderschap

Paragraaf 5. Gevolgen van de intrekking

Paragraaf 6. Verzending, uitreiking en publicatie van het intrekkingsbesluit

Paragraaf 7. Administratieve verwerking van het intrekkingsbesluit

Paragraaf 8. Feitelijk afstand van de oorspronkelijke nationaliteit voor datum intrekkingsbesluit

Paragraaf 9. Bezwaar tegen het intrekkingsbesluit

Paragraaf 10. Afstand tijdens bezwaarprocedure maar na intrekking van het Nederlanderschap

Paragraaf 11. Ontheffing van het doen van afstand van de oorspronkelijke nationaliteit na het Koninklijk Besluit

15-1-e. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder e

15-2. Toelichting ad artikel 15, tweede lid

15-3. Toelichting ad artikel 15, derde lid

15-4. Toelichting ad artikel 15, vierde lid

Artikel 15a

15a-alg. Toelichting algemeen

15a-a. Toelichting ad artikel 15a, aanhef en sub a (Verdrag van Straatsburg)

15a-b. Toelichting ad artikel 15a, aanhef en onder b (Toescheidingsovereenkomst Nederland/Suriname)

Artikel 16

16-alg. Toelichting algemeen

16-1-a. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder a

16-1-b. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder b

Paragraaf 1. Algemeen

paragraaf 2. Afleggen verklaring van afstand

paragraaf 2.1. Minderjarigen tot 12 jaar
paragraaf 2.2. Minderjarigen tussen de 12 en 16 jaar
paragraaf 2.2.1. Horen minderjarige over bedenkingen tegen het verlies van het Nederlanderschap
paragraaf 2.2.2. Horen ouder die geen wettelijk vertegenwoordiger is over bedenkingen tegen het verlies van het Nederlanderschap van de minderjarige tussen de 12 en 16 jaar
paragraaf 2.2.3. Mogelijke situaties ná het horen
paragraaf 2.3. Minderjarigen van 16 jaar en ouder

paragraaf 3. Geen verlies Nederlanderschap

paragraaf 4. Geen verlies Nederlanderschap omdat de procedure inzake bedenkingen tegen afstand nog niet is afgerond

16-1-c. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder c

Paragraaf 1. Algemeen

16-1-d. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder d

Paragraaf 1

16-1-e. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder e

Paragraaf 1. Algemeen

16-2. Toelichting ad artikel 16, tweede lid

16-2-alg. Toelichting algemeen

16-2-a. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder a

16-2-b. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder b

16-2-c. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder c

16-2-d. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder d

16-2-e. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder e

16-2-f. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder f

16-2-g. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder g

Artikel 16a

16a-alg. Toelichting

Artikel 17

17-alg. Toelichting algemeen

Artikel 18

18-alg. Toelichting algemeen

Artikel 19

19-alg. Toelichting algemeen

Artikel 20

20-alg. Toelichting algemeen

Artikel 21

21-alg. Toelichting algemeen

Artikel 22

22-1. Toelichting ad artikel 22, eerste lid

22-2. Toelichting ad artikel 22, tweede lid

Artikel 22A

Artikel 22B

Artikel 22C

Artikel 23

23-1. Toelichting ad artikel 23, eerste lid

23-2. Toelichting ad artikel 23, tweede lid

23-3. Toelichting ad artikel 23, derde lid

Artikel 24

24-alg. Toelichting algemeen

Artikel 25

25-alg. Toelichting algemeen

Artikel 26

26-alg. Toelichting algemeen

26-1. Toelichting ad artikel 26, eerste lid

26-2. Toelichting ad artikel 26, tweede lid

26-3. Toelichting ad artikel 26, derde lid

Artikel 27

27-alg. Toelichting algemeen

27-1. Toelichting ad artikel 27, eerste lid

27-2. Toelichting ad artikel 27, tweede lid

Artikel 28

28-1. Toelichting ad artikel 28, eerste lid

28-2. Toelichting ad artikel 28, tweede lid

28-3. Toelichting ad artikel 28, derde lid

Artikel 29

29-alg. Toelichting algemeen

Artikel II RRWN

II RRWN-alg. Toelichting algemeen

Artikel III RRWN

14-2. Toelichting ad artikel 14, tweede lid, RWN

16-2. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, onder a, b, c en d, RWN

Artikel IV RRWN

IV RRWN-alg. Toelichting algemeen

Artikel V RRWN

V RRWN-alg. Toelichting Algemeen

V RRWN-1. Toelichting ad artikel V, eerste lid, RRWN

V RRWN-2. Toelichting ad artikel V, tweede lid, RRWN

Artikel VI RRWN

VI RRWN-alg. Toelichting algemeen

Artikel VII RRWN

VII RRWN-1. Toelichting ad artikel VII, eerste lid, RRWN

VII RRWN-2. Toelichting ad artikel VII, tweede lid, RRWN

Paragraaf 1. Verzoeken ingediend vóór inwerkingtreding van de RRWN (1 april 2003)

paragraaf 2. Overgangsregeling voor verzoeken ingediend ná inwerkingtreding van de RRWN

Bijlage 1. Modellen behorende bij de optieprocedure

Bijlage 2. Modellen behorende bij de naturalisatieprocedure

Bijlage 3. Modellen met betrekking tot bezit en afstand van het Nederlanderschap