Vaststellingsbesluit regels met betrekking tot commissies bedoeld in Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding
Vaststellingsbesluit regels met betrekking tot commissies bedoeld in Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 13 november 2001, nummer 5133198/01/6, gedaan mede namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op artikel 19 van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding;
De Raad van State gehoord (advies van 28 januari 2002, nr. WO3.01.0608/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 25 februari 2002, nr. 5151613/02/6, uitgebracht mede namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel I
Hoofdstuk I. Begripsomschrijvingen
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
de wet: de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding;
arrondissementen: de arrondissementen, bedoeld in de Wet op de rechterlijke indeling;
de zorgvuldigheidseisen: de zorgvuldigheidseisen, omschreven in artikel 2 van de wet.