Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
Besluit HKUIT03-4297(AUB)
- Versies van huidig besluit
Opschrift
C1. Asiel algemeen
1. Inleiding
In dit hoofdstuk zijn beleidsregels opgenomen die een aanvulling zijn op of een uitwerking zijn van de artikelen 29, 30, 30a, 30b, 30c, 36, 37 Vw en van de artikelen 3.107b tot en met 3.121 Vb.
Vertrouwelijkheid van de informatie
De IND behandelt de informatie die de vreemdeling verstrekt op grond van artikel 31, tweede lid Vw strikt vertrouwelijk met inachtneming van de AVG en de privacyreglementen voor de geautomatiseerde informatiesystemen, waarin de vreemdeling is geregistreerd. De IND verstrekt geen informatie over de vreemdeling aan derden, anders dan op grond van wettelijke verplichtingen of met de uitdrukkelijke toestemming van de vreemdeling.
De IND verzoekt de vreemdeling om toestemming om het dossier van de vreemdeling door te zenden naar de Officier van Justitie, in ieder geval als:
de vreemdeling vanuit eigen ondervinding en eigen waarneming kan getuigen over in het land van herkomst begane oorlogsmisdrijven of misdrijven tegen de menselijkheid en de verklaringen van de vreemdeling hierover geloofwaardig zijn;
er aanwijzingen zijn dat de potentiële verdachte zich in Nederland bevindt;
in het land van herkomst van de getuige sprake is van een (burger)oorlogssituatie; en
er sprake is van strafbare feiten door derden.
Geen aantekeningen
De ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen maakt op grond van artikel 4.29 Vb geen aantekeningen in het reis- en identiteitspapier van een vreemdeling over de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van de vreemdeling. Dit geldt in ieder geval voor de vreemdeling:
van wie de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de IND is afgewezen; of
die zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft ingetrokken.
De ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen mag een aantekening maken in het reis- en identiteitspapier van een vreemdeling over de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, als de vreemdeling geen asielprocedure meer doorloopt, en zich ten minste één van de volgende situaties voordoet:
de vreemdeling heeft Nederland verlaten en is nadien naar Nederland teruggekeerd;
de vreemdeling heeft een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd.