Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2021
Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2021
Opschrift
Aanhef
De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Autoriteit Financiële Markten;
Gelet op artikel 1:117, vierde lid en vijfde lid, van de Wet op het financieel toezicht;
Gelet op Richtlijn (EU) nr. 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IORP II-richtlijn) (herschikking), in het bijzonder artikel 23, Richtlijn (EU) nr. 2019/878 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019, strekkende tot wijziging van Richtlijn nr. 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van richtlijn nr. 2002/87/EG en tot intrekking van de richtlijnen nr. 2006/48/EG en nr. 2006/49/EG (richtlijn kapitaalvereisten), in het bijzonder de artikelen 92 tot en met 96, en Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU (richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen), in het bijzonder de artikelen 30 tot en met 34;
Besluiten:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
bank: een bank, als bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, Wft of een in Nederland gelegen bijkantoor van een bank, als bedoeld in artikel 3:23, tweede lid, Wft;
beleggingsonderneming onder de verordening kaptaalvereisten: een beleggingsonderneming met zetel in Nederland waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 Wft is verleend en die op grond van artikel 1, tweede lid, onderdeel a of b, of vijfde lid, van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen de vereisten van de verordening kapitaalvereisten toepast, of ten aanzien waarvan De Nederlandsche Bank een besluit als bedoeld in artikel 3:4a, eerste lid, Wft heeft genomen;
beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen: een beleggingsonderneming met zetel in Nederland waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 Wft is verleend, niet zijnde een beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten;
premiepensioeninstelling: een premiepensioeninstelling, als bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, Wft.