Home

Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023

Geldig van 30 november 2024 tot 1 januari 2025
Geldig van 30 november 2024 tot 1 januari 2025

Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 30-11-2024 tot 01-01-2025]

Aanhef

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 maart 2022, kenmerk 2346444-1007078-WJZ;

Gelet op de artikelen 1, vierde lid, 4, eerste en derde lid, 5, eerste, tweede en zesde lid, 6, 7, 7a, derde lid, 8, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, 9, onderdeel b, 11a, 13d, vijfde lid, 14, 19, derde lid, en 32b van de Warenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 juni 2022, no. W13.22.00034/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 maart 2023, kenmerk 3396870-1007078-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop gebaseerde bepalingen wordt verstaan onder:

  • aangewezen instelling: een krachtens artikel 7a van de wet met betrekking tot de keuring van attractie- en speeltoestellen aangewezen instelling;

  • attractietoestel: al dan niet permanent geïnstalleerde inrichting ter voortbeweging van personen, die bestemd is voor vermaak of ontspanning en die aangedreven wordt door een niet-menselijke energiebron;

  • attractietoestel van een eenvoudig ontwerp: al dan niet roterend attractietoestel waarmee passagiers een snelheid kunnen bereiken van niet meer dan tien meter per seconde en waarmee passagiers een hoogte kunnen bereiken van niet meer dan vijf meter boven het terrein waarop het attractietoestel staat opgesteld;

  • besluit nr. 768/2008/EG: Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PbEU 2008, L 218);

  • beheerder: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in de gebruiksfase over een attractie- of speeltoestel beschikt, anders dan de huurder;

  • distributeur: een natuurlijke persoon of rechtspersoon in de toeleveringsketen van attractie- of speeltoestellen, verschillend van de fabrikant, diens gemachtigde of de importeur, die een attractie- of speeltoestel in Nederland verhandelt;

  • fabrikant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een attractie- of speeltoestel vervaardigt of laat ontwerpen of vervaardigen, dat onder zijn naam of handelsmerk in Nederland wordt verhandeld;

  • gemachtigde: een in Nederland gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon die schriftelijk door een fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken als bedoeld in artikel R3, tweede lid, van besluit nr. 768/2008/EG te vervullen;

  • huurder: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een attractie- of speeltoestel in Nederland huurt. Hieronder wordt mede verstaan het door een natuurlijke persoon of rechtspersoon in bruikleen nemen van een attractie- of speeltoestel;

  • importeur: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een attractie- of speeltoestel afkomstig uit een derde land of een andere lidstaat van de Europese Unie voor het eerst in Nederland verhandelt;

  • norm: een document, uitgegeven door een deskundig, onafhankelijk instituut, waarin wordt omschreven aan welke eisen een attractie- of speeltoestel moet voldoen, dan wel waarin een omschrijving wordt gegeven van onder meer een keurings-, meet- of berekeningsmethode;

  • speeltoestel: een inrichting bestemd voor vermaak of ontspanning waarbij uitsluitend van zwaartekracht of van fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt;

  • verhuurder: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een attractie- of speeltoestel in Nederland verhuurt. Hieronder wordt mede verstaan het door een natuurlijke persoon of rechtspersoon in bruikleen geven van een attractie- of speeltoestel;

  • verordening (EU) 2019/515: Verordening (EU) 2019/515 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de wederzijdse erkenning van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 764/2008 (PbEU 2019, L 91);

  • wet: Warenwet.

Artikel 2

Dit besluit en de daarop berustende bepalingen zijn eveneens van toepassing op attractie- en speeltoestellen indien deze onroerend zijn.

Artikel 3

§ 2. Verbodsbepaling

Artikel 4

§ 3. Vervaardiging

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

§ 4. Keuring

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

§ 5. Verkeer en gebruik

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

§ 6. Aangewezen instellingen

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

§ 7. Overige bepalingen

Artikel 29

Artikel 30

§ 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 38

Bijlage I. Voorschriften met betrekking tot het ontwerp en de vervaardiging van attractie- en speeltoestellen

Bijlage II. Minimum vereisten technisch constructiedossier